De achterkant van postzegels

Iedere verzamelaar kijkt wel eens naar de achterkant van zijn/haar postzegels. Waarom? In de regel om te controleren of er lijm en/of plakkerresten op zitten. Maar ook om eventueel het watermerk te kunnen


Afb. 1 - USA, frankeerzegel 1938
zien of om een wat scherper beeld van perforaties te krijgen. Die laatste worden ook wel perfins (=perforated initials) of firmaperforaties genoemd. Ze werden veelvuldig in Engeland en Duitsland toegepast, hierbij een Amerikaanse zegel met een fraaie perfin (afb.1).

Perforaties
Mijn aandacht voor deze verschijnselen op de achterkant van zegels werd voor het eerst gewekt door een Nederlandse zegel uit de serie


Afb. 2 - Nederland 1943
Germaanse symbolen, die tijdens de 2e Wereldoorlog (1943-44) werd uitgegeven. Van de zegel met de twee zwanen (NVPH 407) werd een aantal voorzien van een geperforeerd kruis en op de achterkant zowel bedrukt met de tekst: "PRIJS 15 CENT toeslag ten bate Ned. Roode Kruis", als ook voorzien van een nummer (afb.2). Later begreep ik dat dit particulier

Afb. 3 - Luxemburg, dienstzegel 1899
maakwerk was. Maar toch ging mij dit boeien en ik lette steeds meer op de achterkant van zegels. Ik beperk me hier echter tot postale perforaties en postale bemoeiingen.

Er zijn soms door de overheid zegels geperforeerd, in de regel om die zegels slechts voor dienstgebruik te bestemmen, zie hier op Luxemburgse dienstzegels van 1899 de diagonale perforatie OFFICIEL (afb.3). Zo is op een Venezolaanse


Afb. 4 - Australië, dienstzegel 1926
dienstzegel van 1925 de perforatie GN (Gobierno Nacional = nationale regering) aangebracht. En zo tref je op Australische dienstzegels van 1913 (maar ook van bijv. Queensland) de perforatie OS (Official Service), zowel in grote als in kleinere letters aan (afb.4).

Ook Guatemala kende iets dergelijks, namelijk op dienstzegels van 1909 is de perforatie OFFICIAL


Afb. 5 - Beieren, dienstzegel 1912
aangebracht. Meer bekend zijn wellicht de Beierse dienstzegels van 1912 en 1914 met de perforatie E (Eisenbahn = spoorwegen), deze zegels waren bestemd voor frankering van brieven van de administratie van de staatsspoorwegen (afb.5).


Afb. 6 - Costa Rica, dienstzegel 1937
Apart zijn de Costaricaanse dienstzegels van 1937-38, waarvan een deel uit de serie geperforeerd is met een grote ster (afb.6). Zij werden namelijk uitgegeven aan ambtenaren voor postale doeleinden. De zegels die niet met een ster geperforeerd waren, werden aan verzamelaars verkocht maar hadden geen frankeerwaarde.


Afb. 7 - Hongarije, dienstzegels 1921
Ook een bijzondere perforatie is te vinden op Hongaarse zegels. Met een driepunts perforatie in de vorm van een driehoek werd van 1921 tot 1924 een aantal loketvellen van de lopende uitgaven, ook van dienst- en portzegels van die jaargangen, uitgegeven om speculatieve verkoop te verhinderen. De perforatie was op de beide middelste horizontale of verticale rijen aangebracht, hetgeen op het hier afgebeelde paartje goed te zien is. Vanaf 1924 werd deze maatregel als doelloos weer opgegeven. (afb.7). Dat had ondermeer te maken met de veranderde politieke en economische situatie.


Afb. 8 - België, toeslagzegel Orval 1928
Ten slotte is mij nog een heel bijzondere perforatie bekend en wel op de Belgische zegels van 1928, ten bate van de reconstructie van de abdij van Orval. Deze beroemde Cisterciënzer-abdij Notre-Dame d’Orval uit 1132, o.a. bekend om zijn Trappistenbier, werd vanaf 1926 herbouwd op de funderingen van het klooster dat tijdens de Franse revolutie werd verwoest. In september 1929 werden deze toeslagzegels uit de verkoop gehaald. Echter het Comité voor de reconstructie van Orval is tot april 1930 doorgegaan met de verkoop van deze zegels, na ze te hebben geperforeerd met een dubbele geknikte lijn (afb.8).


Afb. 9 - Uruguay, dienstzegel 1907
Een geheel ander soort perforaties, meer een soort ponsing, die ook aan de voorzijde van de postzegel zeer zichtbaar zijn, vinden we op dienstzegels van Uruguay, waar sinds 1928 zegels van verscheidene uitgiften geponst werden met verschillende tekens, vaak een sterretje of een ruit. Hierdoor werd overigens het gehele zegelbeeld soms ernstig aangetast (afb.9).

Zo blijkt dat deze postale perforaties in de regel bedoeld waren om de zegels voor een bepaald doel of doelgroep te beperken. Echter in Nederland zijn ook al bij de druk van sommige zegels perforaties aangebracht, die min of meer als versiering dienst deden, denk aan de twee ruitvormige decemberzegels van 1993, waarbij in de ene zegel 16


Afb. 10 - Nederland, zegel in blok 200 jaar post 1999
perforatiegaatjes en in de andere 14 perforatiegaatjes te vinden zijn. Zo is in de zegel in het blok 200 jaar Nationaal Postbedrijf van 1999 het gehele cijfer 5 van de zegel met maar liefst 73 gaatjes geperforeerd (afb. 10). Ook de verzamelvellen Mooi Nederland van de laatste jaren zijn geperforeerd met de sierlijke tekst "Mooi Nederland", waarbij deze zegels niet geperforeerd zijn. Deze perforaties dienen geen enkel postaal doel, maar zijn louter voor de sier. Datzelfde geldt voor de decemberzegels.

Achterdruk
Hiermee bedoel ik teksten, cijfers of tekens die op de achterkant van postzegels zijn gedrukt of er later op zijn aangebracht meestal bedoeld


Afb. 11 - Nederland, rolzegel
als controle. Bekend zijn de cijfers op de achterzijde van de Nederlandse, Belgische, Duitse en Zwitserse, maar ook Hongaarse rolzegels, waarbij vaak om de 5 of 10 zegels een cijfer werd aangebracht. Een soort tel- en controlesysteem (afb.11).

In Spanje kreeg iedere zegel van 1875 een ander cijfer op de achterkant opgedrukt, zodat daardoor de plaats van iedere zegel in het vel kon worden bepaald. Vanaf 1901 kwam gedurende vele jaren een


Afb. 12 - Spanje, 1901
controlenummer van zes cijfers en een letter op de achterkant van de postzegels (afb. 12), ook op die van Spaanse koloniën en op sommige lokale zegels zelfs een serienummer. Andere controletekens zien we achterop zegels van Spaans Marokko, vanaf 1940 staat op de achterkant: ZONA (afb.13), afkomstig van: "Zona de protectorado Español en Marruecos". Vanaf 1946 de letter Z (dus ook afkomstig van zona) in een kleine cirkel (afb.14) gedurende een aantal jaren.


Afb. 13 - Spaans Marokko 1940

Afb. 14 - Spaans Marokko 1946




In 1886 werd de achterkant van de Zweedse zegels met de afbeelding van koning Oscar II voorzien van een posthoorn (afb.15), dit was in


Afb. 15 - Zweden 1886
plaats van het gebruik van een watermerk. De zegels van Fiume (1921) vertonen op de achterkant een slecht zichtbaar wapenschild en een drievoudige herhaling van de tekst "POSTA FIUME" er overheen.

De pakketzegels van Iran van 1958 zijn voorzien van een achterdruk "IRAN", in spiegelschrift, in een zwart kader. Frankeerzegels van Nicaragua van 1909 werden gebruikt als dienstzegels in 1911 nadat ze in 1911 waren voorzien van een opdruk OFICIAL en op de achterzijde in spiegelschrift bedrukt met de waarde, bijvoorbeeld met "10 centimos" achterdruk.

In Hongarije werd in 1919 de binnenkomst van het nationale leger te Boedapest herdacht met een opdruk op de gangbare frankeerzegels: "A


Afb. 16 - Hongarije, 1919
nemzeti hadsereg bevo-nulása. 1919. XI/16" (= binnenkomst nationale leger 16-11-1919). Het restant van de zegels werd met een toeslag van 50% verkocht in de Sociale Missie te Boedapest ten behoeve van de tuberculosebestrijding. Daartoe kregen de zegels op de achterkant een stempel: "Marque Garantie – SOCMIS" in een ovaal geplaatst. Dit als een soort garantie dat de opbrengst voor het goede doel zou worden bestemd. (afb.16). In 1921 werden in het door Oostenrijk betwiste West-Hongarije (Lajtabánát) Hongaarse zegels

Afb. 17 - West-Hongarije, 1921
overdrukt met "Lajtabánság Posta". Op grond van het Verdrag van Trianon van 1920 moest door een volksstemming besloten worden waar het gebied bij zou horen. Bij een 2e oplage werden deze zegels voorzien van de achterdruk "50% felár. Fövezérség." Dit was een aanduiding van 50% toeslag ten behoeve van de tuberculosebestrijding (afb. 17).


Afb. 18 - Rusland 1917
In Rusland werden in 1915 en 1916 op zwaar papier gedrukte zegels uitgegeven voor gebruik als papiergeld, maar in tegenstelling tot de bepalingen werden ze vaak gebruikt voor postale doelen. De

Afb. 19 - Rusland 1917
tekst achterop betekent: "Rijkswapen en Gelijkwaardig met het in omloop zijnde zilveren kleingeld" (afb.18) en "3 kopeken – Gelijkwaardig met het in omloop zijnde koperen kleingeld" (afb.19).


Afb. 20 - Letland 1920
In Letland werden in 1919, 1920 en 1921 zegels uitgegeven gedrukt op de achterkant van niet afgemaakte bankbiljetten van 10 mark van de regering van kolonel Bermondt-Avalov, op het Duitse "Ober-Ost" geld en op

Afb. 21 - Letland 1920
bank-biljetten van 5 en 10 roebel van de Sowjets. De hier afgebeelde zegels hebben ook nog eens een opdruk: "Desmit rubli" (= 10 roebel) gekregen (afb.20 en 21).

Tenslotte een merkwaardig achterdruk: een drievoudige, verticale groene band achterop gewone frankeerzegels van Brazilië in de jaren 1941-48


Afb. 22 - Brazilië, 1941
en 1947-65. Deze groene band werd aangebracht op een deel van de frankeerzegels ten behoeve van kioskhouders, die bij inkoop van die zegels reductie genoten (afb.22).

Naast een postale bedoeling hebben achterdrukken soms ook te maken met de afbeelding op de zegel, zij geven dan bijvoorbeeld een nadere toelichting, zoals sinds de jaren 70 in Portugal en in de jaren 90 in de Verenigde Staten.

Duidelijk is dat veel wat je op de achterkant van zegels kunt vinden, te maken heeft met enige vorm van controle. In een volgend artikel wil ik verder gaan met dit thema, maar dan op de voorzijde van zegels in de vorm van een opdruk.

Henk Verbeek


Geraadpleegde bronnen:

Hägeris Filatelie Encyclopedie, Alphen a/d Rijn 1979
James Mackay, The Guinness book of stamps, Enfield 1982
Michel Europa-Katalog Ost 1997/98
Louis E.Repeta, Overprints, surcharges, et al., embellishments with a purpose, in: American Philatelist, September 2004
Yvert & Tellier, Catalogue de timbres-poste, (diverse delen)