Alfa Romeo, una storia particolare

Alfa's geboortegrond ligt in Milaan. Daar werd op 24 juni 1910 door een groep ondernemers/zakenlui de Franse Darracq-autofabriek overgenomen. Ze noemde de nieuw opgerichte firma: "Anonima Lombarda Fabbrica Automobili" afgekort A.L.F.A.. Ondanks een voortvarende start kwam Alfa al snel in financiële problemen. In december 1915 werd de firma al weer overgenomen. Alfa, begonnen als een afkorting, is een zelfstandig naamwoord geworden. Nicola Romeo, een Napolitaans ingenieur en zakenman die de fabriek op 12 december 1915 overnam, gaf de nieuwe onderneming de naam "ALFA ROMEO". De van oorsprong vlammenwerpers en ander wapentuig, alsmede vliegtuig-motoren makende fabriek schakelde over op het fabriceren van auto's.
Een racewagen voor het hele gezin. Het is een van de markante hoofdstukken uit de geschiedenis van het automerk, dat naast veel hoogtepunten ook veel dieptepunten kende. Werd er niet smalend gelachen om de Alfasud in de jaren zeventig? Qua vormgeving en techniek onomstreden, maar het plaatwerk was uiterst kwetsbaar. Een Alfasud, die roest al in de folder was een overbekend grapje in die tijd. Het leverde een imagoprobleem op, dat Alfa Romeo jarenlang heeft achtervolgd en bijna de das omdeed. Het was, zo is later gebleken, een kostbare les. Met de Alfa 33 werd het herstel ingezet en de bekroning kwam in 1998 toen de Alfa 156 werd gelauwerd met de titel "Auto van het jaar", de Oscar van de auto industrie.

Alfa Romeo heeft altijd tot de verbeelding gesproken, omdat vrijwel iedere nieuwe serie op de een of andere wijze opviel. Was het niet met een smaakvol en gedurfd Italiaans design, dan was het wel met technische hoogstandjes zoals Twin Spark, voorwielaandrijving en de boxer motor. In 1950 introduceerden de Italianen het model 1900 met de slogan: "De gezinsauto die races wint". Dat is anno 2000 niet meer zo, Alfa doet niet meer mee aan grote kampioenschappen. Dat was vroeger wel anders, toen reed in de jaren twintig Enzo Ferrari races voor Alfa Romeo. Het steigerende paard, het "cavallino rampante" is nu het beeldmerk van Ferrari, die later een eigen automobielfabriek startte. Enzo Ferrari verdiende het embleem na een overwinning met een Alfa in 1923. Net zoals het klavertje vier - quadrifoglio verde - verwijst naar het sportieve verleden. Het was het symbool dat op de wed-strijdauto's verscheen. Want daar is het tenslotte allemaal mee begonnen. De eerste automobielen waren immers wedstrijdwagens, gemaakt voor de openbare weg.

Het andere wereldberoemde beeldmerk, het rode kruis en de slang, is nog altijd een geliefd collectors item. Hoeveel Alfa's staan er niet op parkeerplaatsen waarvan het beeldmerk op de kofferdeksel is verdwenen. Botweg gestolen, zelfs de kleine onderdelen zijn populair. Het rode kruis stamt uit het stadswapen van Milaan. De groene slang - il Biscione - uit het wapen van de adellijke familie Visconti, die in de Middel-eeuwen over de stad heerste. Temperament, techniek en creativiteit, door de jaren heen de drijvende krachten achter alle Alfa producten. Het allereerste model, de genoemde 24HP, was al revolutionair in zijn dagen. Vier liter cilinderinhoud, 42 pk en een topsnelheid van 100 kilometer per uur, onovertroffen in die tijd. De eerste Grand Prix Alfa stamt uit 1913. Topsnelheid: 147 kilometer per uur.

Grote sportieve successen markeren de geschiedenis van het Italiaanse merk, zelfs van de autosport. De eerste Formule 1 wereldtitels gingen naar Alfa. In 1950 Nino Farina met de Alfetta Tipo 158, en in 1951 de legendarische Argentijn Manuel Fangio, met de 159. Fangio was de enige coureur ooit die vier keer op rij wereldkampioen Formule 1 werd. Die 159 haalde maar liefst een topsnelheid van 300 kilometer per uur, nog steeds een duizelingwekkende snelheid waar de huidige generatie Formule-1 wagens het ook mee doet, alleen de bochten-snelheid is veel hoger geworden. Een jaar later trok Alfa Romeo zich terug van de Formule 1 circuits, een terugkeer in de jaren '70 en '80 mislukte. De palmares van Alfa behelst vijf wereldkampioenschappen, elf overwinningen in de befaamde Mille Miglia-rally en vier keer de 24 uur van Le Mans.

Nadat ingenieur Romeo in 1916 de fabriek had omgebouwd tot een productielijn voor wapens en legerartikelen, keerde de fabriek na de Eerste Wereldoorlog terug naar de basis, het maken van auto's. De eerste echte Alfa Romeo was de befaamde Torpedo 20-30, het karretje waarmee Enzo Ferrari zijn successen behaalde. Het waren hoogtijdagen, die gekenmerkt werden door technische innovaties en sportieve hoogtepunten. De C6 1500 en 1750 braken records. In vier jaar tijd werden er 2279 van verkocht. Alfa produceerde zo'n 1000 auto's per jaar.

De wereldwijde economische crisis van de jaren dertig veroorzaakte een paleisrevolutie en was een van de keerpunten in de geschiedenis van Alfa. De raceafdeling werd te duur en officieel overgedragen aan Scuderia Ferrari. De banden met moederbedrijf bleven bestaan, maar het was alsof een liefde teneinde kwam met de woorden: "Zullen we maar gewoon vrienden blijven"?
Alfa Romeo ging zijn eigen eenzame weg. De nadruk kwam vooral te liggen op personenauto's, avontuurlijke uitspattingen behoorden tot het verleden. Eind jaren dertig maakte Alfa zelfs vrachtwagens en autobussen, die trouwens toen ook al waardering oogstten vanwege de moderne vormgeving. Het Alfa Romeo complex in Portello werd op 20 oktober 1944 het doelwit van een geallieerd bombardement en volledig verwoest. De wederopbouw verliep moeizaam omdat er een volledig gebrek was aan grondstoffen, gebouwen en machines. Via de productie van elektrische fornuizen, metalen kasten, kozijnen en rolluiken, herrees Alfa Romeo uit de puinhopen van de oorlog. De slag werd gewonnen met de vooroorlogse modellen die opnieuw in productie werden genomen. De stuurschakeling bleek de aantrekkingskracht van een magneet te bezitten.
Grote sterren reden met De Gouden Pijl, de Freccia d'Oro. Het is nog altijd een klassieker in elegante Italiaanse vormen. Rita Hayworth, prins Rainier van Monaco en zelfs koning Farouk van Egypte werden klanten van Alfa Romeo.

Daardoor verschoof de status van de Alfa en zijn berijder. Sportief werden successen behaald met de 158, maar met het model 1900 werd definitief een brug geslagen naar de toekomst.
Het was de eerste auto die op een moderne productielijn werd gebouwd, een vierdeurs sedan die plaats bood aan vijf personen. Belangrijker, hij kon hard. De Supersprint bereikte een snelheid van 190 kilometer per uur. Alfa vestigde ermee zijn naam als sportauto voor de kleine man en bevestigde die reputatie met een nieuw model dat zou uitgroeien tot diens statussymbool: de Giulietta. In 1954 kwam de Giulietta op de markt: 53 pk en 140 km/u. In deze klasse was er in die dagen niets beters op de markt. De Spider-versie geldt nog altijd als een van de fraaiste open sportwagens aller tijden, Italiaans design, technisch raffinement. In 1961 liep de 100.000ste Giulietta van de lopende band. Een traditie werd gevestigd. Vanaf dat moment zal Alfa steeds weer de aandacht opeisen met opmerkelijke modellen, met prachtige en gewaagde carrosserielijnen, met vernuft onder de motorkap en in het chassis. De Giulietta werd opgevolgd door de Giulia, volgens een slogan van die tijd ontworpen door "de wind". Het was een vierkant bakkie, maar toch werden er in veertien jaar één miljoen modellen van verkocht, een record.

Het was echter niet alles goud wat er blonk in Italië. De Alfasud en de Alfetta werden missers van megaformaat. Toch zijn er al met al nog ruim 100.000 Suds verkocht, maar de verkoopcijfers maskeerden de flop waarvan de gevolgen pas later zouden blijken. Alfa liep er een levensgroot imagoprobleem mee op. Daar kon de destijds geïntroduceerde voorwielaandrijving niets aan veranderen. Het kostte de fabriek zijn zelfstandigheid. Na een korte flirt met Datsun, werd Alfa in 1986 overgenomen door Fiat, dat eerder Lancia, Maserati en Ferrari had ingelijfd.

De recente geschiedenis begint in de jaren tachtig, weliswaar onder de vlag van Fiat maar met een compleet eigen identiteit, weet Alfa Romeo zich weer op te richten. De 33 werd in augustus 1983 gelanceerd als opvolger van de Sud en verscheen in talloze versies voor de prijs van een goedkope middenklasser. Het was de Opel GT van de Italianen, alleen beter en zeker succesvoller. Een sportieve gezinswagen, met een typisch Italiaanse uitstraling. De iets duurdere 75 volgt, maar met de introductie van de Twin Spark zet Alfa de weg naar nieuwe markten pas goed open. De dubbele ontsteking met twee bougies per cilinder, zorgde voor een vollediger verbranding en dat resulteerde in betere prestaties en minder emissie. De afkomst verloochende zich niet, want tot dan toe werd deze techniek alleen gebruikt in de autosport.

De 164 was het eerste model dat werd gefabriceerd op een gemeenschappelijk platform, dat ook wordt toegepast voor de Saab 9000, de Lancia Thema en de Fiat Croma. Het parmantige driehoekje, met het Alfa-embleem centraal, blijft uniek en typisch Alfa. Vanaf dat moment herwon Alfa Romeo de eigen identiteit. De hoekige 155 werd een afgeleide van de 75, de 146 van de 33. Het succesnummer van de laatste jaren werd de elegante en sportieve156. Daarmee glansde het geschonden blazoen van het merk weer als nooit tevoren. De 147 is de nieuwste loot aan de Alfa-stam, die stevig verankerd is in de Italiaanse aarde. Waarmee Alfa Romeo zich al negentig jaar staande heeft gehouden in de moordende concurrentie van de internationale auto-industrie.

Gerard van Dooren