Controle-opdrukken op postzegels (2)

Dit is een vervolg op deel 1, dat vorige maand verscheen.

3. Côntrole-opdrukken om financieel-economische redenen
In 1876 werden in Puerto Rico zegels van Cuba gebruikt, die voorzien waren van een een opdruk in de vorm van een paraaf, waarschijnlijk van de postmeester [afb.17]. De hier afgebeelde zegel van 25


Afb.17 Puerto Rico 1876
centavos met de inscriptie Ultramar (= overzee) bevat de beeltenis van de Spaanse koning Alfonso XII. Die opdruk was om te verhinderen dat er tussen beide Spaanse koloniën ongewenste handel in postzegels zou ontstaan. Er was namelijk een verschil in de wisselkoersen van de toenmalige peseta tussen beide eilanden. De peseta van Cuba was meer waard dan die van Puerto Rico.

In 1906 werden in het Ottomaanse Rijk vier zegels van de uitgifte 1905 voor-zien van een opdruk in de vorm van de Arabische letter B, een afkorting van Béhié (= disconto) [afb.18]. De afgebeelde zegel is een


Afb.18 Turkije 1906
gewone frankeerzegel van 1 piaster uit 1905 met de beeltenis van de toughra (gecalligrafeerde handtekening of zegel) van de toenmalige sultan Abdulhamit II. Deze opdruk betekende dat de prijs waarvoor deze zegels aan handelaren werden verkocht, gereduceerd was. De korting bedroeg wel 20%. Deze zegels waren bedoeld voor correspondentie met het buitenland.
Het was uiteindelijk bedoeld om te kunnen concurreren met de zegels van de buitenlandse Levant-bureau's (o.a. Russische, Franse, Britse,

Afb.19 Turkije 1908
Duitse, Oostenrijkse, Italiaanse en Roemeense) in het Ottomaanse Rijk. Die Levant-bureau's werden als meer betrouwbaar beschouwd.
In 1908, 1909 en 1913 werd de opdruk in iets kleiner formaat op een groot aantal zegels herhaald [afb.19]. Op de hier afgebeelde zegel van 10 para ziet men het hoofdpostkantoor te Istanbul.


Afb.20 Turkije 1915
In 1915 werden in het Ottomaanse Rijk vijf van de hogere waarden van een serie voorzien van een opdruk in de vorm van een klein sterretje [afb.20], dat hetzelfde effect (korting) had als de voorgaande opdruk B. Deze opdruk was waarschijnlijk zo klein om het zegelbeeld van deze fraaie zegels zo min mogelijk te verstoren. De hier afgebeelde zegel van 2 piaster met een klein rood sterretje toont de kruiser Hamidié.

Vanaf 1904 kreeg een aantal zegels in Nicaragua de opdruk "B Dpto. Zelaya" (Bluefield, Departemento Zelaya) [afb.21]. De hier afgebeelde


Afb.21 Nicaragua 1907
zegel van 4 centavos is van 1907 en vertoont het wapen van Nicaragua en tevens de waardeopdruk: "5 cent." Deze zegels, die gebruikt werden in de stad Bluefield in het departement Zelaya, kregen deze opdruk omdat zij betaalbaar waren in de zilveren peso en niet in papiergeld, zoals de andere postzegels van Nicaragua in die tijd. De Atlantische kustregio van Nicaragua, bekend als het departement Zelaya, was de rijkste regio van het land. Dat was te danken aan de mijnbouw in dit gebied. Dat resulteerde in het gebruik van de zilveren peso, die dubbel zoveel waard was als de papieren peso die in de rest van het land gebruikt werd. Dit verschil in waarde maakte het voor mensen profijtelijk om

Afb.22 Nicaragua 1907
postzegels te kopen in gebieden met de goedkopere papieren peso en dan tegen de halve prijs. Om deze activiteit te stoppen verordende de regering dat alle post-, telegraaf- en fiscaalzegels die in het departement Zelaya in voorraad waren, van een opdruk zouden worden voorzien. Eén type opdruk werd gebruikt in de postkantoren van Bluefield en een ander type met de opdruk "Costa Atlantica C." (= Atlantische kust, Cabo Gracias a Dio) in het postkantoor van Cabo Gracias a Dio. [afb.22]. Deze zegel is uit dezelfde uitgifte als die met de opdruk "Dpto Zelaya".


Afb.23 El Salvador 1915
In 1915 werden in El Salvador zegels van de uitgifte 1907 voorzien van een opdruk: "S" [afb.23]. De afgebeelde zegel van 5 centavos vertoont het presidentieel paleis in de hoofdstad San Salvador. Omdat in 1912 de oude munt peso vervangen was door een nieuwe munt, de colon, was het nodig oudere zegels die in 1915 nog geldig waren te

Afb.24 El Salvador 1915
voorzien van een opdruk. Deze zegels zijn slechts acht dagen in omloop geweest. De letter S moest volgens de bedoelingen van Souza, directeur van de posterijen, het initiaal zijn van Salvador. Echter het publiek beschouwde dit als een initiaal van zijn naam. De zegels met de opdruk "S" werden vervolgens ingetrokken en vervangen door de neutralere opdruk "1915" [afb.24].


Afb.25 China 1923
In de periode 1923-26 werden de zegeluitgiften van China (de bekende jonkzegels) voorzien van een opdruk, die betekent: "gebruik beperkt tot de provincie Yunnan" [afb. 25]. Hier afgebeeld een zegel van 2 cents. Dit exclusieve gebruik in de provincie Yunnan was omdat het gedevalueerde geld in deze provincie ertoe leidde dat zuinige burgers van andere provincies postzegels beneden de nominale waarde in Yunnan zouden kopen en dan deze goedkoop verkregen zegels in andere delen van het land zouden gebruiken of verkopen.


Afb.26 Honduras 1931
In 1931 werd op de dan geldige zegels in Honduras een opdruk "T.S.de C" (Tribunal Superior de Cuentas = opperste rekenkamer) aangebracht [afb.26]. Op de hier afgebeelde zegel van 10 centavos met een groene boogvormige opdruk T.S.de C. is de baai van Fonseca met de berg Amapala aan de Pacifische kust afgebeeld. De oude munt, de peso, werd toen vervangen door een nieuwe: de lempira. Aangezien deze zegels tot 1934 geldig zouden zijn, was er behoefte de nog aanwezige voorraad een controleteken van de Nationale Rekenkamer te geven. De opdruk was in verscheidene kleuren.


Afb.27 Nicaragua 1922
De uitgiften van frankeerzegels van Nicaragua kregen vanaf 1922 een controle-opdruk, namelijk de handtekeningen van de minister van handel Deshon en die van de directeur der posterijen Sevilla [afb.27]. Op deze zegels met een afbeelding van het nationaal paleis in de hoofdstad Managua of met een afbeelding van de kathedraal van Léon, zijn in de jaren 1914-1936 talloze opdrukken verschenen. De opdruk werd aangebracht ter voorkoming van het gebruik van gestolen voorraden zegels. Hier afgebeeld een zegel van 2 centavos met het nationaal paleis.

De drastische revaluatie van de munt die in de Sowjetzone van het naoorlogse Duitsland werd gebruikt, noodzaakte de autoriteiten in juni 1948 de geallieerde bezettingszegels die toen in gebruik waren, van


Afb.28 Duitsland 1948
een opdruk te voorzien [afb.28]. Het was de bedoeling de zegels van de Anglo-Amerikaanse zones te onderscheiden van die van de Sowjetzone. De zegels kregen een opdruk met de postdistrictnamen en het nummer van de Oberpostdirektion. Meer dan 1900 verschillende handstempels werden in deze operatie gebruikt. Zij besloegen ongeveer 1100 postdistricten. Op de afgebeelde zegel van 15 pfennig is diagonaal opgestempeld: "37 Grinitz". Deze zegels hadden slechts een kort leven, onge-veer een maand. Op 3 juli 1948 werden zij vervangen door de geallieerde frankeerzegels met de opdruk "Sowjetische Besatzungs Zone".

4. Controle-opdrukken om diverse redenen
In 1900 verscheen in Venezuela een prachtig gestileerde opdruk


Afb.29 Venezuela 1900
"Resellada, R.T.M." Resellada betekent opnieuw in omloop gebracht en R.T.M. zijn de initialen van Ramon Tellas Mendoza, die in die tijd minister van Financiën was. Deze opdrukken werden aangebracht op zegels van de uitgifte 1899 en waren vermoedelijk een soort opruimingsuitgifte, na de invoering van een nieuwe munt. De oude venezulano moest namelijk plaats maken voor de nieuwe bolivar. De afgebeelde zegel van 2 bolivares vertoont het portret van Simon Bolivar, de bevrijder van Venezuela [afb.29].


Afb.30 Ned. Indië 1908
In 1908 kregen Nederlands-Indische zegels van de uitgifte 1902-09 (de cijferzegels en die met de beeltenis van koningin Wilhelmina) de bekende

Afb.31 Ned. Indië 1908
opdrukken "Java" en "Buiten Bezit" [afb.30 en 31]. Deze opdrukzegels werden uitgegeven met het doel de nodige gegevens te verkrijgen in verband met een portoverlaging die overwogen werd. Door die opdrukken kon worden nagegaan hoeveel op Java werd vervoerd en hoeveel langs de duurdere verzendingsroute buiten het eiland (Buiten Bezit) werd vervoerd.


Afb.32 Ned. Indië 1909
In 1909 kreeg in Nederlands Indië de zegel van 15c van de uitgifte 1903-09 (de zogenaamde Boekdrukzegels) op grond van een besluit van de Gouverneur-Generaal een opdruk van twee horizontale zwarte strepen [afb.32]. Er was al eerder veel correspondentie met de drukker, de firma Enschede in Haarlem, over de kleurstelling van de zegels in deze serie geweest. Het doel van deze opdruk was om deze roodachtig bruine zegel beter te kunnen onderscheiden van de kastanjebruine zegel van 50c.


Afb.33 Ned. Indië 1911
In 1911 werden deze zegels van de opdruk "Dienst" voorzien, zo ook de zegel van 15c met 2 strepen [afb.33]. Van de voor dienstzegels bestemde zegels van 15 c met twee zwarte horizontale strepen is slechts een gering aantal (hoeveel is onbekend) voor dit doel overdrukt. Vermoedelijk zijn het deze zegels die in het gewone postverkeer zijn gebracht.


Afb.34 Turkije 1915
In 1915 werden in het Ottomaanse Rijk zegels voorzien van een opdruk [afb.34]. De zegels die in 1914 in omloop waren, werden door de fa. Bradburry, Wilkinson & Co in Londen gedrukt. De blokkade van transportroutes tijden de 1e Wereldoorlog verhinderde echter elke levering van zegels. De directie van de Ottomaanse post ging, uit angst postzegels te kort te komen, de gehele stock van oudere uitgiften van deze opdruk voorzien. De opdruk bestaat uit een 6-puntige ster en een halve maan, waarin in Arabische letters het jaartal 1331 (= 1915) staat. De hier afgebeelde zegel is een 20 para van de uitgifte 1908.

Afb.35 Turkije 1916
Halverwege 1915 was men zich in het Ottomaanse Rijk ervan bewust geworden dat de 6-puntige ster een Joods religieus symbool is: de Davidster. Daarom werden in 1916 de nieuwe opdrukken voorzien van een 5-puntige ster met in de halve maan het jaartal 1332 (=1916) [afb.35]. De hier afgebeelde zegel van 2 piaster is uit de uitgifte 1901 voor binnenlandse post. In het Turkije van Kemal Atatürk (na 1923) was men bij de posterijen tegen iedere associatie met godsdienst. Zo veranderde men zelfs de kleur van de cen-suurlabels, die op de post aangebracht werden, van groen (Islam) naar rood!


Afb.36 Turkije 1917
In 1917 werd in het Ottomaanse Rijk de gehele aanwezige voorraad (alle uitgiften vanaf 1865!) zegels voor buitenland, krantenzegels en portzegels voorzien van een opdruk: een ster, waaronder het jaartal 1332 (1916), de letter B (korting) en P.T.T. [afb.36 en 37].

Afb.37 Turkije 1917
De hier afgebeelde zegels zijn respectievelijk een 2 piaster zegel van 1876 (dus 37 jaar oud!) met inscriptie Emp. Ottoman (= Ottomaanse Rijk) en een zegel van 10 paras uit 1913, waarmee de herovering van Adrianopel (Edirné) werd herdacht. Op deze zegel is de Selim-moskee afgebeeld.

In 1918 werd in Curaçao gedurende 4½ maand een noodzegel van 1 cent uitge-geven. Deze zegel [afb.38] werd gedrukt op bruinachtig gestreept papier en -voor de eerste keer in Curaçao- voorzien van een watermerk, namelijk "Eldorado". Als bewijs van echtheid werd op de zegel met een handstempeltje de paraaf "H.A.W." aangebracht, zijnde


Afb.38 Curaçao 1918
de initialen van Hendrik Albert Willemse, waarnemend postdirecteur op Curaçao. In mei 1918 dreigde er op de Nederlandse Antillen -of misschien alleen maar op Curaçao- een tekort te ontstaan aan zegels van 1 cent, toen het tarief voor binnenlands drukwerk. De aanvoer van zegels uit Nederland stagneerde als gevolg van de Duitse duikbootoorlog op de Atlantische Oceaan. In afwachting van de bij de drukkerij "De Curacaosche Courant" in aanmaak zijnde 1 cent zegels behielp men zich 1½ maand lang met gehalveerde zegels van 2 en 2½ cent van het gangbare cijfertype.

Tenslotte
Even iets over hoe ik te werk ben gegaan. Vanuit mijn kennis van (opdruk)zegels koos ik een thema/onderwerp. In dit geval controle-opdrukken. Ik selecteerde dan een aantal interessante zegels uit mijn verzameling. Daarna ging ik in de literatuur (o.a. in de bondsbibliotheek in Baarn) op zoek naar de achtergronden en verdere betekenis van de opdrukken op die zegels. Vervolgens probeerde ik met behulp van mijn aantekeningen daar een artikel over te schrijven. Dat werd uiteindelijk zóveel dat het in twee delen gesplitst moest worden. De geraadpleegde bronnen moesten natuurlijk vermeld worden. Hoe? Daar zijn (internationale) regels voor. Het uitgangspunt blijft de postzegels. Het was een tijdrovende bezigheid, maar als het een mooi artikel is geworden geeft dat toch veel voldoening.

Henk Verbeek


Bronnen
Alba, Tyto, Postzegels, vrije tijd en hobby, in: De Beurs & Nieuwsberichten, Curaçao, okt. 1975
Hägeris, Filatelie Encyclopedie, Alphen a/d Rijn 1979
Handboek der postwaarden van Ned. Indië, Dl.I, NVPH, 1924
Hartmann, Bodo, Handbuch Iran, Teil I - Kadjaren-Zeit, Bayerisch Gmain, 1987
Kneitschel, Victor, Catalogo de los sellos postales de la Republica del Paraguay y sus deriva-dos, Buenos Aires 1947
Mackay, James, The Guinness book of stamps, Enfield 1982
Maxwell, Clyde R., Nicaragua to 1940, a philatelic handbook, Irvine 1988
Michel, Deutschland-Spezial-Katalog 1986
N.V.P.H., Speciale Catalogus 2004
Postzegels Iran verzamelen, www.Filahome.nl
Repeta, Louis E., Overprints, surcharges, e.a., Embellishments with a purpose, in: American Philatelist, September 2004
Repeta, Louis E., Nicaragua, mixed currency franking, in: American Philatelist, November 2010
Schoen, Robert H, and J.T. DeVoss, Counterfeit Kansas-Nebraska overprints on 1922-34 issue, A.P.S. 1973
Stamps of Spain, The, Stanley Gibbons Ltd, London 1971
Widmaier, Walter, Einführung in die Mexiko-Philatelie, Schwalmtal 1989
Yvert & Tellier, Catalogue de timbres-postes, diverse delen