Heerlijk, zo’n cruise!

Crisis of geen crisis, de vakantie laten we ons niet afnemen. Ook al gaat het ons economisch niet zo voor de wind, de vakantie is ons heilig. Even helemaal weg uit de beslommeringen en verplichtingen van werk en gezin en ons heerlijk laten verwennen, het liefst zo luxe mogelijk. Geen zorgen, heerlijk nietsdoen (dolce far niente zouden de


Italianen zeggen) en heerlijk bijtanken, we kijken er maandenlang naar uit. En we zijn best bereid daarvoor flink wat geld neer te tellen. Niet voor niets zijn de Turkse all-inclusive hotels zo populair: alles is verzorgd, je hoeft je nergens om te bekommeren, eten en drinken zijn in ruime mate voorhanden, alles mag en niets moet. En als je toch wat van de streek en de cultuur wilt opsnuiven dan kun je eenvoudig een excursie boeken, ook die is vaak weer volledig verzorgd.


Vroeger was het niet vreemd om als passagier op een vrachtschip mee te gaan (Inanda 1928)
De meest luxe manier om je vakantie zo zorgeloos door te brengen, is wel op een cruise. En, ondanks de economische tegenwind, wordt deze manier van vakantievieren steeds populairder. Je heerlijk door luxe laten omringen, maar één keer je koffer hoeven pakken en toch in korte tijd veel exotische locaties bezoeken, een cruise maakt het mogelijk. Elke dag een heerlijk diner, een disco, casino, bioscoop en een zwembad, een modern cruiseschip is

P&O Liner RMS Strathaird
werkelijk van alle gemakken voorzien. Voor kleine kinderen wordt gezorgd en als je wat aan je conditie wilt doen is er een uitgebreid fitnessprogramma. Ondanks al deze luxe en extravagantie worden cruisereizen steeds goedkoper en daardoor bereikbaar voor een groeiend aantal vakantiegangers.

Dat was vroeger wel anders. Vóór de Eerste Wereldoorlog was reizen voor eigen plezier alleen weggelegd voor de rijken en de aristocratie.


MV Ilala (1951)
Passagiersvaart was er wel, maar dit waren vooral emigranten uit Europa die naar nieuwe continenten (vooral in Noord-Amerika) gingen om daar te proberen een nieuw bestaan op te bouwen. Reizen, ook per schip, was omslachtig, tijdrovend en kostbaar, je deed het alleen als het niet anders kon, bijvoorbeeld voor een zakenreis. De kans op zeeziekte was reëel aanwezig. Gewone mensen hadden destijds geen vakantie, zoiets als vakantiedagen of doorbetaald verlof wat we nu kennen bestond nog niet. De

S.S. Caribou (1925)
Britse scheepvaartmaatschappij P&O (Peninsular & Oriental Steam Navigation Company) claimt al in 1881 de eerste echte cruiseschip te hebben verzorgd, op het omgebouwde lijnschip Ceylon. Luxe was nog ver te zoeken, cruises werden vooral aanbevolen voor reizigers op zoek naar avontuur...

Er waren ook voor die tijd al een soort van cruises, maar hiervoor werden normale passagiersschepen gebruikt die wegens weinig aanbod van personenvervoer enige tijd uit de vaart moesten gaan of een


Hurtigruten is een lijndienst langs de Noorse fjorden, maar wordt ook als vakantiecruise gebruikt
andere bestemming moesten krijgen. Met het organiseren van cruises probeerde men de slappe tijd te overbruggen. Populaire bestemmingen waren de Noorse fjorden (vanuit Groot-Brittannië), de Caribische zee (vanuit de oostkust van de VS) en het Middellandse Zeegebied (vanuit Frankrijk en Italië).

Rond de eeuwwisseling verschenen de eerste cruiseschepen, die ook speciaal voor dat doel gemaakt waren, met meer luxe aan boord. Het Duitse HAPAG bouwde een specifiek voor cruises bestemd schip, de Prinzesse Victoria Louise, die in 1900 gereed kwam. Voor de bouw van


S.M.Y. Hohenzollern
het schip kwamen er veel suggesties van de Duitse keizer, Wilhelm II, die een grote interesse toonde in de scheepsbouw. Het lijdt geen twijfel dat het Duitse keizerlijke jacht, de Hohenzollern, hierbij als voorbeeld diende. Passagiers werden allengs met meer luxe omringd, zo introduceerde de White Star Line’s Adriatic in 1907 het eerste zwembad aan boord

Passagiersschip Pasteur (1939)
van een schip, terwijl HAPAG Lloyd’s schip Amerika als eerste een à la carte restaurant inrichtte en de eerste elektrische personenlift aan boord van een passagiersschip installeerde. De cruisemarkt ontwikkelde zich geleidelijk maar gestaag, tot de Eerste Wereldoorlog hier abrupt een einde aan maakte.

Pas enige jaren na afloop van de oorlog kwam het cruisen langzaam weer op gang, maar uitsluitend met voor dat doel omgebouwde


S.S. Normandie (1935)
lijndienstschepen. Alle nieuw gebouwde schepen waren bedoeld voor de Transatlantische route, zoals de Normandie, Queen Mary, Nieuw Amsterdam, Bremen en de Europa. In de winter, als het passagiersaanbod laag was, werden deze schepen ingezet voor cruises. Ook al betroffen het lijndienstschepen, het interieur straalde luxe en grandeur uit, waarbij de zalen en salons ingericht

De S.S. Bremen van de Nord-deutscher Lloyd (1929) was het snelste schip op de transatlantische route en houder van de Blauwe Wimpel
waren als die van chique hotels en landgoederen op het vasteland. Niet voor niets werden de passagiersschepen uit deze periode 'varende paleizen' genoemd. Pas in 1927 kwam met de bouw van de Ile de France een eind aan de strenge, klassieke interieurs, het was het eerste schip dat in de moderne, luchtiger art-deco stijl was ingericht.

Maar nog altijd was de cruisevaart alleen weggelegd voor de rich and


Ondanks een ongeluk nu en dan is de cruisevaart zeer veilig
famous. De drooglegging in de Verenigde Staten, een periode van 1920 tot 1933 waarin het gebruik van alcohol verboden was, maakte de cruise populair. De bestemming deed niet ter zake, belangrijk was dat buiten de territoriale wateren van de VS de alcohol vrijelijk kon vloeien. Met name de Cunard Line met schepen als de Mauretania en Berengeria boden dit soort reizen aan.

In 1922 maakte de Laconia, eigendom van de Britse Cunard Line, de eerste cruise om de wereld. De Bremen, in 1929 in de vaart gebracht


Nogmaals de Bremen
door de North German Lloyd, was het eerste schip met standaard hutten in de toeristenklasse en de eerste klas, zoals dat nu overal gebruikelijk is. Voor die tijd hadden de schepen hutten die verschilden van grootte en inrichting. De Noorse Stella Polaris, in 1927 door de Bergen Line in de vaart gebracht, was het eerste luxe cruiseschip dat specifiek voor het vakantiedoel gemaakt was. Het had het uiterlijk van een groot jacht, en de 200 passagiers werden in de watten gelegd

Het Russische cruiseschip Ivan Franko, in 1964 gebouwd in de DDR
door een bemanning van 130 personen. De super-de-luxe verzorging en de lange reizen naar exotische bestemmingen, alleen weggelegd voor de enkeling met veel geld en vrije tijd, maakten dit schip in die tijd wereldberoemd.


Alexander Pushkin (1965)
Na de Tweede Wereldoorlog werden de overgebleven cruiseschepen gevorderd voor het vervoer van troepen, maar toen dit niet langer nodig was werden ze teruggegeven aan hun voormalige eigenaren. Rond 1947-1948 waren de meeste schepen weer in dienst, vaak voor migrantenvervoer voor families die het door de oorlog gehavend Europa wilden ontvluchten om elders een nieuw bestaan op te bouwen.


Cruiseschepen op een velletje van de Comoren. Het schip op de zegel rechtsonder is de Pacific Princess, beroemd geworden door de TV-serie Love Boat.

In de jaren '50 kwam het intercontinentale vliegverkeer op gang, waardoor veel scheepvaartmaatschappijen hun lucratieve overheidscontracten voor het vervoer van migranten en post verloren aan de luchtvaartmaatschappijen. Dit dwong de meeste


P&O's Pacific Sun (1986)
scheepvaartondernemingen om zich volledig op de cruisevaart te gaan toeleggen. In 1959 gingen er voor het eerst meer mensen per vliegtuig de Atlantische Oceaan over dan per schip. Zo werd het schip Willem Ruys van de Koninklijke Rotterdamse Lloyd, dat een lijndienst onderhield tussen Nederland en Indonesië, in 1960 ingezet voor een cruise om de wereld. In 1964 werd dit schip verkocht aan de Italiaanse Lauro Line, die het geheel als cruiseschip inrichtte en omdoopte tot Achille Lauro. In 1985 kwam dit schip in het nieuws doordat aan boord een kaping door Palestijnse terroristen plaatsvond.


Cruiseschepen op serie van Gibraltar

Door de gestegen welvaart in de jaren '60 en '70 kwam het maken van cruises binnen het bereik van een groter publiek. Doordat ook cruisemaatschappijen goedkopere reizen en accommodaties aan konden bieden werden cruises populair onder de minder gefortuneerde mensen.


S.S. France (1962), destijds het grootste schip ooit gebouwd
Men kreeg meer vrije tijd, het klassenverschil verdween (niet alleen aan boord, maar ook in de maatschappij als geheel) en mensen kregen meer geld te besteden. Dit hielp de cruisemarkt zich geleidelijk te ontwikkelen.
Een aantal van de beroemde, grote lijndienstschepen zoals de Queen Mary, de Queen Elizabeth, de France en de Italiaanse schepen Michelangelo en Rafaello, bleken volledig ongeschikt

S.S. United States (1952), momenteel houder van de Blauwe Wimpel
om tot cruiseschip om te bouwen. Zo konden deze schepen niet zonder hoge kosten omgebouwd worden tot één klasse, was er geen airconditioning, geen plaats voor een zwembad op het dek en de diepgang was te groot om kleine havens op populaire cruisebestemmingen aan te doen.


S.S. Nieuw Amsterdam van de Holland Amerika Lijn (1938)
Al gauw kregen maatschappijen in de gaten dat er geen toekomst meer zat in de transatlantische vaart. Nieuwe schepen werden zo ontworpen dat ze gemakkelijk van lijndiensten omgebouwd konden worden tot cruiseschip. Een van de eerste maatschappijen die dit soort schepen in de vaart bracht was de Holland Amerika Lijn met de Rijndam (1951) en de Maasdam (1952), die

RMS Queen Elizabeth 2 (Cunard, 1969)
vrijwel uitsluitend hutten in de toeristenklasse bezaten. Er waren slechts enkele eersteklas hutten aan boord. Andere schepen van dit type volgden, zoals de Canberra (1961) en de Queen Elizabeth II (1969).

In de 60-er en 70-er jaren werden speciale cruisemaatschappijen opgezet die zich uitsluitend richtten op de vakantieganger. Enkele van die eerste maatschappijen waren de Princess Cruises in 1964, de Royal Caribean Cruise Line in 1970 en de Carnival Cruise Lines in 1972.


Cruiseschepen voor de Rots van Gibraltar.
Rechtsonder de verongelukte Costa Concordia.
Vanaf de jaren '70 ontwikkelden cruises zich tot een belangrijk vakantieproduct. De grote cruisemaatschappijen zoals de Celebrity Cruises, Costa Cruises en de Holland America Line hebben inmiddels een grote vloot aan luxe, hypermoderne cruiseschepen varen. Chandris Cruises en Costa Crociere kwamen als eerste met het zogenaamde fly-cruise concept, waarbij passagiers met het vliegtuig werden vervoerd naar de havenstad vanwaar de cruise een aanvang nam.


Crystal Symphony (1995)
Vanwege de steeds strengere veiligheidseisen voor cruiseschepen (zo moeten er nu overal brandvertragende materialen en sprinklerinstallaties zijn aangebracht) moeten de maatschappijen inversteren in steeds nieuwere, modernere schepen. Ook worden de schepen steeds omvangrijker: een schip met een lengte van 330 meter en een capaciteit voor meer dan 5.000 passagiers is allang geen uitzondering meer. En de strijd om het grootste, het langste, het meest luxueuze cruiseschip gaat maar door...

Aan de andere kant ontstond er een markt voor heel gespecialiseerde reizen, vaak met veel kleinere schepen met minder comfort - of juist super-de-luxe - voor speciale expedities naar bijvoorbeeld Antarctica,


Spitsbergen of de Galapagos eilanden. Voor anderen is een cruise op een zeiljacht langs de Griekse eilanden weer helemaal het einde. Kortom, waar de ene maatschappij met bescheiden prijzen een zo groot mogelijk publiek wil trekken, zijn er anderen die weer heel gespecialiseerde cruises aanbieden. Dat maakt de verscheidenheid en keuzemogelijkheden voor de cruiseganger-in-spe alleen maar groter.


De moderne vakantieganger wil verwend worden, veel zien en beleven, heerlijk kunnen eten en zich geen moment hoeven te vervelen. In een cruise komen al deze wensen tezamen: een varend luxe hotel, vele restaurants, volop sport- en fitness mogelijkheden, zwembaden, casino’s en bioscopen en 's avonds een entertainmentprogramma waarvoor een Las Vegas show zich niet zou hoeven te schamen. Ga mee met een cruise en u kunt het allemaal zelf ervaren!

Ton Vis