Duitsland, land van burchten, bratwurst en bier


Kaart van het moderne Duitsland, met wapen van Berlijn
De laatste jaren hebben de Duitsers weer een warm plekje in ons hart gekregen, nadat zij decennialang -om begrijpelijke redenen- het woord 'Duitsland' bij veel Nederlanders een negatief gevoel opriep. Humor hebben de Duitsers nog steeds niet, maar hun hoffelijkheid en stiptheid worden toch hogelijk gewaardeerd. Duitsland zal zelfs dit jaar Frankrijk voorbijstreven als het meest bezochte vakantieland door de Nederlanders.

De Duitse vlag: zwart, rood en goud
Het is zeker de moeite waard om met onze grote oosterbuur eens nader kennis te maken.

Geschiedenis
Het gebied dat we nu als 'Duitsland' kennen vormt al eeuwenlang een grote, centrale macht in het hart van Europa. In de oudheid werd het bevolkt door krijgshaftige Germaanse en Keltische stammen, die voornamelijk bestonden uit boeren en jagers. Kort voor het begin van onze


Schedel van een vroege voorouder van de mensheid, gevonden in het Neandertal
jaartelling veroverde Julius Caesar Gallië en maakt de Rijn tot noordgrens van het Romeinse Rijk. Een poging van Keizer Augustus om Germania tot aan de Elbe te veroveren mislukte, in het jaar 9 n.Chr. werden drie Romeinse legioenen in de grote Slag van het Teutoburger Woud door de Germaanse veldheer Arminius verslagen. De Rijn was als grens makkelijk te verdedigen, en de Romeinen deden geen verdere pogingen

Romeinse armband
om noordelijker gebied te veroveren. Tijdens deze Romeinse periode, die duurde tot 406 na Chr., werden belangrijke steden gesticht als Keulen (Colonia Agrippina) en Trier (Augusta Treverorum). Toen de grote volksverhuizing op gang kwam werden alle Romeinse troepen teruggetrokken om de stad Rome te verdedigen. In

De Porta Nigra in Trier, het fraaiste Romeinse bouwwerk buiten Rome
midden-Europa vestigden zich vele Germaanse stammen, waarvan snel één stam steeds meer macht kreeg: de Franken. Zij vormden een Frankisch rijk dat gekerstend werd en steeds verder groeide, tot het op z'n hoogtepunt heel Frankrijk, Duitsland, de Lage Landen, Noord-Italië en Noord Spanje omvatte. Dit was ten tijde van de grootste

Karel de Grote
koning van de Franken, Karel de Grote, die in 800 tot keizer werd gekroond. Deze bijnaam slaat ongetwijfeld op zijn postuur, want met een lengte van 1.93 meter was hij bijzonder lang voor iemand uit die tijd. Naast zijn titel 'Keizer van het West-Romeinse Rijk' werd hij beschermer en verdediger van de Kerk, een soort Christelijk wereldheerser.

Na de dood in 840 van de zoon van Karel de Grote, Lodewijk de Vrome, ontstond er onenigheid onder de troonopvolgers, waarop bij het Verdrag van Verdun (843) het rijk werd gesplitst in West-, Midden- en Oost-Francië. Uit het westelijk deel zou later Frankrijk voortkomen. Het Middenrijk van Lotharius kreeg de keizerskroon, later ging het gebied en ook de keizerskroon naar het Oosten. Dit gebied tezamen ontwikkelde


In de grond bevinden zich veel interessante bodemschatten
zich tot het Heilige Roomse Rijk, dat tot 1806 zou blijven bestaan. In het jaar 911 werd de eerste Duitse koning, Konrad I, gekozen door de adel. De eerste koningen moesten hun macht delen met machtige stamhertogen. Na de dood van Konrad I in 919 werd Hendrik de Vogelaar uit het Huis der Ottonen tot koning verkozen. Voor het eerst werd de titel 'Koning der Duitsers' (Regnum Teutonicorum) op het

Kroon van keizer Otto II
oostelijke Frankische rijk toegepast. Hendrik werd opgevolgd door Otto de Grote, die in 936 in Aken tot koning werd gekroond. Hij versterkte het koninklijk gezag door abten en bisschoppen als rijksvorsten aan te stellen. Hierdoor ontstond in zekere zin een nationale kerk. Otto verkreeg door zijn huwelijk met Adelheid de kroon van Lombardije. In 955 versloeg hij de Hongaren in de Slag op het Lechveld, ook versloeg hij de Slaven bij de Elbe en de Oder. In 962 werd Otto I als eerste niet-Karolingische koning door de paus tot keizer gekroond. Dat betekende het officiële begin van het Roomse keizerrijk.


Slag bij Liegnitz in 1241
De naam van het keizerrijk was aanvankelijk 'Roomse rijk', sinds de 13e eeuw 'Heilige Roomse rijk' en vanaf de 15e eeuw 'Heilige Roomse rijk der Duitse natie'. Uit de naam is duidelijk te zien dat de Duitse keizers zichzelf als opvolgers van de Romeinse keizers beschouwden. Pas vanaf de 15e eeuw gaan zij het

De Hanze vormde in de Middeleeuwen een soort pan-Europees handelsverbond
woord Duitsland gebruiken. De keizers beschouwden zich vaak verheven boven het pausdom, wat tot grote conflicten met de kerk leidt, bijvoorbeeld over de vraag wie nieuwe bisschoppen mocht benoemen. De keizers hadden er belang bij hun bezit door zelf gekozen bisschoppen te laten besturen; die konden hen immers niets weigeren. De macht van de keizer nam

Keizer Friedrich II
door tegenwerking van graven en hertogen steeds verder af, vanaf ca. 1350 stelde die macht niet zo veel meer voor. Vanaf 1254 tot 1273, gedurende het 'Interregnum' was er zelfs door onenigheid geen algemeen erkende keizer. Vanaf ca. 1400 was het keizerschap vrijwel onafgebroken in handen van het geslacht van de Habsburgers.


Maarten Luther
In 1517 protesteerde Maarten Luther tegen misstanden in de kerk, zoals de handel met aflaten en het verbranden van ketters. Door middel van betaling kon men zijn zonden als het ware afkopen. De ‘aflaat' was dan een bewijs hiervoor. Luther kreeg met zijn kritiek al snel veel volgelingen. In de onrustige tijd die volgde kwam het behalve tot een scheuring in de kerk (katholiek en protestant) ook tot een opstand van rijksridders (1522/23) en boeren (de 'Bauernkrieg',

Luther moest zich in 1521in Worms bij Karel V verantwoorden
1525). De opstanden werden in de kiem gesmoord. De regionale vorsten profiteerden van de godsdienstvrede van Augsburg (de 'Augsburger Religionsfrieden', 1555). Niet de keizer maar zijzelf mochten voortaan het geloof van hun onderdanen bepalen. Hoewel ca. 80% van alle gebieden protestants was, konden de katholieken later een belangrijk deel in de 'contra-reformatie' terugwinnen.

De godsdienstige en politieke verdeeldheid leidde tot de vorming van verbonden, zoals de Protestantse Unie (1608) en de Katholieke Liga (1609). In de daarop volgende Dertigjarige Oorlog probeerden de Habsburgse (katholieke) keizers tevergeefs hun macht te herstellen. Grote delen van Duitsland werden


Ondertekening van de Vrede van Westfalen (1648)
in de oorlog verwoest, de bevolking werd vrijwel gehalveerd door oorlog, honger en ziekte. In de vrede van Westfalen (1648) verloor het rijk omvangrijke gebieden aan Zweden en Frankrijk; Zwitserland en de Nederlanden werden zelfstandige staten en de regionale vorsten verkregen nu vrijwel alle rechten ten opzichte van de keizer. Zelfs het sluiten van verbonden met buitenlandse mogendheden. Het keizerschap was vanaf dat moment weinig meer dan een ceremonieel gebeuren.

De vele Duitse vorsten richtten zich in de 17e en 18e eeuw op allerlei gebieden naar het voorbeeld van het absolutisme in Frankrijk. De vorst was daar de absolute heerser: 'L'état, c'est moi' (de staat, dat ben ik), zei de Franse koning Lodewijk XIV en hij beriep zich er op door God ('von Gottesgnaden') als heerser op aarde benoemd te zijn. Door de


De grote keurvorst van Brandenburg
almacht van de vorst kon deze doen en laten wat hij wilde. De staat werd strakker georganiseerd. Ook werd de organisatie van de staatsfinanciën en ambtenarij op orde gebracht, wat door toegenomen inkomsten een vast leger (i.p.v. huursoldaten) mogelijk maakte. De economie werd ondersteund ('mercantilisme'), ook door de oprichting van staatsbedrijven ('Manufakturen'). Al met al werd de staat vaak efficiënter geleid, de bewoners echter meer en meer uitgebuit. Veel vorsten maakten hun residentie tot een middelpunt van pracht en praal. Het was het tijdperk in de kunst van de Barok en Rococo. En ook daarin deden de vorsten de Franse stijl na. Men bouwde pronkpaleizen en liet grote tuinen aanleggen. Ook werden hofdichters en -musici in dienst genomen. Een aantal Duitse vorstenhuizen slaagde erin hun macht duidelijk te vergroten, zoals Beieren, Brandenburg (het latere Pruisen), Sachsen en Hannover.


Telemann
De 18e eeuw wordt de eeuw van de Verlichting ('Aufklärung') genoemd. Kunsten en wetenschappen maakten een grote opleving door, mede omdat deze zich in grote belangstelling van de vorsten konden verheugen. Niet langer bepaalden de kerk en de angst voor het hiernamaals het leven, nu begon men te ontdekken dat veel natuurfenomenen wetenschappelijk te verklaren waren. Dat zorgde er ook voor dat men dacht het leven grotendeels zelf te kunnen bepalen, als je de

Leibniz
wetten van de natuur maar kende. Dit leidde tot een groot vertrouwen en optimisme ten aanzien van de wetenschap en de toekomst van de mensheid.
Het optimisme van de Aufklärung verwoordde de filosoof Leibnitz met zijn uitspraak dat we 'in de beste van alle werelden leven'. De filosoof Kant riep in

Kant
zijn werk op de 'zelfgekozen onmondigheid' achter zich te laten. Door rationalisme (denken) en empirisme (waarneming) zou men de werkelijkheid in kaart kunnen brengen. De Verlichting had ook op politiek gebied zijn uitwerking. Niet langer werden vorsten en hun onderdrukking als Gods wil ervaren. Veel grote namen komen voort uit deze tijd. Een willekeurige greep: Leibniz, Wolff en Kant (filosofen), Lessing (schrijver), Bach, Telemann en Haydn (musici).

Onder de 'soldatenkoning' Friedrich Wilhelm I werd de basis voor de macht van Pruisen gelegd. Zo werd 72% van de staatsinkomsten in het leger en de organisatie daarvan geïnvesteerd. Zoveel dat men later wel eens zei: 'Pruisen heeft een leger, dat er een staat op na houdt.' Ook de opbouw en de economie van het land werden krachtig ondersteund, men haalde daarvoor zelfs vakmensen uit het buitenland, waaronder Nederland. De 'soldatenkoning' eiste van zichzelf en zijn onderdanen eenvoud, vroomheid en een strikt plichtsbesef. Met de troonsbestijging


Friedrich der Große
van Friedrich der Große (1712-1786) in 1740 veranderde de relatief vreedzame politiek van Pruissen. In diverse oorlogen, waaronder de 7-jarige oorlog (1756-1763) ontnam het o. a. Silezië ('Schlesien') aan het machtige Oostenrijk. De overwinning werd uiteindelijk op het nippertje bereikt en ging met onvoorstelbare verliezen en leed gepaard. Friedrich II spreekt velen tot op de dag van vandaag tot de verbeelding. Hij leed onder de strenge opvoeding van zijn vader en probeerde zelfs te vluchten. Hij genoot van filosofie en muziek, terwijl zijn vader hem juist tot een geduchte militair wilde maken. Uiteindelijk is hij dat toch

geworden toen hij eenmaal op de troon zat. Als 'filosoof op de troon' duldde hij andere meningen en was niet alleen ten opzichte van de godsdienst van zijn onderdanen tolerant. Maar als het er op aankwam onderscheidde hij zich niet van een andere vorst uit die tijd en regeerde met harde hand. In de 19e eeuw was men ijverig op zoek naar een glorieus nationaal verleden en werd Friedrich als een nationale held verheerlijkt. Schoolkinderen moesten de namen van de veldslagen en overwinningen uit het hoofd leren. Pas na de Tweede Wereldoorlog was er plaats voor een meer nuchtere kijk op het leven en werk van Friedrich der Große.


Goethe
Als het niveau van de kunst gedurende een bepaalde tijd een uitzonderlijk hoog niveau bereikt, noemt men dat ook wel de 'Klassieke tijd', in het Duits: Klassik. Voor de Duitse literatuur was de periode van ca. 1750-1830 een absolute bloeiperiode. Met name de dichters Lessing, Goethe, Schiller en Von Kleist slaagden erin de literatuur tot een hoog niveau te brengen, dat voor andere Europse landen niet langer onder hoefde te doen. In nauwelijks 50 jaar had men zich los weten te maken van uitsluitend Franse voorbeelden en een eigen traditie bepaald.

Vol ontzetting volgden de Duitse vorsten de Franse Revolutie (1789) en de revolutionaire onrust daarna, toen letterlijk de koppen van de adel rolden: de Franse koning en zijn vrouw werden onthoofd. De adellijke, feodale standenmaatschappij, waarin het volk aan de


Schopenhauer
grillen van vorsten overgeleverd was, had afgedaan. Burgers eisten vrijheid van meningsuiting, gelijkheid voor de wet en het splitsen van de macht in een wetgevende, uitvoerende en controlerende macht. Een poging van Pruisen en Oostenrijk om Frankrijk aan te vallen mislukte en leidde tot een tegenaanval van Napoleons troepen. Napoleon veroverde vrijwel geheel Duitsland. De Duitse vorsten moesten grote gebieden afstaan en zich aan Frankrijk onderwerpen.


Theoloog en bisschop Zinzendorf
Naar aanleiding van de revolutionaire veranderingen in Frankrijk ontstonden ook in Duitsland allerlei bewegingen die meer vrijheid en nationale eenheid wilden. Menigeen vond dat Duitsland eindelijk ook een eenheid zou moeten vormen, in plaats van een verzameling van mini-staatjes, die ieder voor zich niet in staat waren om serieus politiek te voeren. De roep om meer vrijheid en eenheid leidde echter niet tot eenzelfde revolutie zoals in Frankrijk. De kwam vooral omdat Duitsland -anders dan het centralistische Frankrijk- zo versnipperd was, dat nieuwe ideeën zich moeilijker konden verspreiden. Bovendien was Duitsland bezet door Franse troepen.


Het idyllische Rijndal
Duitsland werd onder Napoleon drastisch hervormd: bisdommen gingen in staatsbezit over, voormalige vrije rijkssteden (nog uit de middeleeuwse keizertijd) verloren hun zelfstandigheid. Een aantal staten werden in 1806 onder toezicht van Napoleon tot de zogenaamde Rheinbund (Rijnbond) samengevoegd. De laatste Duitse keizer, Franz II, legde in 1806 de rijkskroon neer, waardoor het 'Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie' nu ook officieel ophield te bestaan.
In de Rheinbund-staten werden hervormingen ingevoerd. Er kwam een wetgeving (Code Napoleon) die de principes van de Franse revolutie ook in Duitsland introduceerde: iedereen is ongeacht zijn afkomst voor de wet gelijk, scheiding van staat en kerk, scheiding van justitie en uitvoerende macht, recht van bezit enz. Ook in Pruisen werden

Albrecht Dürer
beperkte veranderingen ingevoerd: de opheffing van het lijfeigenschap, vrijheid om bedrijven op te richten zelfbestuur van de steden. Maar vaak bleef het ook bij halfslachtige veranderingen. Invloed en inspraak bleef voor de meeste burgers zeer beperkt en slechts enkele Zuid-Duitse vorsten waren bereid om met een grondwet te werken. Het tijdperk van het absolutisme, waarin heersers onbeperkte macht over hun onderdanen hadden was echter definitief voorbij.


Carl von Clausewitz, Pruisisch generaal en krijgskundige
De legers van Pruisen, later ook Engeland en Oostenrijk, versloegen in 1813 in de Slag bij Leipzig de Franse troepen. Maar na zijn afzetting als Franse keizer in 1814 kwam Napoleon een jaar later terug en viel opnieuw aan. In België, tijdens de slag bij Waterloo in 1815, werden zijn troepen echter vernietigend verslagen. Napoleon werd op het eiland St. Helena gevangengezet. De bevrijdingsoorlogen bevorderden sterk de nationale beweging, die een verenigd Duitsland wilde bereiken.

De overwinnaars uit de bevrijdingsoorlogen tegen Napoleon kwamen in 1814 en 1815 in Wenen bijeen. Tijdens het


Postruiter uit Brandenburg
Congres van Wenen besloten de Europese vorsten een nieuwe indeling van de diverse landen en hun grenzen. Doelstelling was een nieuw Europees machtsevenwicht en het voorkomen van revoluties. De droom van velen, dat er nu eindelijk een vrij, verenigd Duitsland zou ontstaan, bleef echter een utopie. In plaats van het oude rijk ontstond onder voorzitterschap van de Oostenrijkse keizer en diens kanselier Klemens von

Werelderfgoed: de Dom van Keulen
Metternich de Deutscher Bund. Dit was een los samenwerkingsverband van 37 zelfstandige Duitse staten, dat alle nationale bewegingen en liberale vrijheidsbewegingen de kop indrukte; een periode van 'restauratie' brak aan. De pers werd (nog steeds) gecensureerd, de universiteiten gecon-troleerd en politieke bewegingen verboden of beperkt. Er werd weliswaar een Bondsdag in Frankfurt opgericht met afgevaardigden, maar Pruisen en Oostenrijk maakten feitelijk samen de dienst uit in de Duitse bond.


De Duitse tolunie
Rond deze tijd begon de modernisering en industrialisering in Duitsland op gang te komen. De eerste spoorwegen werden aangelegd, grote fabrieken ontstonden en steden groeiden als kool. In 1834 werd de Deutscher Zollverein ('tolunie') opgericht, zodat de handel tussen de Duitse staten onderling eenvoudiger werd. Door de industrialisatie ontstond er een grote klasse fabrieksarbeiders. De snelle toename van de bevolking resulteerde in een overschot aan arbeidskrachten, waardoor de lonen daalden en de armoede drastisch toenam. Sociale voorzieningen bestonden nog vrijwel niet. In 1844 kwamen de wevers in Silezië in opstand tegen hun ellendige levensomstandigheden. Het Pruisische leger sloeg de opstand hardhandig neer.


Ehrlich en Von Behring zorgden voor belangrijke ontwikkelingen in de geneeskunde
De Franse juli-revolutie van 1830 gaf de Duitse nationale bewegingen en vrijheidsbewegingen nieuwe moed. Diverse Duitse staten moesten toestaan dat er wetgeving kwam die burgers een bescheiden invloed gaf. In maart 1848 grepen in Frankrijk opnieuw revolutionaire bewegingen hun kans. Ook in vrijwel alle Duitse staten moesten de vorsten concessies doen aan de opstandige burgers. In Berlijn gingen betogers de barricaden op. In andere delen van Duitsland eisten radicalen een democratische republiek, weer anderen overhandigden de vorsten petities, waarin zij om meer invloed en nationale eenheid vroegen.

Lübeck
In 1848 deden een aantal liberale intellectuelen een poging om een eenheidsstaat op democratische grondslag te stichten. In de Paulskirche in Frankfurt kwam het eerste nationale parlement, de Nationalversammlung, bijeen. De liberalen vormden de grootste groep onder de afgevaardigden. Zij streefden naar een constitutionele monarchie met een beperkt kiesrecht. De 586 parlementsleden legden o.a. de grondrechten van de burgers vast. Ook aan wetgeving, die een brug moest slaan tussen de tradities van de vele kleine autonome staten en de toekomst (algemeen kiesrecht, volksvertegenwoordiging) werd gewerkt. De constitutionele status van het te vormen

Philip Reiss ontwikkelde de microfoon en de telefoon
nationale Duitsland leidde tot grote verdeeldheid. Sommigen wilden een federale staat samen met Oostenrijk (de 'Großdeutsche Lösung'); anderen een nationale staat onder leiding van Pruisen (de 'Kleindeutsche Lösung'). Maar door de grote onderlinge verschillen was het erg moeilijk om het eens te worden.
Uiteindelijk koos men voor de 'kleindeutsche Lösung' en bood het parlement aan de Pruisische koning Friedrich Wilhelm IV de (erfelijke) Duitse keizerskroon aan. De koning weigerde. Hij wilde niet de keizerskroon ontvangen als gevolg van een revolutie.

Pruisen ontwikkelde zich vanaf ca. 1850 ook economisch (o.a. door de zware industrie en de machinebouw) tot de machtigste staat op Duitse


bodem. Maar de Pruisische minister-president Otto von Bismarck wist de liberale burgers, ondanks hun toenemende economische macht en invloed, grotendeels buiten spel te houden. In het Pruisische parlement trotseerde hij in 1862 de liberale 'Fortschrittspartei', toen deze een beslissing over uitgaven voor het leger tegen wilde houden. Hij regeerde zelfs zonder de instemming voor de staatsuitgaven, die hij volgens de grondwet van het parlement moest hebben. De

In Pruissen zijn nog vele fraaie kastelen en kasteeltuinen te bewonderen
Fortschrittspartei durfde niet verder te gaan dan luidkeelse protesten in het parlement.
De 'ijzervreter' Bismarck gebruikte zijn macht in Pruisen om ook binnen Duitsland zijn invloed uit te oefenen. Ook hij streefde naar een nationale eenheid, maar dan 'van boven af', dus niet gedragen door democratische of liberale eenheidsbewegingen, die de macht van de adellijke grootgrondbezitters zouden aantasten.

In de Duits-Deense oorlog (1864) vochten Oostenrijk en Pruisen nog zij aan zij tegen Denemarken. Het doel, de inlijving van Schleswig, Holstein en Lauenburg bij de Duitse bond, werd bereikt. Maar Bismarck was ervan overtuigd dat Oostenrijk en Pruisen nooit lang bijeen zouden kunnen blijven in de Deutscher Bund. Daarom streefde hij naar een Duitsland onder Pruisische leiding. Na onenigheid met Oostenrijk over het bestuur van de samen veroverde Deense gebieden vond hij dat


De 'Siegessäule' in Berlijn (derde toren van links) werd opgericht na de overwinning op Frankrijk
Oostenrijk via een militaire confrontatie uit de Deutscher Bund gezet moest worden. In de Pruisisch-Oostenrijkse oorlog (1866) werd Oostenrijk verslagen.
De Duitse Bond werd opgeheven, in haar plaats kwam de Norddeutscher Bund, die alle staten ten noord van de rivier de Main omvatte, dit alles onder leiding van Pruisen. Oostenrijk had nu geen bemoeienis meer met de ontwik-kelingen in Duitsland. De Zuidduitse staten betrok Bismarck door handelsverdragen steeds meer bij de Norddeutsche Bund.
Pruisen werd nu zo machtig dat Frankrijk niet langer wil toekijken. In de Frans-Duitse oorlog (1870/1871) streden de Norddeutscher Bund en de formeel onafhankelijke Zuidduitse staten aan Pruisische zijde. De Frans-Duitse oorlog was een bewuste confrontatie van Bismarck, mede bedoeld om de nu bedreigde Zuidduitse staten in de armen van de Norddeutscher Bund te drijven, wat ook lukte. Mede door de overwinningsroes van 1870/1871 stond niets de oprichting van een verenigd Duits rijk meer in de weg.

Het uitroepen van het Keizerrijk wordt gevierd in het Schloß Berlin
Na de Franse nederlaag kon Bismarcks wens werkelijkheid worden. De Norddeutscher Bund ging op in een nieuw keizerrijk. De zuidelijke staten sloten zich hierbij aan. Het op Frankrijk veroverde Elzas-Lotharingen werd ingelijfd, Frankrijk moest een groot bedrag aan herstelbetalingen betalen. Na de Duitse overwinning werd op 18 januari 1871 te Versailles het Duitse Keizerrijk geproclameerd met Wilhelm I van Pruisen als Duits Keizer.

Hoewel Duitsland inmiddels een industrienatie geworden was en Engeland naar de kroon begon te steken, bleef de macht in handen van de adel en het officierskorps in het leger, dat voor het grootste deel uit diezelfde adel bestond. Binnen het nieuwe keizerrijk, dat als bondsstaat uit vier koninkrijken, zes groothertogdommen, vijf hertogdommen, zeven vorstendommen en drie vrije steden bestond, was Pruisen de allesoverheersende factor. De wetgeving was afgeleid


De Rijksdag, hier met de bouwmeester, Paul Wallot
van die van de Norddeutscher Bund. Het parlement, de Rijksdag, werd naar algemeen en gelijk kiesrecht door mannen vanaf 25 jaar gekozen. De Bondsraad bestond uit vertegenwoordigers van de vorstendommen. In de Bondsraad beschikte Pruisen over een vetorecht. Bovendien vormde het met 17 van de 58 afgevaardigden de grootste groep.
De Rijksdag stemde over de wetsvoorstellen van de regering en over de begroting, maar kon niet de rijkskanselier of de regering wegsturen. De rijkskanselier werd benoemd door de keizer en was alleen aan hem verantwoording schuldig. De regeringsleden werden door de rijkskanselier benoemd en waren geen verantwoording schuldig aan het parlement maar aan de rijkskanselier.


Otto von Bismarck
Negentien jaar lang regeerde Bismarck als Rijkskan-selier. De keizer -die liever koning van Pruisen was gebleven- gaf hem feitelijk de vrije hand. Bismarck wist dat Frankrijk het verlies van Elzas-Lotharingen niet kon vergeven en Duitsland vijandelijk gezind zou blijven. Hij sloot met succes allerlei vredes- en niet-aanvalsverdragen (bijv. met Oostenrijk-Hongarije (1879) en met Rusland (1887) om de positie van het jonge Duitse keizerrijk in Europa te stabiliseren en nieuwe conflicten en oorlogen te vermijden.

Maar in zijn binnenlandse politiek bleek Bismarck over een minder gelukkige hand te beschikken. Van democratische bewegingen en


Duitsland loopt voorop in technologische ontwikkelingen, zoals de ICE
oppositie in de Rijksdag moest hij niets hebben. Onder zijn belangrijkste 'Rijksvijanden' telde hij de linker vleugel van de liberale burgerij en de georganiseerde arbeidersbeweging. Voor de werkelijke economische en maatschappelijke problemen van de snel groeiende industriestaat Duitsland had Bismarck als conservatieve vertegenwoordiger van de landadel geen oog.

Na aanslagen op de keizer dwong hij door middel van het 'Sozialistengesetz' (de socialistenwet) de opkomende sociaaldemocraten vanaf 1878 twaalf jaar lang tot een vrijwel ondergronds bestaan. Toch groeide hun aantal afgevaardigden sterk in de verkiezingen. Ook lukte het hem niet om de arbeidersbeweging de


De oude Hertogsstad Burghausen in Beieren
wind uit de zeilen te nemen door sociale wetgeving, zoals de ziektekostenverzekering, de ongevallen-, de ouderdoms- en invalidenverzekering enz. De Duitse werknemers hielden er de modernste sociale wetgeving van Europa aan over, maar kozen van verkiezing tot verkiezing meer voor de sociaaldemocratische SPD. Verder was Bismarck beducht voor het katholicisme, wat tot de zgn. 'Kulturkampf' leidde. De katholieken waren in zijn ogen -anders dan de protestantse Pruisen- immers 'slaaf van Rome' en daarom in zijn ogen onbetrouwbare landgenoten.


Rond 1900 bouwde Ferdinand Graf von Zeppelin zijn eerste luchtschip
Bismarcks invloed nam af na de troonsbestijging van de ambitieuze en conservatieve Wilhelm II, die in 1888 zijn vader, de '99-dagen-keizer' Frederik III was opgevolgd. In 1890 werd hij ontslagen. Wilhelm II verving Bismarcks gecompliceerde buitenlandbeleid door een 'Nieuwe Koers'. Diplomatieke onhandigheid vervreemdde Duitsland van de meeste grootmachten; alleen Oostenrijk-Hongarije bleef een trouw bondgenoot.

Na de moord op Frans Ferdinand vond Duitsland zich naast Oostenrijk-Hongarije en Italië in de Eerste Wereldoorlog tegenover de Triple Entente. Het enthousiasme voor de oorlog was aanvankelijk groot, maar de prijs van de oorlog was erg hoog, vanwege de voorheen ongekende verschrikkingen en massale slachtpartijen van de loopgraven. Bovendien bleef de overwinning uit. De interne problemen die in alle Europese staten bestonden, vooral de sociale spanningen die werden opgeroepen door de grote armoede onder het proletariaat, kwamen in Duitsland daardoor in alle hevigheid aan de oppervlakte. De geloofwaardigheid van het bewind brokkelde af.

In 1917 kon, dankzij de Russische Revolutie, nog een wapenstilstand met Rusland worden bedongen die in maart 1918 tot de Vrede van Brest-Litovsk leidde. Kort hierop werd de toestand aan het Westelijke front, waar de Amerikanen zich in de strijd hadden gemengd, echter uitzichtloos en volgde de totale ineenstorting.


Het zuid-Duitse Weimar is een stad van kunst en cultuur
Dit leidde in september 1918 tot de benoeming tot rijkskanselier van de liberale prins Maximilian von Baden, die men als de geschikte persoon zag om onderhandelingen met de Geallieerden (inmiddels inclusief de Verenigde Staten) te voeren. Matrozenopstanden in Wilhelmshaven en Kiel leidden in november echter tot de Novemberrevolutie. Prins Max verklaarde Wilhelm op 9 november voor afgezet. Friedrich Ebert werd voorlopig hoofd van de regering, maar tegen diens zin riep Philipp Scheidemann nog op diezelfde dag de republiek uit die bekend zou worden als de Weimarrepubliek. Keizer Wilhelm II week op 10 november uit naar Nederland, waar hij op 4 juni 1941 in Doorn stierf.

Op 11 november 1918, de dag dat Friedrich Ebert een regering vormde, riep Karl Liebknecht, zoon van de socialistische theoreticus Wilhelm


Blokje ter herinnering aan de oprichting van de Spartakusbund
Scheidemann de socialistische republiek uit. De nieuwe rijkskanselier Ebert trok zich hier weinig van aan en hij begon een regering te vormen die de geschiedenis in zou gaan als de Rat der Volksbeauftragten (Raad van Volksafgevaar-digden). De extreem-linkse socialisten van de Spartakusbund (Liebknecht en Rosa Luxemburg) weigerden de Rat te erkennen. Ebert schreef als voorzitter van Rat der Volksbeauftragten verkiezingen uit voor de Arbeiders en Soldatenraad die overtuigend werden gewonnen door de SPD. Hiermee bereikte Ebert één van zijn doelstellingen: het voorkomen van een socialistische republiek.

Toch was Ebert bevreesd dat de radicale elementen, zoals de Spartakusbund, de macht zouden grijpen en Duitsland zouden transformeren in een radenrepubliek. Hij sloot daarom een pact met de legerleiding om een eventuele opstand te onderdrukken. Hoewel de rechtse legerleiding zeker niet op de hand was van Ebert, een sociaaldemocraat, prefereerden ze een burgerlijke republiek boven een radenrepubliek. Reeds op 23 november 1918 onderdrukte het leger in opdracht van Ebert een muiterij, waarna hij zich verzekerd voelde van haar steun.


Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg
In december fuseerden de linkervleugel van de USPD en de Spartakusbund tot de Communistische Partij van Duitsland (KPD). De KPD vond dat hervormingen uitbleven en op 1 januari 1919 trachtte de KPD Berlijn te controleren. Ebert riep het leger in om de opstand die ontstond, de kop in te drukken. Samen met het leger en de rechtse paramilitaire krachten, de zgn. vrijkorpsen werd de Spartakusopstand onderdrukt. Honderden Spartakisten werden in de weken na de opstand geëxecuteerd. Leiders als Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg kwamen hierbij om.

Op 19 januari 1919 werden er verkiezingen gehouden voor een Nationale Vergadering in de Zuid-Duitse stad Weimar. De verkiezingen werden overtuigend gewonnen door de SPD en de burgerlijke partijen, de USPD en extreem-links leden gevoelige nederlagen. De Nationale Vergadering kwam bijeen in het theater van Weimar, en niet in de Rijksdag in Berlijn, omdat het daar te onrustig was. De afgevaardigden keurden een democratische grondwet goed en op 13 februari koos men Philipp Scheidemann tot opvolger van Ebert. Ebert werd op 11 augustus 1919 gekozen tot eerste rijkspresident van Duitsland.


Tijdens de hyperinflatie kostte het frankeren van een briefkaart miljoenen Marken
De grote armoe-de waarin de Weimarrepubliek sinds haar oprichting mee had te kampen deed extreem-links en extreem-rechts groeien. Beide ideologieën probeerden de macht te grijpen en de kwetsbare democratie te vervangen door een dictatuur.

De armoede hield aan en in 1923 was 1 Amerikaanse dollar 400 Duitse rijksmark waard. Door de ontstane hyperinflatie werd het voor Duitsland onmogelijk om haar schulden af te betalen. Een Amerikaans plan bood uiteindelijk een oplossing: de Amerikanen leenden geld aan de Duitsers en de Duitsers konden hiermee hun economie opkrikken om weer geld te verkrijgen om de herstelbetalingen te voldoen. Van de herstelbetalingen losten de Fransen en Britten hun oorlogsschulden bij de Amerikanen af.


De belangrijke architectuurstroming Bauhaus ontstond in de jaren '20
Te midden van deze roerige periode trachtte Hitler op 8 november 1923 de macht in München te grijpen en van daaruit de macht in Berlijn. De coup mislukte en Hitler werd gearresteerd. Hitler maakte van zijn proces één grote show. Uiteindelijk werd hij maar tot één jaar gevangenisstraf veroordeeld. Tijdens zijn straf, die hij uitzat in een comfortabele cel, schreef hij met Rudolf Hess, zijn medegevangene, Mein Kampf ('Mijn Strijd').

Het economisch herstel dat in 1924 intrad gaf de burger weer moed. Tijdens de gouden jaren '20 trad Duitsland toe tot de Volkenbond. De hoogste klassen begonnen veel geld te verdienen en de decadentie nam toe. In Berlijn openden nachtclubs, danszalen en louche tenten. Dit was allemaal ter vermaak van de elite, die natuurlijk niet omkeek naar de middenklasse en arbeiders.


Ook Jugendstil vindt haar oorsprong in Duitsland
De groei van de NSDAP (Nationaal-Socialistische Arbeiderspartij) van Adolf Hitler aan het einde van de jaren '20 en die van de extreem-linkse Kommunistische Partei Deutschlands (Communistische Partij van Duitsland) had alles te maken met de slechte economische toestand waarin Duitsland toen verkeerde. Het onvermogen van de democratische coalitie om de economische en sociale toestand van het Duitse volk te verbeteren zorgde voor een ongekende groei voor de fascistische en communistische partijen. Bij de Weimarpolitici leefde een grote angst voor het communisme. Hoewel zij vrijwel allemaal anti-nazistisch waren, werkten ze liever samen met de NSDAP dan met de KPD. Uiteindelijk nam Franz von Papen (Zentrum, doch in feite partijloos) aan het begin van 1933 samen met president Paul von Hindenburg het besluit om samen te werken met Hitler. Von Papen en Von Hindenburg boden Hitler het rijkskanselierschap aan van een coalitieregering bestaande

Hindenburg
uit NSDAP'ers, partijlozen en DNVP'ers. Von Papen gaf Von Hindenburg de garantie dat hij Hitler onder controle zou houden. Hij en Von Hindenburg waren er stellig van overtuigd dat wanneer Hitler fouten zou maken het snel gedaan zou zijn met de NSDAP en er een nieuwe regering zou kunnen worden gevormd. Eén en ander bleef echter uit en Hitler trok alle macht naar zich toe en verbood alle partijen behalve zijn eigen Nazipartij.

In 1933 kwam Adolf Hitler in Duitsland aan de macht. Hij ontpopte zich tot de totale dictator. Politieke partijen werden ontbonden, arbeiders en boeren al hun rechten ontnomen, en het onderwijs werd onder staatscontrole gesteld. Joden kregen met discriminerende maatregelen


Brandende synagogen in de Kristallnacht
te maken die in 1938 uiteindelijk uitmondden in de Reichskristallnacht. Onder leiding van Baldur von Schirach werd de Duitse jeugd in de Hitlerjugend en de Bund Deutscher Mädel grondig geïndoctrineerd. Censuur werd ingevoerd op kranten en radiozenders, en werd tot de kunst uitgebreid. Strafkampen werden gebouwd om hier eerst politieke tegen-standers, en later joden, homoseksuelen, 'a-socialen', zigeuners, en andere ongewenste bevolkingsgroepen in op te sluiten. Euthanasieprogramma's op gehandicapten waren een voorproefje van wat nog zou volgen. Veel joden en intellectuelen vluchtten het land uit, naar Engeland, Zweden of de Verenigde Staten.

Hitlerjugend
Hitler zette echter de Duitsers aan het werk met de bouw van Autobahnen en andere projecten. De groei van het leger en de wapenindustrie zorgde ervoor dat in 1939 Duitsland het enige Europese land was dat een arbeiderstekort had. Velen namen het gebrek aan vrijheid voor lief en keken bij jodenvervolgingen graag een andere kant uit: Hitler had Duitsland immers wèl gered.

Buitenlands deed Hitler zich allereerst noodgedwongen voor als een vredesengel. De isolatie van Duitsland bleek eens te meer toen in 1934 door Oostenrijkse nazi's een mislukte poging tot Anschluss werd gedaan: heel Europa viel over Hitler heen, die geschrokken zijn handen van de zaak trok. Met herinvoering van de dienstplicht, uitbreiding van het leger en uittreden uit de Volkenbond tastte Hitler de vechtlust van de geallieerden af, waarna hij iedere keer verkondigde slechts Duitsland te verdedigen en vrede te willen. In 1936 herbezette Duitsland het Rijnland, waar de geallieerden niet op reageerden. In 1937 sloot


Nieuwe welvaart: iedereen een 'volkswagen'
Duitsland het Pact van Staal met Italië, en in 1938 wist men Anschluss te verwezenlijken: aansluiting van Oostenrijk met Duitsland. In september 1938 wist Hitler in de Conferentie van München Sudetenland van Tsjecho-Slowakije afhandig te maken en in maart 1939 vernietigde hij dit land geheel. Groot-Brittannië en Frankrijk besloten hierop de onafhankelijkheid van Polen te garanderen, maar Hitler wist hen via het niet-aanvalspact met de Sovjet-Unie te overtroeven. Op 1 september 1939 overschreden Duitse troepen na maanden van scheldpartijen en dreigementen de Poolse grens, waarmee het Interbellum eindigde en de Tweede Wereldoorlog zijn aanvang nam.


Adolf Hitler
Op 10 mei viel Duitsland Frankrijk, België en Nederland aan. Nederland gaf zich al na vijf dagen over, maar ook Frankrijk bezweek snel onder de geoefende Duits legers, de Blitzkrieg. Van 26 mei tot 2 juni vond de evacuatie uit Duinkerken plaats.
De Slag om Engeland (Battle of Britain) begon toen de Duitse Luftwaffe op 10 juli 1940 met luchtaanvallen begon. Ondanks een kleinere luchtmacht wisten de Britten de slag uiteindelijk te winnen. Operatie Seelöwe, het plan om een invasie te doen in Groot-Brittannië, werd afgeblazen.

Ook filatelistisch werd het leger verheerlijkt
Op de Balkan was Italië Griekenland binnengevallen, maar werd teruggedreven. Hierop viel Duitsland Joegoslavië in april 1941 binnen en veroverde dit land en Griekenland binnen enkele weken. Alleen op Kreta konden de Britten in mei 1941 nog enige tijd heftig verzet bieden.
Op 30 november 1939 viel de Sovjet-Unie Finland binnen. In juni 1940 bezette de Sovjet-Unie de Baltische landen Litouwen, Letland en Estland. Het annexeerde tevens Bessarabië en Noord-Boekovina van Roemenië.

Op 22 juni 1941 voerden de Duitsers onder de codenaam Operatie Barbarossa een verrassingsaanval uit tegen hun voormalige Sovjet-bondgenoten. Het Duitse leger behaalde grote overwinningen, maar kon Moskou voor de winter niet innemen. Er werd een beleg voor Leningrad geslagen. De Duitse troepen, niet voorbereid op de winter, leden verschrikkelijk. Desondanks wisten zij een Russisch winteroffensief met weinig terreinverlies te doorstaan. In de zomer van 1942 wisten zij tegenover veel grotere sovjetlegers hun opmars te hervatten.


Duitsland bezette in 1940 ook de Baltische staten
Eind 1942 keerde het tij echter definitief. Het Zesde Leger raakte omsingeld in Stalingrad, naar zou blijken voorgoed. In het Middellandse Zee gebied werd het Duitse Afrika-korps bij El Alamein in oktober 1942 tot staan gebracht en verslagen. Het gevreesde Duitse U-bootwapen, dat zo'n zware tol had geëist van transatlantische konvooien naar Engeland en Rusland, werd in mei 1943 onder controle gebracht. De Slag om Stalingrad, die pas eindigde op 2 februari 1943, betekende militair een keerpunt aan het Oostfront, dat zelfs de Duitse

Twee trouwe bondgenoten: Hitler en Mussolini
propaganda-machine niet verborgen kon houden. Het leidde tot een massale mobilisatie van het Duitse volk voor de 'totale oorlog'.

Na de Japanse aanval op de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op 7 december 1941 werd Amerika betrokken in de strijd tegen de As-mogendheden waardoor het Europees conflict een oorlog op wereldschaal werd. De Amerikanen landden in Noord Afrika in november 1942 (Operatie Toorts) en de geallieerden wisten na het verdrijven van de asmogendheden in mei 1943 uit Noord-Afrika in Italië te landen.


Twee verzetsstrijders in Nazi-Duitsland: Von Stauffenberg en Moltke
Binnenlands was weinig verzet tegen het Nazisme, maar dit was niet geheel afwezig. De oude Pruisische militaire staf was niet alleen ongelukkig met de wijze waarop Hitler steeds meer de militaire leiding van de oorlog naar zich toe trok. Ze was ook verbolgen over de wijze waarop al bij de inval in Polen allerlei oorlogsmisdaden werden begaan. Een aanslag op Hitler door Von Stauffenberg en de hierop volgende staatsgreep mislukte.

In 1944 was duidelijk dat Duitsland de oorlog militair aan het verliezen was. Aan het oostfront rukten de Sovjetlegers op tot de grens met Polen. Op 6 juni openden de geallieerden een nieuw front in Frankrijk met de Landing in Normandië. Een laatste Duitse tegenaanval in het westen in december 1944, het Ardennenoffensief, mislukte. De Duitse bevolking leed enorm onder het oorlogsgeweld. Door de dagelijkse bombardementen op de Duitse grote steden kwamen 760.000 burgers om het leven. de oorlog eindigde met de overgave van Duitsland op 7 mei 1945.


In Potsdam werd de toekomst van het na-oorlogse Duitsland bepaald

In juli/augustus 1945 kwamen de overwinnaars van de oorlog in Potsdam samen en werd de geallieerde bezetting in Duitsland, met als doel de demilitarisatie, de denazificatie en de democratisering van het land, georganiseerd. Oostenrijk werd weer losgemaakt van Duitsland en voor eeuwig neutraal verklaard; tot op de dag van vandaag is het geen lid van een militair bondgenootschap. De gebieden ten oosten van de rivieren Oder en Neisse werden onder Pools bestuur geplaatst. De in het Westen

Blijvend symbool van de verwoesting van de oorlog: de Kaiser Wilhelm Gedächtniskirche in Berlijn
tijdens de oorlog geannexeerde gebieden, het Franse Elzas-Lotharingen, de Belgische Oostkantons en het Groothertogdom Luxemburg kregen hun vooroorlogse status terug.

Het overblijvende deel van Duitsland werd in vier bezettingzones opgedeeld. De hoofdstad Berlijn werd in vier sectoren verdeeld. Voor het hele land werd het bestuur waargenomen door de Geallieerde Controleraad, en Berlijn werd bestuurd door een gemeenschappelijk stadsbestuur van de vier machten, met aan het hoofd een geallieerd commando. De herinrichting van de Duitse 'Länder' en democratische partijen begon.


De Duitse mark, basis voor het Wirtschafts-wunder
Op 20 juni 1948 vond in de westelijke zones een grote munthervorming plaats: de Westmark werd ingevoerd. Deze munthervorming zou de basis leggen voor het latere Wirtschaftswunder. In de sovjet-zone werd eveneens een nieuwe munt (DDR-mark) ingevoerd. Toen de westelijke geallieerden op 24 juni de Westmark ook in West-Berlijn invoerden, reageerden de Sovjets met de blokkade van Berlijn, die tot mei 1949 zou duren. In die tijd werd het westelijke deel van de stad via een luchtbrug verzorgd.


Monument voor de geallieerde luchtbrug
Op 10 juli 1948 besloten de minister-presidenten in het berghotel op de Rittersturz bij Koblenz tot de oprichting van de bondsrepubliek Duitsland. In het 'Altes Schloss Herrenchiemsee' kwam van 10 tot 23 augustus 1948 een 'Sachverständigen-Ausschuss für Verfassungsfragen' samen, die een ontwerp-grondwet maakte die later als discussiebasis door de Parlamentarische Rat gebruikt werd. De Parlamentarische Rat kwam op 1 september 1948 onder voorzitterschap van Konrad Adenauer in het

Koblenz
Museum Alexander Koenig in Bonn voor het eerst samen. Alle volgende zittingen vonden in de aula van de Pädagogischen Akademie, het latere Bundeshaus, plaats. De raad werkte de grondwet verder uit.

De Bondsrepubliek werd een federale parlementaire democratie. De BRD werd opgericht op 23 mei 1949 als samenvoeging van de Franse, Britse en Amerikaanse bezettingszones. West-Duitsland werd volledig onafhankelijk verklaard op 5 mei 1955, met Bonn als hoofdstad. Het grootste gedeelte van het vroegere bezettingsleger werd echter niet teruggeroepen, voornamelijk om het land te beschermen tegen de bedreiging van de Sovjet-Unie.


Konrad Adenauer
West-Duitsland trad toe tot de NAVO op 9 mei 1955 en was een van de oprichters van de EEG. De natie werd vervolgens een frontlijnstaat in de Koude Oorlog door zijn belangrijke positie tussen de landen van het Warschaupact. De vroegere Duitse hoofdstad, Berlijn, werd eveneens verdeeld tussen Oost- en West-Duitsland, waardoor het westelijke gedeelte een enclave binnen de Duitse Democratische Republiek was.


Jarenlang hèt statussymbool in de DDR: de Trabant
Na de val van de Berlijnse Muur op 9 november 1989 werd de hereniging van de beide Duitslanden snel geregeld. Dit werd formeel voltrokken op 3 oktober 1990, en de vier bezettende machten trokken zich officieel terug op 15 maart 1991.

Intussen was op 7 oktober 1949 de DDR, de Deutsche Demokratische Republik, opgericht, met Wilhelm Pieck als president en Otto Grotewohl als ministerpresident. Tot 1971 oefende de algemeen secretaris van de SED, Walter Ulbricht, de feitelijke macht in de DDR uit. De hoofdstad was Oost-Berlijn.


17 juni 1953: volksopstand in Berlijn
In mei 1953 besloot de SED tot verhoging van de arbeidsnormen. Dit riep weerstand op. Het poliburo van de SED oefende zelfkritiek uit en kwam met een 'nieuwe koers'. Op 17 juni kwam het tot een volksopstand, die met behulp van Sovjettroepen werd neergeslagen.
In de periode van 1949 tot 1961 ontvluchtten ca. 3 miljoen mensen de DDR. Om een verder leegbloeden van de DDR te verhinderen, sloot de DDR op 13 augustus 1961 de grens met West-Berlijn door de Berlijnse Muur af. Berlijn zou bijna 30 jaar lang een gedeelde stad worden.


In de DDR gold de muur niet om burgers binnen te houden, maar het fascisme buiten
In de zomer en herfst van 1989 vluchtten steeds meer DDR-burgers via Hongarije, dat op 2 mei zijn grens met Oostenrijk geopend had, naar de BRD. De zich verslechterende economische omstandigheden en de vervlogen hoop op meer vrijheid leidde in het na de vredesgebeden van de Evangelisch-

Lutherse Kerk tot protestdemonstraties die vooral in Leipzig zeer snel tot grote, vreedzame demonstraties uitgroeiden. Op 18 oktober trad Honecker af, enkele dagen later gevolgd door de gehele DDR-regering. Op 9 november werd de Berlijnse Muur geopend. De vreedzame maandagavonddemonstraties door de DDR-

Bondskanselier Willi Brandt heeft toenadering gezocht tot de DDR
bevolking leidden hierna tot de ineenstorting van het SED-regime. Op 3 oktober 1990 werd het Einigungsvertrag, dat de opname van de DDR in de Bondsrepubliek regelde, getekend.

In het oude Oost-Duitsland is sinds de Wende enorm geïnvesteerd in verbetering van de infrastructuur, en enkele regio's hebben zich goed ontwikkeld. Desondanks is de werkloosheid hier hoog. Dit heeft tot gevolg dat veel jonge mensen naar het westen van Duitsland trekken. Het heeft rechts-extremistische tendensen versterkt. Ook de opvolger van de SED, de PDS heeft veel aanhang.


President Johannes Rau
In 1991 werd tot verhuizing van de regering van Bonn naar Berlijn besloten, een verhuizing die in 1999 werd afgesloten. 1994 zag Roman Herzog als opvolger van Richard von Weizsäcker als Bondspresident. Hij werd in 1999 door Johannes Rau opgevolgd, die in 2004 door Horst Köhler werd afgelost.

Landschapsschoon
Duitsland heeft toeristen bijzonder veel te bieden. Vlak over de grens bij Limburg begint bijvoorbeeld de Eiffel, een zachtglooiend landschap van oude vulkanen. Zuidelijker wordt dit gebied doorsneden door de Moezel, waarvan het dal wel het mooiste van heel Europa genoemd wordt. Maar ook het Sauerland, de Harz, het Zwarte Woud en de Beierse Alpen zijn een geliefde bestemming. Bijzonder mooi is ook de omgeving van de Bodensee,


Meersburg
op de grens met Oostenrijk en Zwitserland. Konstanz, Meersburg en Friedrichshafen zijn hier de belangrijkste plaatsen, waarbij de laatste het industriële centrum van het gebied is. De Duitse vliegtuigindustrie heeft zich hier ontwikkeld, met de beroemde fabrieken van Zeppelin en Dornier.

Duitsland telt vele honderden burchten en kastelen, allemaal authentiek. Doordat het land in het verleden zoveel vorstendommen en adellijke families kende, is ook het aantal burchten bijzonder groot. Het beroemdste kasteel van Duitsland, Neuschwanstein, is


Koning Ludwig II en Schloß Neuschwanstein
echter pas ruim honderd jaar oud. Het werd in opdracht van koning Ludwig II van Beieren gebouwd naar ontwerp van een toneelbouwer, als decor voor zijn geliefde opera's van Richard Wagner. De bouw van het pronkkasteel, bovenop een bergtop in de Beierse Alpen, kostte zóveel geld dat de rijksbegroting van Beieren in gevaar kwam en Ludwig

Lichtenstein
moest aftreden. Het kasteel inspireerde Walt Disney voor zijn Doornroosjekastelen in de Disneyland parken. Een van de mooiste paleizen in Duitsland is het slot Sanssouci in Postdam, vlakbij Berlijn. Dit paleis werd in de 18de eeuw als zomerresidentie gebouwd door Frederik de Grote, en geldt als hèt

Sanssouci bij Potsdam
voorbeeld van Duitse Rococo architectuur. Voor Nederlanders is een bezoek aan Schloß Arolsen in de plaats Arolsen een aanrader: het is nog steeds in bezit van onze koninklijke familie. Hier groeide namelijk Emma van Waldeck-Pyrmont als meisje op, de latere vrouw van onze koning Willem III. De Eiffel kent in Duitsland de grootste dichtheid aan burchten en ruïnes.

Duitsland culinair
Tussen de Noordzee en de Alpen telt Duitsland meer dan 1200 brouwerijen die zo'n 5000 verschillende biersoorten produceren. Even veelzijdig als het bier is ook het eten in Duitsland: of je nu de verse vis van de traditionele Hamburgse vismarkt neemt of de aardappels, die sinds de 18e eeuw als gekookte aardappel, in de stoofpot of als aardappelkoek op geen enkele menukaart ontbreken. Maar wat zou Duitsland zijn zonder z'n worst, die


Al sinds de Romeinse tijd is wijnbouw belangrijk in Duitsland
met veel mosterd als kookworst, rookworst, verse worst of braadworst op tafel komt? Bij het ontbijt of de broodmaaltijd hoort een van de 300 gezonde broodsoorten, en voor hun klein- en fijngebak zijn de Duitse bakkers al sinds lang beroemd. Tussendoor wordt steeds weer natuurlijk mineraalwater gedronken. Het borrelt hier uit 550 bronnen

Een beroemde druivensoort: Riesling
omhoog. De ware kenner spreekt zich echter lovend uit over de Duitse wijn, die nu eens droog is, dan weer zacht op de tong, maar steeds licht en fijnbesnaard als nergens anders op de wereld. Maar nog voordat een druppel wijn de tong streelt, geniet het oog reeds van alle kostelijkheden op tafel. En na het eten mag een schnaps niet ontbreken. In het Duits zegt men: eten en drinken houdt lichaam en ziel bijeen.

Kunst en cultuur


Johann Sebastian Bach
Duitsland is op de eerste plaats het land van de grote componisten. Johann Sebastian Bach (en zonen), Ludwig van Beethoven, Wolfgang Amadeus Mozart, Johannes Brahms, Richard Wagner, Felix Mendelssohn Bartholdy, Carl Orff, Robert Schumann en Georg Friedrich Händel, het is slechts een kleine greep uit het enorme aantal beroemde namen. De Berliner Philharmoniker, groot gemaakt door de

Beethoven
legendarische dirigent Herbert von Karajan, behoort al jaren tot de wereldtop.
Ook in het lichtere muziekgenre ken Duitsland bekende namen zoals Udo Jürgens, Kurt Weil, een groot aantal Schlagerzangers en niet te vergeten James Last die, ondanks zijn Engelse artiestennaam, toch een rasechte Duitser is.


Goethe
Naast muziek neemt literatuur een belangrijke plaats in het Duitse erfgoed in. Duitsland is het land van dichters en denkers. De woorden van grote schrijvers als Goethe en Schiller raken ook nu nog hart en geest van de mensen. Hetzelfde geldt voor de sprookjes

De gebroeders Grimm
van de gebroeders Grimm. Maar ook de 20ste eeuw heeft beroemde auteurs voortgebracht, zoals bijvoorbeeld Thomas Mann, Bertolt Brecht en Günter Grass. Hun werken inspireren zowel in boekvorm als in het theater. Wist u trouwens dat de boekdrukkunst ook een Duitse uitvinding is? (Volgens de Duitsers).


Hans Holbein
In de schilderkunst heeft Duitsland niet zoveel beroemde namen voortgebracht. Toch mogen Albrecht Dürer en Hans Holbein niet in dit overzicht ontbreken. In de architectuur hebben een aantal beroemde stijlen hun oorsprong in Duitsland. Romeinse thermen, middeleeuwse kloosters, gotische kathedralen, barokke paleizen, villa´s in Jugendstil, industriële gebouwen van begin vorige eeuw en natuurlijk de Bauhaus-gebouwen, die

Het Zwinger in Dresden, in de oorlog vrijwel verwoest maar nu weer gerestaureerd
meesterwerken uit het begin van de Moderne Periode, dit alles is een lust voor het oog. Veel van deze bouwwerken zijn door de UNESCO beschermd als werelderfgoed.

Duitsland kent vele grote steden en pittoreske stadjes die alle een bezoek waard zijn. Helaas doen veel steden nogal modern aan, omdat zware bombardementen in het laatste jaar van de Tweede


De Dom van Keulen
Wereldoorlog een flink deel van de grote steden verwoestten. Berlijn lag voor meer dan 80% in puin, maar ook steden als Dresden, Hamburg, Koblenz, München en Leipzig kregen het zwaar te verduren. Wonderwel bleef de Dom van Keulen goeddeels gespaard, omdat de geallieerden deze kathedraal als oriëntatiepunt gebruikten. Veel cultureel erfgoed is gelukkig weer opgebouwd of gerestaureerd, zodat er in de steden weer van heel wat moois te genieten valt.


Rothenburg ob der Tauber
Op veel plekken zie je de zgn. 'vakwerkhuizen', met name in dorpen en op het platteland. Beroemd is het stadje Rothenburg ob der Tauber (bij Nürnberg), dat nog helemaal in middeleeuwse staat verkeert. Het is een grote toeristentrekker, en vaak zie je foto's van Rothenburg op kalenders en dergelijke.

Duitse koloniën
Omdat de afzonderlijke Duitse staten geen of nauwelijks een zeemacht bezaten kon men pas aan modern imperialisme beginnen toen het Duitse


Keizerrijk was gesticht. De eerste koloniën werden vanaf 1884 verworven door private maatschappijen, die ze later aan de staat overdroegen. Pas rond 1900 bezat het Keizerrijk een koloniaal rijk dat zich enigszins

Adolf Lüderitz
kon meten met dat van andere Europese landen, hoewel het kleiner en van veel minder belang was. Allereerst kwam in april 1884 Duits Zuidwest-Afrika, verworven door Adolf Lüderitz, onder Duitse bescherming te staan. In juli volgden Togoland en Kameroen, en in februari 1885 Duits Oost-Afrika. De in 1888 aan de macht gekomen keizer Wilhelm II achtte het bezit van een koloniaal rijk absoluut

Het Keizerlijke jacht SMS Hohenzollern
noodzakelijk. Het rijk stelde in dat jaar Nauru onder zijn 'protectie', in 1898 de Chinese stad Jiaozhou (Kiautschou) en in 1899 de Carolinen, Marianen, Palau en Samoa.

De Duitse koloniale gebieden werden pas rendabel tegen de tijd dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. In deze oorlog werden buiten Oost-Afrika alle koloniën veroverd. Duitsland raakte met het Verdrag van Versailles in 1919 zijn koloniale rijk definitief kwijt.

Duitsland en de posthistorie


Franz von Taxis
Tot slot een stukje postgeschiedenis, waarin Duitsland op sommige gebieden een cruciale rol heeft gespeeld. Belangrijk voor de ontwikkeling van het postwezen waren de vorsten van Thurn und Taxis, oorspronkelijk een Milanese familie, die al in de 15e eeuw in het Heilige Roomse Rijk en in Spanje een goed functionerende postdienst wist op te zetten. Met het geld dat het postverkeer opleverde werden gebieden in Duitsland aangekocht. In 1701 werd de familie tijdens de Spaanse

Posthuis bij Augsburg van de Thurn und Taxis postdienst
Successieoorlog uit de Nederlanden verdreven en men vestigde zich in Frankfurt am Main, waar het Paleis Thurn und Taxis werd gebouwd. In 1867 stond de familie de laatste postrechten tegen een vergoeding van drie miljoen taler af aan Pruisen, dat de posterijen nationaliseerde.

Een andere bekende naam uit de Duitse postgeschiedenis is die van Heinrich von Stephan, de postdirecteur die de moeilijke taak had om in het


Heinrich von Stephan
nieuwe keizerrijk de portdiensten en -tarieven van de voormalige 17 zelfstandige staten op elkaar af te stemmen. Hij was de initiator en oprichter van de Universal Postal Union in 1874, waarbij gedegen afspraken over internationaal postverkeer werden overeengekomen. In 1877 introduceerde hij de telefoon in Duitsland. Zijn invloed op de standaardisatie van het internationaal postverkeer is van grote betekenis geweest.


Duitsland is een land dat absoluut een bezoek waard is. Het heeft toeristen bijzonder veel te bieden, het eten is er in vergelijking met Nederland beslist goedkoop en de rijke historie ligt er als het ware voor het oprapen. Overweldigend natuurschoon, vriendelijke toeristenplaatsjes en uitstekende infrastructuur zorgen dat u zich in Duitsland snel thuis voelt. Auf Wiedersehen in Deutschland!

Ton Vis