Helgoland, parel van de Noordzee

Verzamelaars van Duitsland en Duitse gebieden zijn ze ongetwijfeld vaak tegengekomen, de in rood, wit en groen uitgevoerde postzegels van Helgoland. Zegels van een Duits eiland, maar met een reliëf-afbeelding van de Britse vorstin Victoria. Het is een intrigerend gegeven, temeer daar de zegels van Helgoland zowel in de Duitse Michel als in de Engelse Stanley Gibbons-catalogi staan opgenomen. Het hoe en waarom hoop ik u in dit artikel duidelijk te maken.


Oude ansichtkaart van Helgoland, uit het begin van de vorige eeuw
Helgoland (door de Britten 'Heligoland' genoemd), bestaat uit twee kleine eilanden in de Duitse Bocht, zo'n 62 kilometer ten noordwesten van de Elbemonding, 55 kilometer vanaf de kust van Nedersaksen bij Cuxhafen en ca. 43 kilometer vanuit de Deense kust. Het behoort niet tot de waddeneilanden, als enige eiland in de zuidelijke Noordzee rijst het met rode rotsen, die tot wel 60 meter hoog zijn, uit het water op en heeft het geen zand- of duinkust. Het 'Hauptinsel' heeft een oppervlakte van ongeveer 1 km2, terwijl oostelijk daarvan het eiland 'Düne' 0,7 km2 groot is. Düne is onbewoond, op het hoofdeiland wonen ruim 1300 mensen.


Helgoland op een Duitse zegel (Mi. 746)
De zo specifieke klifrotsen van Helgoland zijn honderden miljoenen jaren geleden ontstaan, toen diepliggende zoutlagen door warmte en vocht gingen uitzetten en de daarboven liggende lagen gesteenten omhoog drukten. De rotsen van Helgoland bestaan uit bruinrood gekleurd zandsteen met een hoog ijzergehalte. Door verwering en oxidatie (roest) kreeg het gesteente zijn specifieke rode kleur. Zandsteen is niet bijzonder hard zoals basalt of graniet, waardoor het onder invloed van wind, regen en de nooit aflatende branding sterk verweert. Kenmerkend voor de Helgolandse rotskust is de vorming van vooruitspringende rotsformaties, die door invloed van wind en zee op den duur los in zee komen te staan. De bekendste van deze 'rotszuilen' is de Lange Anna, 48 meter hoog en de enige die tot nu toe is blijven staan.

Tot het begin van de 20ste eeuw verloor het eiland elk jaar door verwering van de kust een behoorlijk stuk van z'n oppervlakte. Al aan


Originele brief uit 1880 van Helgoland naar Californië. Op een veiling brengt een dergelijk stuk vele duizenden euro's op.
het eind van de 19de eeuw werden plannen gemaakt om met name het westelijk deel van de kust te versterken, mede omdat men op Helgoland een militaire basis wilde vestigen. In 1903 werd begonnen met de bouw van een beschermmuur aan de westzijde van het eiland, een werk dat pas in 1927 gereed was. Toch houdt het een verdere verwering van de rotskust niet helemaal tegen.

Archeologische vondsten op het eiland hebben uitgewezen dat Helgoland al in de jonge steentijd door mensen werd bewoond. Het vermoeden bestaat dat het eiland vroeger met het vaste land verbonden was, maar door stijging van de zeespiegel rond 4000 v.Chr. door water werd omgeven.

In de 7de eeuw was Helgoland bewoond door Friezen. In de heiligenlegende van de Utrechtse bisschop Willibrord komt een passage voor over het verblijf van de Friese koning Radboud op Helgoland, waarbij gesproken wordt over verering van de Friese god Forseti die op dit eiland zou wonen. Willibrord probeerde tevergeefs tussen 690 en 714 de Friezen op Helgoland te kerstenen.
Pas 100 jaar later lukte het Bisschop Liudger uit Münster de Helgolanders tot het Christendom te bekeren. Hij liet alle heiligsommen van Forseti vernietigen en wijdde Landicius, een zoon van de hoofdman van Helgoland, tot priester. Daarmee was het eiland eerder bekeerd dan de omliggende regio, Noord-Duitsland en Denemarken. In deze periode is ook de naam 'Heiligland' voor het eiland ontstaan, waar later de huidige naam Helgoland van is afgeleid.


De eerste vier Helgoland-zegels uit 1867, met waarden in Hamburgse Schillingen
In de latere Middeleeuwen gold het eiland als een piratennest. Er wordt aangenomen dat de legendarische piraat Störtebeker het eiland als uitvalsbasis gebruikte, tot een vloot uit Hamburg in 1401 bij een zeeslag in de buurt van Helgoland deze piraat gevangen wist te nemen.

Net als heel Noordfriesland stond Helgoland in de 12de en 13de eeuw onder de Deense kroon. Vanaf de 14de eeuw gold het als deel van het Hertogdom Sleeswijk. Toen in de grote noordduitse oorlog tussen 1713 en 1721 het Hertogdom Sleeswijk-Holstein-Gottorf teruggebracht werd tot de Holsteiner landsgrenzen en moest afzien van het Sleeswijkse gebiedsdeel, verviel Helgoland samen met Sleeswijk weer aan de Deense kroon. Tijdens het continentale stelsel, dat Napoleon tussen 1806 en 1814 instelde en waarbij alle handel tussen het continent en Engeland verboden werd, ontwikkelde Helgoland zich tot een levendige smokkelplaats. In 1720 verwoestte een stormvloed de landengte tussen het hoofdeiland en het oostelijker gelegen Witte Kliff, dat uit kalkrotsen bestond. Door sterke verwering verdwenen de kalkrotsen maar zette zand er zich op af, waardoor het nu voor het toerisme zo belangrijke eilanddeel 'Düne' zich kon ontwikkelen.


Postkaart uit Helgoland, in 1885 verstuurd naar Hamburg
In 1807 bezetten Britse troepen het eiland, en lijfden het als kolonie van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland in. Bij de Vrede van Kiel in 1814 werd Helgoland definitief aan de Britten toegewezen. Vanaf 1826 werd Helgoland langzamerhand een toeristische trekpleister, allereerst waren het schrijvers en intellectuelen die voor de rust naar het eiland kwamen. Heinrich Heine roemde het eiland, en ook de uitgave van het 'Helgolanderbuch' van Ludolf Wienbarg maakte het eiland in bredere kringen bekend. De dichter Hoffmann von Fallersleben maakte tijdens een verblijf op Helgoland in 1841 het gedicht 'Das Lied der Deutschen' op een melodie van Joseph Haydn uit 1797, wat we heden ten dage -met kleine aanpassingen- kennen als het Duitse volkslied. In de jaren '50 van de 19de eeuw bereikte de belangstelling voor Helgoland als reisdoel een hoogtepunt.

Toeristische propagandazegels voor Helgoland uit 1914
In 1864 vond er voor Helgoland een zeegevecht plaats tussen Oostenrijk en Denemarken. Ook de Frans-Duitse oorlog van 1870/1871 ging niet helemaal aan Helgoland voorbij: een Franse vloot trachtte op het eiland loodsen te werven voor aanvallen op de Duitse kust. Helgolanders wezen de verzoeken af, zij waren toch meer op de hand van Duitsland.

In 1890 sloot Groot-Brittannië met Duitsland het zgn. 'Helgoland-Zanzibar-Verdrag', waardoor het eiland bij het Duitse keizerrijk gevoegd werd. Zelfs in het verre Oostenrijk werd dit bejubeld: Anton Bruckner componeerde in 1893 zijn werk 'Helgoland' voor mannenkoor en orkest, op een tekst van August Silberstein. Duitsland liet in ruil zijn aanspraken op gebieden in Oost-Afrika varen (o.a. het eiland Zanzibar) en kreeg daarvoor Helgoland terug. De bevolking van het eiland had hierin geen enkele inspraak.


In 1940 werd filatelistisch herdacht dat Helgoland alweer 50 jaar bij Duitsland hoorde
Al spoedig veranderde het karakter van het eiland. Keizer Wilhelm II liet Helgoland, dat in de buurt van de monding van het nieuw gegraven Noord-Oostzeekanaal ligt, tot een marinesteunpunt uitbouwen. In de wateren rond Helgoland vonden in de Eerste Wereldoorlog enkele grote zeeslagen plaats, en wel in 1914 en 1917. Kort na het uitbreken van de oorlog werden de eilandbewoners geëvacueerd en pas in 1918 kon men weer naar het eiland terugkeren. De militaire installaties werden ontmanteld maar niet vernietigd, en vanaf 1935 werden deze door de Nazi's opnieuw opgebouwd en versterkt.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Helgoland een belangrijke marinehaven voor de Duitsers, met name voor de vloot van U-boten. Door de ontwikkeling van de luchtmacht werd de marine in het krijgsgebeuren van steeds minder belang, waardoor ook de


Vanaf 1869 werden de zegels getand uitgegeven
strategische betekenis van Helgoland terugliep. Kort voor het einde van de oorlog, de geallieerden stonden al voor Bremen, probeerde een groep van 15 Helgolanders door met de Britten contact op te nemen een bombardement van hun eiland te voorkomen. Zij werden echter verraden en door de Gestapo op 18 april 1945 gearresteerd. Zeven van hen werden op 21 april in Cuxhafen gefusilleerd. Helgoland kreeg een zwaar bombardement te verduren op 18 april 1945, waardoor het eiland onbewoonbaar werd en de bevolking geëvacueerd moest worden. Veel Helgolanders vestigden zich op het waddeneiland Sylt, waar zij hun belangrijkste bedrijfstak, de visvangst, konden blijven uitoefenen.


Helgoland Mi. nr. 8, links origineel, rechts foutdruk in gespiegelde kleuren (8F)
Op 18 april 1947 vernietigden de Britten met de grootste niet-nucleaire ontploffing uit de geschiedenis de militaire installaties op Helgoland. Niet minder dan 6.700 ton springstof was in de U-boot bunker, het tunnellabyrint in de zuidelijke rotspunt en bij de kustbatterijen aangebracht, dat exact om 13:00 uur tot ontploffing werd gebracht. Tonnen gesteente vloog de lucht in, gelukkig werd hierbij niet het hele eiland vernietigd. De haven bleef grotendeels intact en ook de beschermmuur liep geen grote schade op. Tot 1952 bleef Helgoland een militair spergebied en oefenterrein voor de Royal Air Force. In deze periode werd het eiland door de Britse soldaten sarcastisch 'Hell-go-land' genoemd, het land dat naar de hel gaat.


Op 1 maart 1952 werd Helgoland weer aan de Duitsers teruggegeven
De geëvacueerde Helgolanders ondernamen verschillende initiatieven om het eiland weer terug te krijgen. Al in 1948 werd de Verenigde Naties om hulp gevraagd, en er werden verzoekschriften gestuurd naar de Paus, het Britse Lagerhuis en de nieuwe Bondsregering. Op 20 december 1950 beklommen twee studenten uit Heidelberg de rots van Helgoland en hesen daar de Duitse vlag. Nadat de Bondsregering in januari 1951 eenstemmig het eiland had teruggevorderd gaven de Britten op 1 maart 1952 Helgoland weer aan de Bondsrepubliek Duitsland terug. De bevolking kon terugkeren. Na de wederopbouw leven de eilandbewoners voornamelijk van het toerisme en belastingvrije verkoop. Helgoland werd in 1962 door de Duitse staat officieel als Noordzee-kuuroord erkend. Op het eiland zijn ca. 2000 bedden voor toeristen beschikbaar. Op Düne bevindt zich de kleine luchthaven

De karakteristieke rode rotsen van Helgoland (Mi. nr. 874)
Helgoland-Düne, die in een vlucht van ongeveer 20 à 30 minuten vanaf het Duitse vasteland te bereiken is.

Motorvoertuigen en fietsen zijn op Helgoland verboden, alleen reddingsdiensten zoals Politie, Brandweer en Douane beschikken over een voertuig. Op Helgoland gaat iedereen te voet, als dat bezwaarlijk is staan er elektrisch aangedreven karretjes ter beschikking.

De postzegels van Helgoland
Al sinds 1796, toen Helgoland nog onder Deens bestuur stond, was er een Hamburgs postagentschap op het eiland gevestigd. Dit bleef in bedrijf nadat Helgoland in 1814 in Brits bezit kwam. Vanaf 1834 was er een wekelijkse post- en passagiersdienst per boot naar het vasteland, vanaf 1856 werd er meerdere keren per week een postdienst op Hamburg onderhouden. Zowel uit deze voorfilatelistische tijd als later gefrankeerd met Helgoland-postzegels zijn er verschillende brieven bekend.


Zegels uitgegeven in 1875, met links de waarde in Engelse muntsoort en rechts in de Duitse

In de tijd dat Helgoland door de Britten werden bestuurd zijn er ongeveer 20 postzegels uitgegeven. Tussen 1867 en 1890 was er een nogal ingewikkelde postale constructie van kracht, waarbij de postale verantwoording en afhandeling in Hamburg lag (en aan het Duitse Rijk na de eenwording in 1872), de postzegels gedrukt werden door een Pruisische drukkerij (en de Reichsdrückerei na 1872), voor een duitssprekende bevolking. Toch droegen de zegels de beeltenis van de Britse vorstin Victoria.

Oorspronkelijk werd de waarde alleen aangegeven in Hamburgse Schilling, na 1865 werd zowel de Duitse als de Engelse waarde op de zegels vermeld, dit zijn de zgn. Farthing/Pfennig uitgaven. De zegels zijn alle uitgegeven in de kleuren van Helgoland, groen, rood en wit, met het portret van Victoria in hoogdruk (embossed) in het middenvak.


Blokje van Mi. nr. 12a, met origineel stempel Helgoland
Nadat in 1890 Helgoland weer volledig Duits was geworden en voor postaal verkeer alleen Duitse zegels werden gebruikt, werd Helgoland een zgn. afgesloten verzamelgebied en daardoor machtig interessant voor filatelisten.

Van elke uitgebrachte zegel zijn er wel tot acht maal toe nieuwe oplagen gedrukt. Daarnaast zijn er tussen 1875 en 1895 grote aantallen herdruk-ken gemaakt van de originele platen, die bekend staan als de herdrukken uit Berlijn, Leipzig en Hamburg. De Berlijnse herdrukken zijn soms van een betere kwaliteit dan de originele uitgaven. Er zijn dus naast de officiële heruitgaven ook semi-officiële en soms puur


In 1876 verschenen voor het eerst zegels zonder Koningin Victoria, maar met een gekroond landswapen (Mi. 17 en 18)
particuliere nadrukken, het zou daarom te simpel zijn om alle herdrukken af te doen als 'vervalsingen'. Er zijn ruim anderhalf miljoen 'echte' postzegels gedrukt, waarvan ongeveer de helft ooit postaal is gebruikt. De rest werd aan handelaren verkocht en vond een weg naar particuliere verzamelaars. Van de her- en nadrukken bestaan er ongeveer 7 miljoen, afhankelijk van welke bron je daarvoor hanteert.

Het zal duidelijk zijn dat echt postaal gebruikte zegels van Helgoland een zeldzaamheid zijn. Postverkeer op het eiland was er nauwelijks, als je iemand al een brief schreef dan kon je hem deze makkelijk persoonlijk overhandigen. Brieven waren daarom alleen bestemd voor het vasteland of landen buiten Duitsland, waarvoor de post eerst per schip overgebracht werd naar Hamburg vanwaaruit de verdere verzending plaatsvond.


In 1879 verschenen de laatste zegels van Helgoland, met waardecijfer in een versierd veld
Gebruikte zegels van Helgoland zijn schaars en daarom kostbaar, dit in tegenstelling tot ongebruikte exemplaren (al dan niet een her- of nadruk) die rijkelijk in de markt circuleren. Vervalsingen, met name van stempels, komen daarom veelvuldig voor, pas daarom goed op bij de aanschaf van een dure, gebruikte zegels van Helgoland. Zo zijn er niet alleen valse stempels op echte zegels, maar ook echte stempels op vervalste exemplaren. Voor iemand die niet heel goed ingevoerd is in dit onderwerp is het verstandig alleen op echtheid gekeurde zegels te kopen.

Het is ondoenlijk om in een artikel als dit alle zegels, her- en nadrukken te catalogiseren. Verzamelaars die zich in dit onderwerp willen specialiseren kunnen gebruik maken van de Michel Deutschland Spezial Katalog en het boek 'Helgoland Philatelie' van Helmuth Lemberger aanschaffen. Ook op internet is de nodige informatie te halen, vooral via de site www.fritzwagner.com/helgoland/helgoland_stamps_intro.html. Laat u zich niet ontmoedigen, de zegels van Helgoland hebben een zekere charme en vormen een attractief filatelistisch gebied voor Duitsland-verzamelaars. Ik wens u veel plezier bij uw speurtocht naar zegels van Helgoland!

Ton Vis



Moderne luchtopname van Helgoland, gezien vanuit het noordwesten. Aan de zuidkant de haven, op enige afstand het eiland Düne.