O, dennenboom!

Nog maar enkele weken en dan staat er weer een in menig huiskamer te pronken: de kerstboom. Als sfeermaker is zo’n fraai opgetuigde boom


niet weg te denken uit onze kerstbeleving, je zou het kunnen zien als hèt symbool van de komende kerstdagen. Maar hoe is dat gebruik ontstaan, wat is de achtergrond van de traditie om ons huis op deze manier te versieren? In dit artikel hoop ik u daarover wat meer duidelijkheid te geven.

Het klinkt misschien vreemd, maar in oorsprong heeft de kerstboom niets met de geboorte van Christus, dus met Kerst, te maken. Al ver voor het begin van onze jaartelling vereerden primitieve Germaanse en Scandinavische stammen bomen in het bos. Het mysterieuze bos had een indertijd grote geheimen, denk maar aan


bosnimfen, trollen, kabouters en andere bosgeesten die in talloze verhalen en legenden voortleven. Druïden ontleenden een groot deel van hun kracht aan de verering van bomen, ook wisten zij er geneeskrachtige planten en kruiden te vinden. Rond het feest van de zonnewende, als na de langste nacht de dagen weer gingen lengen, werd een bijzondere boom (vaak een

oude eik) met linten versierd om de bosgeesten gunstig te stemmen. Ook haalde men wel een groenblijvende boom uit het heilige bos en plaatste men deze midden op het dorpsplein. De boom werd versierd met kaarsen als symbool van het nieuwe licht, maar ook met andere symbolen van nieuw leven en vruchtbaarheid.


De Romeinen kenden dit soort gebruiken ook bij de midwinterviering. Tijdens de festiviteiten rond Saturnalia, een viering die ter ere van de god Saturnus tussen 17 en 23 december werd gehouden, werden snoep, voedsel en geschenken uitgedeeld aan kinderen en armen. Maar ook werden de huizen in deze periode versierd met groene sparrentakken, ter viering van de vernieuwing van de natuur als voorbode van de lente. In het oude Egypte werden palmtakken gebruikt voor hetzelfde doel. Maar het plaatsen van een groenblijvende

Cadeautjes onder de kerstboom
boom in huis is een traditie die door Duitse volken werd geïntroduceerd en teruggaat tot ca. 700. Volgens de overlevering was het Maarten Luther die kaarsjes toevoegde aan de kerstboomversiering. Ook het gebruik van een van groene takken gevlochten adventskrans is een traditie die in Duitsland zijn oorsprong vindt.


Met zorg wordt een mooie boom uitgezocht
De in de Middeleeuwen zo populaire mirakelspelen hebben vermoedelijk ook flink bijgedragen aan het gebruik van de kerstboom. Een van de meest populaire spelen was gebaseerd op het scheppingsverhaal, met Adam en Eva in de Hof van Eden. Het spel werd doorgaans opgevoerd op 24 december, de feestdag van Adam en Eva in de oudchristelijke kerkelijke kalender. Er was natuurlijk wel een groene boom nodig, waaraan een rode appel was vastgemaakt. Omdat dit spel nog wel eens aanleiding gaf tot 'onzedelijk gedrag' werd het door de kerkelijke leiders in de 15e eeuw verboden.

Niettemin bleven veel mensen een 'paradijsboom' in hun huis plaatsen op 24 december.

Met name de katholieke kerk heeft zich altijd fel verzet tegen het gebruik van kerstbomen, waar het door kerkleiders werd afgedaan als heidens symbool. Des te opmerkelijker is het dat er sinds 1982 in de kersttijd een grote kerstboom op het Sint-Pietersplein in Rome staat. Kerstbomen zijn niet echt gebruikelijk in Italië, en het was dan ook een niet-Italiaanse Paus uit een noordeuropees land (Polen) die de


Een boom en hulst worden
uit het bos gehaald
versierde den introduceerde in Vaticaanstad. Nu wordt het als een bijzondere eer gezien om 'de kerstboom voor de Paus' te mogen leveren, een eer die elk jaar aan een andere Europese regio gegund wordt.
Overigens heeft de katholieke kerk uiteindelijk haar bewaren tegen de kerstboom laten varen, tegen een zo geliefd

Kerstboom naast de kerk
en weidverbreid volksgebruik viel niets te beginnen. De kerk heeft daarop haar eigen christelijke betekenis aan de boom gegeven. De driehoekige vorm van de kerstboom zou de heilige drie-eenheid vertegenwoordigen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.


De versierde kerstboom zoals wij die nu kennen ontstond in de 16e eeuw in Duitsland, aanvankelijk met name bij protestanten. Lange tijd konden alleen rijke mensen zich een gedecoreerde boom in huis veroorloven. Pas in de 19e eeuw verspreidde het gebruik zich onder een bredere laag van de bevolking en ook in andere landen. Men denkt dat rond 1840 de kerstboom voor het eerst in de Nederlandse huiskamer haar intrede deed.

Hoewel je wellicht anders zou denken, was de kerstboom in Engeland tot het begin van de 19e eeuw onbekend. Het was de Duitse prins


Feest rond de kerstboom
Albert van Saksen-Coburg en Gotha, in 1840 gehuwd met de jonge Koningin Victoria, die ter gelegenheid van kerst in 1841 de familie op Windsor Castle een volledig opgetuigde kerstboom cadeau deed. In de daaropvolgende jaren schonk hij ook vele kerstbomen aan scholen en kazernes. Een illustratie in een krant in 1848 van de koninklijke familie rond een kerstboom in Windsor Castle, gedecoreerd met handgeblazen glazen ornamenten, kaarsen en linten deed de rest, de kerstboom werd snel populair in het Verenigd Koninkrijk.


Kerstboomversiering in 1781, 1881 en 1981
In vroeger tijden zag een versierde kerstboom er bepaald anders uit dan nu. Aanvankelijk waren de versieringen simpel, strikjes en slingers van papier of gekleurde stof, vergulde noten en eikels, appeltjes, soms ook koekjes en figuurtjes gemaakt van stro. Ook werden vanillestokjes samengebonden (of als dat te duur was kleine bruine takjes) en in de boom gehangen. Ook

De hele familie helpt mee met het versieren van de boom
kleine kaarsen werden in de boom aangebracht, maar deze werden alléén op 24 december aangestoken, uiteraard onder streng toezicht en met een emmer water onder handbereik.

Het gebruik van glitter in de kerstboom begon ook in Duitsland, oorspronkelijk in de vorm van platjeslagen zilveren draadjes en stripjes. Volgens een overlevering was ooit de boom van een arme vrouw overdekt met spinnenwebben, en dat gaf


het Christuskind zoveel verdriet dat Hij de webben in zilver veranderde. De Duitsers versierden hun bomen verder met fruit, snoep, gebakjes, gekleurde papieren figuren, engeltjes van tin en andere ornamenten.

De kerstbal, tegenwoordig is een kerstboom haast niet denkbaar zonder, heeft zijn oorsprong in de glasblaaskunst in Oost-Europa. Deze ballen zijn doorzichtig of van binnen voorzien van een reflecterend laagje metaal, vaak zilver. Meestal is een kerstbal dan ook spiegelend. De oorsprong van de


kerstbal lijkt de heksenbal te zijn, die vroeger in huis aan de lamp hing of in de tuin in de borders lag. Doordat men geloofde dat heksen geen spiegelbeeld hadden, kon men via de spiegelende bal makkelijk een heks herkennen als die zich in huis bevond. Het gebruik van de heksenbal is al meer dan 300 jaar oud, en was vooral populair in de 18e eeuw in Engeland. De ballen werden opgehangen om vervloekingen, boze geesten en ongeluk af te weren.

De opzet was om een voorbij komende boze geest, die een mogelijk gevaar vormde voor de harmonie in huis, af te leiden. De geest wordt gehypnotiseerd door de schittering van de bal, en als hij deze aanraakt dan wordt hij geabsorbeerd en raakt gevangen in deze bal. Dat lijkt misschien vreemd, maar in veel oude sprookjes komen geesten in lampen en flessen voor, dus waarom ook niet in een bal? Vanwege hun kwetsbaarheid worden veel ballen nu van kunststof gemaakt, maar deze hebben niet zo’n fraaie schittering als glas.


Verlichte kerstboom bij het Witte Huis
Tegenwoordig gebruiken we geen echte kaarsen meer in de kerstboom, veel te gevaarlijk. In 1882 was Edward Johnson, een collega van Thomas Edison, de eerste die zijn kerstboom elektrisch verlichtte. Hij gebruikte hiervoor een streng met 80 kleine lampjes. Uiteraard konden alleen de rijken zich zoiets veroorloven, tot in 1903 de Ever-Ready Company in de VS de eerste kant-en-klare kerstboomverlichting aan één draad presenteerde.


Is er geen den of spar voorhanden, dan gebruik je gewoon een andere boom
Overigens is de boom die wij dennenboom noemen en als kerstboom gebruiken maar zelden een den. De populairste kerstboom is de fijnspar, Picea abies. Daarnaast is de Nordmann-spar (Abies nordmanniana) sterk in opkomst, doordat de naalden minder

snel uitvallen dan die van de fijnspar. Ook andere soorten uit de geslachten zilverspar, spar en Pseudotsuga (bijv. de douglasspar) worden als kerstboom gebruikt.
Het Duitse kerstlied 'O, Tannenbaum' is vertaald als O, dennenboom, wat vermoedelijk terecht is aangezien zowel spar als den in Oudnederlands woorden voor naaldboom waren. Tegenwoordig wordt de naam den meestal gereserveerd voor wat vroeger pijnboom heette (het geslacht Pinus).


De magie van Kerstmis
Tot zover enige wetenswaardigheden met betrekking tot de kerstboom. Wellicht denkt u nog eens terug aan dit artikel als u bezig bent met het opzetten en versieren van de kerstboom in uw woning. Ik hoop dat u ook dit jaar weer die moeite neemt, want niets is in de donkere kerstdagen een grotere sfeermaker dan de kerstboom! Fijne kerstdagen!

Ton Vis