De Maltezer Orde

Zoals u ongetwijfeld weet zijn er in de wereld vele religieuze groeperingen, orden en sekten, waarvan de meeste mensen zelfs van het bestaan niet afweten. Een van deze orden, die in vrijwel volstrekte anonimiteit opereert, heeft vele adellijken en zelfs leden van het Koninklijk Huis onder haar leden: de Maltezer Orde. In dit artikel de geschiedenis van deze organisatie, die vorig jaar haar 900-jarig bestaan vierde.

De orde vindt haar oorsprong in een hospitaal in Jeruzalem, dat in de 11de eeuw door Italiaanse kooplieden uit Amalfi werd opgericht om zieke pelgrims naar het Heilige Land te verplegen. Dit hospitaal was gewijd aan Johannes de Doper, een naam die nog steeds voortleeft in de huidige officiële naam van de Maltezer Orde: de 'Soevereine Militaire Hospitaal Orde van Sint Jan van Jeruzalem van Rhodos en Malta'. Tijdens de eerste kruistocht in 1099, waarbij Jeruzalem door de Christenen op de moslims veroverd werd, trof Godfried van Bouillon in dit hospitaal monniken en lekenbroeders aan die pelgrims verpleegden. De lekenbroeders werden bewapend om de pelgrims te beschermen, en zo ontstonden de Hospitaalridders van Sint Jan. De Johannieters, zoals ze later werden genoemd, groeide uit tot een machtig en zwaarbewapend ridderleger dat niet alleen de Christelijke nederzettingen in Palestina beschermde, maar ook beveiligde pleisterplaatsen stichtte langs de pelgrimsroute door Frankrijk en Italië naar het Heilige Land. Op 15 februari 1113 werd de orde erkend door Paus Pascal II, waarna de macht van de organisatie snel werd uitgebreid. De orde verwierf rijkdom en grondgebied, en combineerde de taak van het verzorgen van zieken met de voortdurende strijd tegen de Islam.

Toen de moslims in 1187 Jeruzalem heroverden werden de Hospitaalridders gedwongen hun hoofdkwartier te verplaatsen naar Acco (iets ten noorden van het huidige Haifa) en later naar Limassol op Cyprus. In 1309 verwierven zij het eiland Rhodos dat zij beheerden als een onafhankelijke staat, met o.a. eigen munten en een eigen vloot. Meer dan twee eeuwen lang was de vloot van de orde heer en meester in het oostelijke deel van de Middellandse Zee en zat men waar mogelijk de Islamitische handelaren dwars. In de 15de eeuw echter hadden de Turken de militaire taken van de Arabische Islamieten overgenomen, en in 1522 werd na een lange belegering door Suleyman de Grote het eiland Rhodos overgenomen. De Hospitaalridders zeilden zeven jaar lang zonder vaste thuishaven rond in de Middellandse Zee tot Karel V, de keizer van het Heilige Roomse Rijk, hen in 1530 de archipel van Malta schonk in ruil voor jaarlijks een valk. Door het uitmuntend leiderschap van grootmeester Jean Parisot de la Valette wist men de aanvallen van Suleyman op Malta af te slaan, met name de belegering in 1565 -een van de grootste in de geschiedenis- die voor de Turken rampzalig afliep. De Turkse maritieme vloot werd in 1571 de genadeslag toegebracht in de Slag bij Lepanto, waaraan naast de Maltezer Ridders werd deelgenomen door vlooteenheden van andere Europese machten. De ridders bouwden daarna een nieuwe hoofdstad op Malta, Valetta, genoemd naar hun leider La Valette. In deze stad bouwden zij grote verdedigingswerken en een voor die tijd enorm hospitaal, dat vele lichamelijk en geestelijk zieken uit heel Europa aantrok.

Rond 1600 splitste de orde zich in een katholieke en een protestantse tak. De protestanten noemden zich -naar de oorspronkelijke naam- Johannieters. De ridders maakten van Malta een soevereine staat en geleidelijk trokken ze zich terug uit militaire activiteiten, om zich geheel toe te leggen op het beheer van de eilandengroep en de medische zorg. In 1798 kwam aan hun soevereiniteit een plotseling einde toen Napoleon op zijn weg naar Egypte het eiland Malta bezette. In 1800 werd Malta door de Engelsen veroverd en kreeg de orde bij het Verdrag van Amiens in 1802 Malta weer toegewezen, maar de bevolking van het eiland (die nooit veel contact met de orde had gehad) verzette zich hiertegen. In 1814 werd Malta bij het Verdrag van Parijs toegekend aan Groot Brittannië. Daarmee kwam een staatkundig einde aan de Ridderorde, waarvan het hoofdkwartier sinds 1834 gevestigd is in Rome.

Hoewel de orde geen eigen grondgebied meer heeft wordt de soevereiniteit erkend door de Heilige Stoel en verschillende andere Rooms-Katholieke staten, waar ze ook ambassadeurs en delegaties met een diplomatieke status heeft. Daarnaast geeft de orde eigen paspoorten uit, munten, nummerborden en ook postzegels. Tot het lidmaatschap worden alleen belijdend Rooms-Katholieken toegelaten, waarbij in de centrale organisatie vrijwel uitsluitend edelen zitting hebben uit de 'oude aristocratie', waarbij men de adellijke afstamming kan aantonen tot minimaal twee eeuwen terug. Vrouwen worden ook wel als lid toegelaten, maar enkel in lagere regionen van de orde.

De Nederlandse afdeling van de Orde van Malta heeft haar hoofdkwartier aan de Nieuwegracht in Utrecht (het Maltezerhuis). De orde telt in ons land 130 leden, alle van oude adellijke geslachten zoals baronnen en jonkheren. Opmerkelijk is ook dat Koningin Beatrix en Prins Bernhard lid zijn van de orde, hoewel zij duidelijk niet katholiek zijn. Discriminatie is namelijk uit den boze. De Maltezer Orde heeft haar oorspronkelijke taak als beschermster van het Christendom en verpleegster van zieken nog steeds hoog in het vaandel staan. Op de Oudezijds Voorburgwal in Amsterdam beheert de orde, samen met de Johannieters, een Kruispost met een gratis doktersdienst. Hier worden zieken geholpen die nergens anders terecht kunnen, zoals junks en illegalen. Daarnaast heeft de Maltezer Orde twee huizen voor terminale patiënten, organiseert men vakantiekampen voor jeugdige gehandicapten en is er een jaarlijkse bedevaart naar Lourdes.

Internationaal gezien heeft de Maltezer Orde, met haar hoofdvestiging in Rome, nauwe betrekkingen met de Heilige Stoel. Ook zijn er sterke banden met het Rode Kruis, waar altijd een Maltezer ridder in het bestuur zit. In 1994 werd de organisatie lid van de Verenigde Naties, waar men de status van waarnemer heeft, zonder stemrecht. Leden van het Maltezer Emergency Corps worden wereldwijd ingezet voor humanitaire hulp, zoals onlangs nog in Kosovo. Wereldwijd telt de orde ongeveer 10.000 leden. Hoewel de Orde van Malta nauwelijks in de publiciteit komt, is zij een van de grootste particuliere liefdadigheids-instellingen ter wereld. Jaarlijks besteedt zij zo'n drie miljard gulden aan goede doelen. Als u binnenkort het symbool van de orde, een wit achtpuntig kruis op een rode achtergrond (het 'Maltezer kruis') ergens mocht tegenkomen, dan weet u nu welke internationale humanitaire organisatie hierachter schuil gaat.

Ton Vis