Noorwegen, het land van duizenden fjorden

Het meest noordelijke land in Europa is, hoe kan het anders met zo'n naam, Noorwegen. Het is in veel opzichten een heel bijzonder land: zeer smal en langgerekt, en het noordelijkste puntje ligt dicht bij de poolcirkel. Als je het land om z'n zuidelijkste punt zou draaien, dan zou de Noordkaap (het


De Noorse vlag: een blauw kruis op een rode ondergrond
noordelijkste punt) bij Rome komen te liggen, dit om een beeld te geven van de afstanden. De kustlijn is met z'n duizenden fjorden en eilanden bijzonder grillig, maar dit is tegelijk een van de grote charmes van dit land. Noorwegen is een nadere kennismaking meer dan waard, wat we in dit artikel ook filatelistisch zullen doen.

Noorwegen is een constitutionele monarchie met als huidige koning Harald V. Premier is Jens Stoltenberg, die aan het hoofd staat van een coalitie van de Arbeiderspartij, Socialistisch Links en de Centrumpartij. In het land leven ongeveer 4,6 miljoen mensen, de meeste in het zuiden rond de


Het Hanzekwartier in Bergen
hoofdstad Oslo en in een aantal grote plaatsen langs de kust, zoals Bergen, Trondheim, Stavanger, Tromsø en Kristiansand. De religie is overwegend Luthers. De officiële taal is het Noors, dat echter twee varianten kent: het Bokmål dat uit het Deens voortkomt, en het

Kristiansand
Nynorsk dat op basis van Noorse dialecten is gevormd. In het uiterste noorden worden, in gemeenten tegen de Finse grens, door enkele bevolkingsgroepen nog een eigen taal gesproken, het Samisch en het Kveens. De Lutherse Kerk is de staatskerk, maar alle andere godsdiensten hebben alle vrijheid hun verering uit te oefenen. De koning benoemt de bisschoppen en andere geestelijkheid van de Lutherse Kerk.


Deze inwoner van Svalbard kunt
u beter niet tegenkomen
Naast het vasteland van Noorwegen en de vele eilanden voor de kust, behoort ook de archipel Svalbard (met Spitsbergen als

Zegel gebruikt op Bouvet
belangrijkste eilandengroep) tot het koninkrijk. De Arctische gebieden Bouvet, Peter I Eiland en Koningin Maudland vallen wel onder Noors bestuur, maar maken geen deel uit van het koninkrijk. Deze laatste drie gebieden liggen in de buurt of op Antarctica en zijn feitelijk onbewoond. Bouvet staat bekend als het meest

Koningin Maudland op Antarctica
afgelegen eiland ter wereld, het ligt in de zuidelijke Atlantische Oceaan, halverwege tussen Kaap de Goede Hoop en Antarctica. Het dichtstbijzijnde land, Dronning Maud Land op Antarctica, ligt 1600 km zuidelijker en is ook onbewoond. Bouvet heeft wel een hoog geclassificeerde internet-domeinnaam, namelijk .bv, maar hierop zijn geen registraties mogelijk.

Geschiedenis
Uit prehistorische vondsten is gebleken dat Noorwegen al ruim 10.000 jaar voor het begin van onze jaartelling door mensen werd bewoond. Stenen werktuigen, die bij een opgraving in de omgeving van Rennesøy werden gevonden, worden op deze ouderdom gedateerd. Vondsten uit latere


Vikingschip
perioden tonen aan dat rond 4000 voor Christus nieuwe groepen bewoners binnentrokken. Uit de vondsten valt al te leiden dat dit rendierjagers waren. Ten tijde van het Romeinse Rijk dreven de Noren handel met de Romeinen, waarvoor ze met schepen ver naar het zuiden afreisden. Toen het Romeinse Rijk in verval raakte, werden de handelsverbanden met Zuid-Europa verbroken.


Toeslagzegel uit 1941 voor fonds voor verdrinken zeelieden
De periode van rond 800 tot 1066 wordt in de Noorse geschiedenis aangeduid als de Vikingtijd, genoemd naar de Vikingen die er in die periode met hun vikingschepen op uit trokken om de wereld te verkennen, handel te drijven, oorlog te voeren en te plunderen. Noorse bronnen die van deze tijd melding maken stammen vooral uit de 12e en 13e eeuw. Het begin van de Vikingtijd valt samen met het ontstaan van de Noorse monarchie. Tot 872 waren er op het huidige Noorse grondgebied ongeveer 30 koninkrijken, die in die tijd door de eerste Noorse koning, Harald Schoonhaar, werden verenigd. Na zijn dood viel Noorwegen weer uiteen in verschillende kleinere bestuurslagen die door edellieden werden bestuurd.

In het begin van de elfde eeuw werd het christendom in Noorwegen geïntroduceerd. Koning Olaf II (995-1030) trachtte de Noren te bekeren, maar moest deze poging met de dood bekopen. Hij liet in 1023 een stenen kruis oprichten in Voss, waar het vandaag de dag nog steeds te bezichtigen is. Olaf zou later heilig worden verklaard


Oslo 900 jaar (1950) met stichter van de stad Koning Harald III Sigurdsson (1015-1066)
en de schutspatroon worden van Noorwegen. Aan het einde van de elfde eeuw was het christelijk geloof nog de enig toegestane religie in deze gebieden. Rond die tijd was het Noorse koninkrijk een stevige -zij het administratief gezien nogal rudimentaire- eenheid. Enkele Noorse steden kwamen in die tijd tot bloei: Oslo, Trondheim (Nidaros), Bergen (Bjorgvin) en Tønsberg. In 1066 kwam er -naar historici over het algemeen menen- een einde de Vikingtijd toen Harald Sigurdsson een weinig succesvolle poging ondernam om Engeland te veroveren. De lotgevallen van deze Harald werden door Snorri Sturluson opgetekend in diens Morkinskinna.


Staafkerk
De Noorse koning Sigurd Jorsalfare was de eerste Europese koning die op kruistocht ging. Hij vertrok in 1107 uit Noorwegen en vocht tegen de moslims in Spanje, Lissabon, de Balearen en Palestina. In 1110 nam hij samen met Koning Boudewijn I van Jeruzalem de stad

Koningin Maud (1869-1938)
Sidon in. Na thuiskomst regeerde hij met straffe hand en voerde onder andere een belastingstelsel in. Na zijn dood ontstonden er grote onenigheden rond de opvolging. Koning Sigurd had namelijk alleen een dochter nagelaten. Deze onenigheden vormden de inleiding tot een burgeroorlog die Noorwegen van 1130 tot 1240 in zijn greep zou houden. In dat jaar beslechte Haakon Haakonson de strijd in zijn voordeel en werd koning van een opnieuw verenigd Noorwegen.

Noorwegen was een zelfstandig koninkrijk van de negende eeuw n.Chr. tot 1397, waarna het in de Unie van Kalmar terechtkwam met Denemarken en Zweden. Toen Zweden in 1521 de Kalmar Unie verliet, werd Noorwegen


In 1814 kreeg Noorwegen een eigen parlement, het Storting
al snel een provincie van Denemarken. Het bleef onder Deens gezag tot het in 1814 overging in Zweedse handen. Omdat Denemarken in de Napoleontische tijd de kant van de Fransen had gekozen, moest het na de Franse nederlaag in 1814 het land aan Zweden afstaan. Dit ging met Noorwegen een personele unie aan, waarbij de Noren bij die gelegenheid wel een eigen grondwet en meer zelfbestuur kregen. In de loop van de 19de eeuw groeide het verlangen naar onafhankelijkheid, wat

Koning Håkon VII
pas in 1905 na enige jaren van politieke onrust werd gehonoreerd. In dat jaar werd Noorwegen weer een onafhankelijke staat met koning Håkon VII als staatshoofd. Op 18 november 1905 koos het parlement, het Storting, de Deense prins Karel uit het Huis Sleeswijk-Holstein als koning van Noorwegen. Deze keuze werd in een referendum door het volk bevestigd. Karel werd op 22 juni 1906 gekroond in de Nidaros kathedraal in Trondheim. Hij noemde zich Håkon, naar de gelijknamige middeleeuwse koningen

Vidkun Quisling, de Anton Mussert van Noorwegen. De datum is de dag van de machtsovername.
van Noorwegen.

Toen de Duitsers Noorwegen in april 1940 bezetten leidde Håkon twee maanden lang het verzet en weigerde de nieuwe regering onder Vidkun Quisling te erkennen. Hierna week hij uit naar Engeland en leidde de regering in ballingschap in de Londense wijk


Koning Olaf V
Rotherhithe. Hij vormde een belangrijk symbool voor het Noorse verzet. In 1945 keerde hij weer naar zijn land terug. Håkon stierf op 21 september 1957 in Oslo aan de gevolgen van een val in zijn badkamer, twee jaar eerder. Zijn zoon Alexander volgde hem op als Olaf V. Sinds 1991 zit Harald V als derde koning op de Noorse troon.

Geografie
Noorwegen heeft met 25.148 km een ongewoon lange kustlijn. Dit komt voornamelijk door de vele fjorden, kleine voor de kust gelegen eilanden en andere inhammen. De kust is omzoomd met eilanden (in het bijzonder de eilanden Lofoten en Vesterålen) en talrijke diep gekartelde fjorden. De


Het Sunn-fjord
Sognefjord, Geirangerfjord, Hardangerfjord, Nordfjord, en Oslofjord zijn de grootste en bekendste.

Noorwegen wordt vrijwel in zijn geheel beheerst door het Scandinavisch Hoogland. Hoge plateaus zijn onder meer de Dovrefjell en de hoogvlakte Hardangervidda. Het hooggebergte van Noorwegen is Jotunheimen met de gebergten Hurrungane en Breheimen. In dit deel bevinden zich de hoogste toppen.


Cruise langs de kust
Hier zijn ook de twee hoogste bergen, de Galdhøpiggen met 2469 meter en de Glittertind van 2454 meter. Ten westen daarvan ligt de grootste gletsjer van Europa, de Jostedalsbreen, met als twee belangrijkste zijarmen de Briksdalsbreen en de Nigardsbreen.


Het landswapen van Noorwegen, een gekroonde leeuw
De bergen en de plateaus worden afgewisseld door vruchtbare valleien, zoals Gudbrandsdalen, en door snelle rivieren, die hydro-elektrische energie leveren. De rivier de Glomma, ook bekend als Glåma, in het zuiden, is de langste rivier. Vanwege zijn ligging aan de Atlantische Oceaan heeft Noorwegen een mild en vochtig klimaat.

Er zijn een aantal gletsjers in Noorwegen. Jostedalsbreen met zijarmen als onder andere de Nigardsbreen en de Briksdalsbreen is de grootste gletsjer van het Europese continent. Andere bekende gletsjers zijn Svartisen en de Folgefonnagletsjer.

Economie
Bijna driekwart van het Noorse grondgebied is niet productief; minder dan 4% is gecultiveerd. Het land importeert meer dan 50% van zijn voedsel. De enorme bergweilanden worden gebruikt voor het houden van rundvee en schapen, en, in het noorden, voor rendieren. Ongeveer een kwart van Noorwegen is bebost; het hout is een belangrijke natuurlijke rijkdom en is de basis voor een van de belangrijkste industrieën. De mooie Noorse


Fridtjof Nansen, de wetenschapper die als eerste de Noordpool bereikte
fjorden en de middernachtzon van het verre noorden trekken vele toeristen aan. De visserij (in het bijzonder van kabeljauw, haring en makreel) is belangrijk. Verse, ingeblikte en de gezouten vis uit Noorwegen wordt uitgevoerd naar de hele wereld.
De belangrijkste industrieën van het land zijn aardolie- en aardgasproductie, de scheepvaart en handel. Sinds de ontdekking van aardolie in het gebied Ekofisk in 1969, zijn de aardolie en de aardgasindustrieën essentieel voor de economie van Noorwegen. Deze tak zorgt voor werkgelegenheid, maar ook verhoogde inflatie en een kwetsbaarheid voor schommelingen in de markt van de wereldaardolie (het grootste deel van de olie en het gas wordt uitgevoerd). Andere delfstoffen die worden ontgonnen zijn pyriet, koper, titanium en ijzererts, en in mindere mate steenkool, zink en lood.


Roald Amundsen met de Fram, op weg naar de Zuidpool
Nikkel, aluminium, ferro-legeringen en half afgewerkt staal worden geproduceerd en geëxporteerd. Bijna alle elektriciteit van Noorwegen wordt geleverd door hydro-elektrische energie, en het land voert eveneens hydro-elektriciteit uit. De voedselproductie, pulp en papier, elektrochemische en scheepsbouwindustriën zijn belangrijk voor de economie. De grote Noorse koopvaardijvloot verscheept een groot deel van de wereldhandel.
De belangrijkste handelspartners zijn het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Zweden.

Toerisme
Het toerisme is voor Noorwegen ook een belangrijke inkomstenbron. Noorwegen heeft de bezoeker dan ook veel te bieden. De natuur is op vele plekken overweldigend, met name de fjorden maken op de bezoekers vaak diepe indruk. Het Geirangerfjord en het Nærøyfjord staan op de lijst van


Preikestolen
werelderfgoed van UNESCO. Het Sognefjord is de langste, deze loopt 204 km landinwaarts. Boven het Lysefjord vinden we Preikestolen, een een klif die 605 meter boven de fjord uitsteekt. De Preikestolen is gelegen in de Noorse gemeente Forsand in de provincie Rogaland. De rots meet ongeveer 25 bij 25 meter en is zo goed als egaal. Het is een belangrijke bezienswaardigheid in het westen van Noorwegen en biedt een spectaculair uitzicht over fjorden en bergen. De rots bereikt men na een wandeltocht van 6 kilometer en wordt jaarlijks door zo'n 100.000 mensen

De staafkerk van Heddal
bezocht. In Nordland is Noorwegen letterlijk op z'n smalst. Bij Hellemobotn (Tysfjord) is de afstand tussen het einde van het fjord en de grens met Zweden slechts 6,3 kilometer.

Noorwegen staat bekend om z'n staafkerken, die geheel uit hout zijn opgetrokken en typerend zijn voor de Scandinavische landen. De bekendste zijn die van Urnes (sinds 1979 op de Werelderfgoedlijst) en de staafkerk van Heddal.

Noorwegen kent tal van nationale parken, verspreid door het hele land. Er zijn vele wandelingen mogelijk, vaak zijn er speciale toeristische wandelroutes uitgezet. Een aantal parken hebben toeristen hutten (turisthytte) van de Den Norske Turistforening, waar men kan overnachten. Zelfs op Spitsbergen zijn er zeven nationale parken, maar deze hebben geen toeristische faciliteiten. De bekendste parken zijn die van Børgefjell, Folgefonna, Hardangervidda en Jostedalsbreen.


De Noordkaap
Voor vele toeristen staat een bezoek aan de Noordkaap op het programma. Deze kaap, gelegen aan de Barentszzee, wordt traditioneel beschouwd als het noordelijkste puntje van het Europese continent. De Noordkaap ligt op het eiland Magerøya, dat met een tunnel vanaf het vasteland te bereiken is. Het is gelegen op 71° 10' 21" NB, in de gemeente Nordkapp nabij Hammerfest, in de provincie Finnmark in Noorwegen. De kaap ligt op 2080 km van de Noordpool. Het was de Engelse zeevaarder Richard Chancellor die de kaap haar naam gaf, toen hij in 1553 op zoek naar de Noordoostelijke Doorvaart naar Indië. Een drukke handel tussen Engeland en Moermansk was hiervan het resultaat.


Edvard Munch
In de stad Oslo bevinden zich een aantal interessante musea, zoals het Vikingskipshuset (waar opgegraven vikingschepen worden tentoongesteld), het Munchmuseum, het Frammuseum, het Kon-Tiki Museum, de Vigelandpark-beeldentuin en het kasteel Akershus. In Maihaugen is een Openluchtmuseum te bezoeken, dat met 185 gebouwen het grootste openluchtmuseum van Noorwegen is. Hier vinden we de Staafkerk van Garmo uit 1150.


In 1962 werd 100 jaar luchtvaart in Noorwegen herdacht
Andere bezienswaardigheden zijn de Flåmsbana, de spoorbaan van Flåm, een van de steilste treintrajecten ter wereld, de Nidaros-domkerk in Trondheim, Bryggen, de middeleeuwse haven van Bergen (sinds 1979 op de Werelderfgoedlijst) en de rotskust van Alta.

Het klimaat valt voor toeristen die graag de zon zoeken wat tegen. Het westen, het fjordengebied, heeft een zacht gematigd zeeklimaat, iets koeler dan Nederland. In het hoge noorden is er een toendraklimaat, terwijl in het oosten, achter de bergketens, een landklimaat heerst. In sommige gebieden in de westelijke fjorden en het midden valt meer dan 4000 mm


Het meest geliefde huisdier is de Noorse Boskat
neerslag per jaar, terwijl de neerslag in het noorden en achter de bergen niet meer dan 600 mm per jaar bedraagt.

De nationale feestdag is op 17 mei, en is gewijd aan de Noorse Grondwet. Op die dag in 1814 werd namelijk de Noorse grondwet bekrachtigd. Overal in het land vinden op die dag kinderparades plaats, waarbij die in Oslo wordt bijgewoond door de koninklijke familie. Het enige militaire element van de dag wordt verzorgd door de blaaskapel van het de koninklijke wacht, die door de straten van Oslo marcheert. Op 23 juni vieren de Noren Jonsok (Sint Jans ontwaken), het begin van de zomer.

Cultuur


Hendrik Ibsen
In West-Europa is met name de Noorse literatuur en klassieke muziek bekend geworden. Een van de eerste werken in de Scandinavische geschiedenis is de Edda, een verzameling poëtische liederen uit de 9e en 10e eeuw die verwijzen naar de Noorse mythologie. De late 19de en het begin van de 20e eeuw zijn echter hoogtijdagen van de Noorse literatuur, en worden wel de Gouden Eeuw genoemd. De toneelschrijver Hendrik Ibsen (1826-1906) is hierin de centrale figuur. Niet minder gelauwerd, maar buiten Noorwegen toch minder bekend, is Bjørnstjerne Bjørnson (1832-1910), die in 1903 de eerste Noorse winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur werd. In 1928 ontving ook Sigrid Undsed deze

De wiskundige Abel
Nobelprijs, zij stelt in haar werken de vrouw aan de onderkant van de samenleving centraal. Haar beroemde trilogie Kristin Lavransdatter speelt in de Middeleeuwen en werd in Noorwegen verfilmd. Geen Nobelprijswinnaar, maar wel een vooraanstaand figuur in de Noorse letterkunde is Alexander Kielland (1849-1906), die samen met Jonas Lie (1833-1908), Ibsen en Bjørnson de 'Grote Vier' van de Noorse literatuur worden genoemd.

De klassieke muziek van Noorwegen is sterk verbonden met die van de andere Scandinavische landen, met name met die van Denemarken waarmee het land enkele eeuwen een unie vormde. Tot en met de achttiende eeuw had de folkloristische muziek in Noorwegen de overhand.


Ole Bull
Pas vanaf de onafhankelijkheid van Noorwegen zochten en vonden de Noren aansluiting bij een meer Europese muziektraditie.

De eerste bekende Noorse componist was de violist Ole Bull (1810-1880), die als violist bekend stond als de Paganini van het Noorden. Zijn romantische composities waren geïnspireerd op de folkloristische muziek en inspireerden op hun beurt de grootste Noorse componist, Edvard Grieg (1843-1907). De negentiende eeuw geldt als de gouden eeuw van de Noorse muziek. Tijdgenoten van Bull waren de organist Ludvig Mathias


Edvard Grieg
Lindeman, die een compendium van de Noorse volksmuziek maakte, en Halfdan Kjerulf (1815-1868). Grieg en Johan Severin Svendsen (1840-1911) waren evenwel de grootste namen van de Noorse gouden eeuw. Had de Noorse muziek voor de Tweede Wereldoorlog nog vaak een nationalistisch noordisch karakter, nadien werd de Noorse muziek steeds internationaler georiënteerd.

Sport speelt in Noorwegen een zeer grote rol, het land heeft met name bij de wintersporten een zeer rijke sportgeschiedenis. De belangrijkste wintersport is langlaufen, met als absolute ster Bjørn Dæhlie. Ook alpineskiën is populair, hoewel het land in die sport beduidend minder successen heeft behaald. Historisch is ook schaatsen een grote sport, maar het uitblijven van aansprekende resultaten heeft de populariteit van die sport geen goed gedaan. Toch zijn Johann Olav Koss en de plaatsen Lillehammer en Hamar hier nog bekende


Schaatssport in Noorwegen
begrippen. Noorwegen was het gastland voor de Olympische Winterspelen in 1952 en in 1994.

Belangrijkste zomersport is ook in Noorwegen het voetbal. Bij de mannen is de positie van het land bescheiden, bij de vrouwen hoort Noorwegen tot de wereldtop. Belangrijkste zaalsport is handbal. Ook unihockey, een vorm van zaalhockey, en volleybal zijn zeer snel in populariteit groeiende sporten.

De postzegels van Noorwegen


De eerste zegel uit 1855
Een regelmatig postverkeer bestaat in Noorwegen al sinds 1647, zo wijzen poststukken uit de tijd van de Deense overheersing uit. In de 19de eeuw verleenden de Zweden de Noorse bevolking op postaal gebied meer autonomie dan de Denen in de periode daarvoor. Stap voor stap ontstond er een eigen Noorse postdienst, die in 1855 de eerste postzegel het licht liet zien. Een uitgave die op twee manieren het groeiende

Oscar I (1856)
zelfbewustzijn van de Noorse natie liet zien. De eerste zegel toont trots het landswapen met de leeuw, pas het jaar daarna verscheen een tweede zegel met de monarch, de Zweedse koning Oscar II. Daarbij lukte het de Noorse posterijen het oostelijke partnerland met de eerste uitgifte de loef af te steken: de nummer 1 van Noorwegen lag op 1 januari 1855 aan de postloketten, die van Zweden pas op 1 juli.


De eerste zegel
van Håkon VII
Na de onafhankelijkheid in 1905 bleven de reeds uitgegeven postzegels geldig. Zelfs die met Oscar II mochten tot 31 maart 1908 gebruikt worden. In 1907 verscheen dan de eerste uitgifte met Koning Håkon VII. Hij zou regeren tot 1957. Na het koningschap van Olaf V zit sinds 1991 Harald V als derde koning op de troon in Oslo.

De Noorse posterijen hanteren een zeer terughoudend uitgiftebeleid. De langlopende series worden maar sporadisch vernieuwd, en ook het aantal gelegenheidsuitgiften is jaarlijks zeer bescheiden. Net zoals ieder land heeft ook Noorwegen in de catalogus


UPU-Jubileum in 1942
enkele topwaarden waarvoor men een tijdje moet sparen, maar voor wie nu zou beginnen met Noorwegen is het land vrij gemakkelijk en voor niet teveel kosten vanaf nummer 1 compleet te krijgen. De posterijen weten een goede balans te vinden het land door het aantal uitgiften voor filatelisten interessant te houden, en toch de verzamelaar niet te overvragen. Met name geliefd zijn de tussen 1930 en 1957 uitgegeven toeslagseries ter promotie van het toerisme.

Op filatelistisch gebied houdt Noorwegen ook nog een record, namelijk dat van de langst lopende serie. Sinds 1872 kunnen de Noren hun brieven frankeren met een postzegel waarop een gekroonde posthoorn staat


In 1872 verscheen de eerste 'Posthoornzegel'
afgebeeld, een ontwerp van de Berlijnse architect Andreas Friedrich Wilhelm von Hanno. De eerste uitgave, gegraveerd door de Deen Philips Batz, verscheen op 7 januari 1872 aan het loket. Tot 1875 kwamen nog vijf andere Skilling-zegels uit. Deze bleven tot 31 maart 1908 geldig, waarbij vanaf 1877 drie Skilling gelijkstond aan tien øre. Met de geldhervorming van 1 januari 1877 verschenen nieuwe posthoorn-zegels, die tot 1893 gedrukt werden. In dat jaar maakte Ivar Throndsen een nieuwe gravure, waarbij de letter Grotesk werd vervangen door de Antiqua. In 1909 verschenen de eerste waarden in heldere druk, gegraveerd door Halfdan Rui. De uitgifte van 1937 werd uitgevoerd in rasterdiepdruk, in plaats van boekdruk. In 1962 ging men over op koperdiepdruk, waarna in 1991 de eerste

In 1941 werden diverse zegels overdrukt met 'V' van Victoria (overwinning)
tweekleurige zegels verschenen. In 1997 werd overgeschakeld naar offsetdruk. Bij het aanpassen van het ontwerp in 1997 besloot Sverre Morken de frankeerprijs in kronen te vermelden, waarbij de waardeaangifte in het onderste halfrond in øre bleef staan. Zo ontstonden curieuze zegels met bijvoorbeeld in het groot '0,20' en de vermelding 'POSTFRIM. 20 ØRE'. In de uitgaven vanaf 2001 werd de eenheid gelukkig weer hersteld.
Ongetwijfeld kan dit tijdloze ontwerp nog lange tijd dienst doen. Wellicht dat we in de toekomst, als

Jubileum van de Noorse postzegel in 1955
Noorwegen zou toetreden tot de Eurozone, ook posthoornzegels in euro-waarden te zien krijgen.

Al met al kunnen we zeggen dat Noorwegen zowel voor toeristen als filatelisten een zeer aantrekkelijk land is. Ik hoop dat deze kennismaking in dit blad u ertoe zal brengen op een andere manier naar postzegels van Noorwegen te kijken, en wellicht het land als toekomstig reisdoel gaat kiezen. Noorwegen is het alleszins waard!

Ton Vis