Roltandingszegels

Wie wel eens gewerkt heeft op de postkamer van een groot bedrijf of werkzaam is geweest als loketbeambte in een postkantoor zal het kunnen beamen: het werken met postzegels is een tijdrovende, arbeidsintensieve bezigheid. Geen wonder dat met name bedrijven uit kostenoogpunt dit werk wilden vereenvoudigen. Het wegen van


Advertentie in 'Mon Bureau'
van juni 1912
brieven, uitscheuren van postzegels voor de vereiste briefport en het netjes opplakken van de zegels op de brief, een juffrouw op de postkamer kon er zomaar een hele middag mee zoet zijn. Inventieve lieden zochten aan het begin van de vorige eeuw al naar manieren om dit proces te automatiseren.

Verscheidene fabrikanten ontwikkelden apparatuur, de een beter werkend dan de ander, die alle tot taak hadden het werk van de postkamerjuffrouw te verlichten. In Frankrijk adverteert de automatenfabrikant ABEL in 1912 met een machine 'Rapide' die, volgens de wervende tekst, foutloos 4.000 gefrankeerde enveloppen in een uur kan afleveren. Het was een verbeterde


Germania testzegels met inschrift
'DAPAG-EFUBAG'
versie van een machine die in Duitsland in 1909 werd ontwikkeld door de 'Deutsche Post- und Eisenbahn-Verkehrswesen AG', die ontstaan is uit een fusie van de 'Deutsche Abel-Postwertzeichen-Automaten GmbH' (DAPAG) en de 'Eisenbahn-Fahrkarten- und Billet-Automaten GmbH' (EFUBAG). Bij dit

Postzegelrol
apparaat was het noodzakelijk dat de postzegels op een rol werden ingevoerd. Hiervoor werden vellen normale postzegels met behulp van de velrand aan elkaar geplakt, en afgesneden tot de breedte van één zegel. Zo ontstonden er rollen van 500 of 1000 zegels op een rol.

Vanaf 1912 gaat deze machine als 'POKO' door het leven, dat staat voor


De 'POKO' postzegel plakmachine
'Porto-Kontroll-Kasse'. In het begin van de jaren '20 werd deze postzegel plakmachine ook in Nederland geïntroduceerd. Al gauw bemerkte men dat de machine allesbehalve probleemloos werkte, de zegels lieten veel te makkelijk los van de rol waardoor ze niet netjes op de enveloppe terecht kwamen, of de machine liep vast. Omdat de zegels in de machine voor het

Advertentie voor de POKO
vastplakken ook bevochtigd werden kon het een aardige kliederboel worden. Op de perforatie bleken de rollen af te breken, wat door een steviger papiersoort niet verholpen kon worden. Ook de postzegel-uitgifte automaten op de postkantoren, die ook met rollen werkten, hadden met dit euvel te kampen. Aan het einde van 1924

kwam de drukker van de postzegels met een oplossing: hij stelde voor om een aantal perforatiegaten aan de korte zijde van de zegel te laten vervallen door een aantal pennen uit de perforatiekam te verwijderen. Hierdoor ontstond er een papierbrugje, waardoor de zegels inderdaad veel steviger aan elkaar bleven zitten. Zo ontstond in 1925 de zogenaamde tweezijdige roltanding, die gebruikt werd bij frankeerzegels van het type 'vliegende duif' en 'Veth' en

Tweezijdige roltanding
de kinderzegels van de jaren 1925, 1926 en 1927.

In de Verenigde Staten deden zich soortgelijke problemen voor, maar hier pakte men de problematiek anders


Amerikaanse rolzegel
aan. Diverse fabrikanten van postzegelplakmachines konden vanaf oktober 1906 bij het U.S. Post Office Department ongetande vellen zegels kopen, waarmee men naar hartelust kon experimenteren. De verschillende fabrikanten, zoals de Brinkerhoff

Testrolzegel van Mail-o-Meter
Company, de Farwell Co. de Schermack Co., de Mailometer Co. en de U.S. Automatic Vending Co., brachten alle hun eigen (particuliere) perforatie aan. Al vanaf het begin besloot men zegels maar aan één zijde (de kortste) te perforeren, want

Particuliere tanding Schermack III
door de gladde zijranden ging de rol veel gemakkelijker door de machine. Deze tweezijdige tanding vinden we nog steeds bij heel veel rolzegels, ook die in latere jaren in Nederland zijn uitgegeven.

Blok zegels met Schermack-III tanding
Vanaf 1908 werden ook rolzegels geproduceerd door de Amerikaanse overheid. Omdat de normale perforatie onvoldoende sterk bleek kregen deze zegels een perforatie 10, dat sinds 1914 de standaardperforatie is voor alle

Rolzegel Scott 316
rolzegels in de US.

Terug naar Nederland. Filatelisten waren intussen niet erg te spreken over de nieuwe roltandingszegels. Om de verzameling compleet te houden most men niet alleen de gewone zegels aanschaffen, maar ook de nieuwe roltandingszegels. De eerste uitgifte omvatte waarden tot 60 cent, waardoor zo’n serie voor verzamelaars in die tijd een hele uitgave betekende. Veel filatelisten beperkten zich dan ook tot de normaal getande exemplaren, en


POKO testzegel
lieten de zegels met roltanding voor wat ze waren. De zegels met roltanding waren evengoed ook aan de filatelieloketten verkrijgbaar, zij het niet van de rol maar in vellen.

De zegels die door grote ondernemingen in de POKO postzegelplakmachine gebruikt werden, kregen tijdens het frankeerproces een firmaperforatie, dit ter voorkoming van fraude in het bedrijf. Deze perfin ontbrak echter bij de zegels die aan de filatelieloketten werden


ABEL postzegelautomaat uit 1910 voor de verkoop van postzegels
van de rol
verkocht. Van de tweezijdige roltanding worden zowel losse zegels als paren verzameld: de zegels met een horizontaal formaat in horizontale paren, met een verticaal formaat in verticale paren.

In 1926 kocht de Kas-Vereeniging NV in Amsterdam, de voorloper van de huidige Kas-Associatie, een zogenaamde 'Multipost Affixing Machine'. Deze machine, een Britse uitvoering van de POKO automaat, was alleen geschikt voor gebruik van rollen waarbij de zegels met de lange zijde aan elkaar zaten. Met het oog hierop diende de Kas-Vereeniging een verzoek in om een aantal 'dwaarse' rollen van de 7½ cent zegel te vervaardigen. Omwille van de grotere stevigheid moesten nu uit de lange zijde enkele pennen uit de perforatiekam verwijderd worden. Het duurde echter nog geruime tijd voor de posterijen aan dit verzoek konden voldoen. De zegels die


De kostbare 3-gaats roltanding zegel
aan de Kas-Vereeniging werden geleverd hadden een 3-gaats vierzijdige roltanding. De totale oplage van de 7½ cent violet met deze roltanding bleef beperkt tot 10.000 exemplaren. Hiervan werden drie rollen van 500 stuks afgeleverd aan de Kas-Vereeniging, en een onbekend aantal vellen aan de filatelieloketten.
Deze 3-gaats roltandingszegel kan tot één van de grootste rariteiten van het verzamelgebied Nederland gerekend worden. De cataloguswaarde is er dan ook naar. De perforatie is als een proefperforatie te beschouwen.


Vierzijdige roltanding
Men besloot daarop voortaan alle zegels op deze wijze te perforeren, maar op andere plaatsen pennen uit de perforatiekam te verwijderen. Het resultaat was de vierzijdige roltanding, die eind 1927 aan de loketten verscheen. In tegenstelling tot de tweezijdige roltanding worden deze zegels niet alleen los, maar ook in blokken van vier verzameld en niet per paar. Ook de kinderzegels van 1929 verschenen in deze vierzijdige roltanding.


Hoekroltanding
Bij het invoeren van nieuwe automaten ontstonden er echter opnieuw moeilijkheden met de tanding. De aanwezigheid van perforatiegaatjes in de zegelrollen regelde het afsnijmechanisme van deze apparaten, maar door het ontbreken van een aantal perforatiegaatjes reageerde de machine niet goed. Hierdoor kwamen de zegels vaak onvolledig te voorschijn. De oplossing werd gevonden in de zogenaamde tweezijdige hoekroltanding, die vanaf 1930 werd toegepast. Hierbij werden alleen aan de hoeken van de korte zijde van de zegel perforatiepennen verwijderd. Rollen van deze zegels bleken voldoende sterk te zijn en leverden geen problemen meer op in de nieuwe postzegelautomaten. Zegels met tweezijdige hoekroltanding worden los of in verticale paren verzameld. Ook de kinderzegels in de jaren 1930 tot 1933 werden met deze tanding uitgevoerd.

De kritiek uit verzamelaarskringen hield echter onverminderd aan. Niet alleen filatelisten hadden kritiek, ook de drukker was er niet blij mee. Het vervaardigen van zegels met zowel gewone tanding als roltanding


Vierzijdige roltanding type Veth
bracht veel extra werk met zich mee. Van de hoge waarden werden slechts zeer kleine aantallen in de plakmachines gebruikt. De 12½ cent Koningin Wilhelmina type Veth, in lila-roze, werd zelfs alleen maar aan de filatelieloketten verstrekt en is vrijwel nooit gebruikt voor het oorspronkelijke doel: frankering.

Er werd naarstig gezocht naar manieren om de roltanding overbodig te maken. Door het gebruik van een steviger papiersoort en een andere tanding, werd eind 1933 het verwijderen van pennen uit de perforatiekam overbodig. Deze tanding was de kamtanding 13½ x 12¾. Het gebruik van roltandingszegels voor plakmachines was overigens door de opkomst van de frankeermachine al sterk gedaald.

Roltandingszegels van Danzig
Het is merkwaardig dat alleen Nederland en Danzig de roltanding gekend hebben. In andere landen ging men meestal al direct over tot het toepassen van een andere perforatie. De 5 en 10 pfennig Wapentype van Danzig bestaan behalve in de normale tanding ook in een hoekroltanding. Ze zijn van 1932 tot 1935 uitgegeven, de geldigheidsduur eindigde op 30 september 1939.

We kunnen gerust stellen dat een Nederland-verzameling zonder roltandingszegels niet compleet is, en gelukkig kijken we nu wat anders naar deze zegels dan onze opa’s in de jaren '20 en '30. Roltandingszegels, met en zonder perfin, kunnen een boeiend verzamelgebied vormen en het onderwerp zijn van een interessante klassieke collectie.

Ton Vis