De Slag bij Trafalgar


Op 21 oktober was het precies 200 jaar geleden dat een van de belangrijkste zeeslagen plaatsvond: de Slag bij Trafalgar. Laat in deze strijd kwam de grootste zeeheld uit de Britse geschiedenis om het leven, burggraaf Lord Horatio Nelson, die desondanks zijn vloot tot een klinkende overwinning voerde. In de filatelistische (vooral Britse) wereld is de herdenking van deze slag gepaard gegaan met de nodige postzegeluitgiften, zodat het ons zeker niet ongemerkt voorbij kon gaan. In dit artikel het verhaal van de heroïsche Slag bij Trafalgar.


Lord Horatio Nelson
Aan het begin van de 19de eeuw hadden de Franse legers van Napoleon Bonaparte een groot deel van het vasteland van Europa in handen, en waren er reële plannen om een inval te doen in het zuiden van Engeland. De Britten waren echter heer en meester op zee, en wisten door een effectieve blokkade van de Franse havens de Franse overzeese handel goeddeels stil te leggen. Frankrijk en Engeland waren al vanaf 1793 in oorlog, waarbij de Vrede van Amiens in 1802 voor een kortstondige onderbreking zorgde. Toen Engeland weigerde Malta te ontruimen laaide de strijd opnieuw op, en Napoleon was vastbesloten om Engeland binnen te vallen. Het was daarvoor echter noodzakelijk dat de Franse vloot controle had over het Kanaal. Frankrijk beschikte over flinke vlooteenheden in de havens van Brest in Bretagne, en Toulon aan de Middellandse Zee.

Nelson, Nepoleon Bonaparte en HMS Victory
Omdat Spanje een verbond met Frankrijk had gesloten kon Napoleon ook over de Spaanse vloot beschikken die gelegerd was in Cádiz en El Ferrol. Het plan van Napoleon in 1805 was om de vlooteenheden in Toulon en Cádiz uit te laten varen om samen te trekken in de West-Indische wateren. Daarna zouden de schepen terugkeren om de vloot in Brest te ontzetten, en gezamenlijk het Kanaal te zuiveren van Britse marineschepen. Op die manier zou de weg vrijgemaakt worden voor de oversteek van een Frans invasieleger.

De Britten beschikten over een uitstekend getraind en ervaren corps van marineofficieren, terwijl in Frankrijk de beste officieren in de beginjaren van de Revolutie gedood waren of ontslagen. Het gevolg was dat Vice-Admiraal Pierre-Charles Villeneuve de meest kundige officier was om het bevel te voeren over de Franse Middellandse-zeevloot. Deze voelde er echter weinig voor om zijn krachten te meten met Nelson en de Royal Navy, met name na de Franse nederlaag in de Slag om de Nijl van 1798.


Admiraal William Cornwallis
Aan het begin van 1805 voerde Admiraal Lord Nelson het bevel over de vloot die de blokkade van Toulon in stand hield. In tegenstelling tot William Cornwallis, die de haven van Brest potdicht hield, hanteerde Nelson een lossere blokkade, om zo Franse schepen uit de haven te lokken en daarna in een strijd te verslaan. Villeneuve wist echter met z'n schepen aan de Britten te ontsnappen doen Nelson's schepen door een storm van hun post waren verdreven. Terwijl Nelson in de Middellandse Zee naar de schepen zocht voer Villeneuve door de Straat van Gibraltar, om daarna samen met de Spaanse vloot volgens plan naar de West te varen.

Het Nelson-monument op Barbados
Toen Nelson zich realiseerde dat de Fransen ontsnapt waren en de Atlantische Oceaan overstaken, verliet hij zijn post bij Toulon om hen te achtervolgen. Omdat de communicatie met het thuisland in die tijd uiterst traag en moeizaam verliet hadden vlootcommandanten een grote mate van vrijheid om zowel strategische als tactische beslissingen te nemen. Nelson's opdracht was om de vloot van Villeneuve op haar plaats te houden of te vernietigen. Omdat ze hem bij Toulon ontsnapt waren, ging hij hen achterna.

Ook in de West-Indische wateren wist de Franse vloot uit de buurt te blijven van Nelson's schepen. Ze voeren terug richting Europa om de blokkade bij Brest te breken, maar zij stuitten bij Kaap Finisterre op een Brits eskader onder Vice-Admiraal Sir Robert Calder, en verloren bij deze slag twee schepen. Villeneuve besloot daarop niet te proberen de vloot in Brest te ontzetten, maar zeilde terug naar Ferrol.


Impressie van de Slag bij Trafalgar
Voor de invasieplannen van Napoleon was het noodzakelijk dat de vloot van 32 schepen van Villeneuve met succes gevoegd werden bij de vloot van 21 schepen van Vice-Admiraal Ganteaume in Brest, samen met een eskader van vijf schepen onder Kapitein Allemand, zodat er een gezamenlijke macht van 53 linieschepen voor de kust bij Boulogne zou ontstaan. Toen Villeneuve op 10 augustus terug zeilde naar Ferrol had hij de strikte opdracht van Napoleon om zich in Brest te vervoegen.

HMS Thunderer bindt de strijd aan met het Spaanse vlaggenschip "Principe de Asturias"
Doordat de Britten elke beweging van zijn vloot volgden werd hij echter nerveus, en voer op 11 augustus verder naar Cádiz, aan de zuidwestkust van Spanje. Toen de vloot van Villeneuve op 26 augustus nog in geen velden of wegen te bekennen was, werden de drie invasielegers die bij Boulogne lagen teruggetrokken, omdat deze elders nodig waren. Hiermee gaf Napoleon zijn plan voor een invasie van Engeland op. De legers werden verplaatst naar Duitsland waar ze later dat jaar succesvol werden ingezet.


Admiraal Horatio Nelson
Die zelfde maand keerde Nelson na een verblijf van twee jaar op zee terug naar Engeland, voor wat welverdiende rust en ontspanning. Hij zou in totaal 25 drukke dagen wan wal blijven, en werd warm welkom geheten door de Britten die begrijpelijk nerveus waren over de mogelijk op handen zijnde Franse invasie. Op 2 september bereikte het bericht Engeland dat er een gecombineerde Franse en Spaanse vloot was samengetrokken in de haven van Cádiz. Nelson moest echter tot 15 september wachten alvorens zijn schip HMS Victory klaar was om uit te varen.


Nelson's vlaggenschip, HMS Victory
Op 15 augustus nam Cornwallis de belangrijke beslissing om 20 schepen van zijn vloot naar het zuiden te sturen om zich met de vijand in Spanje bezig te houden. Om het Kanaal te bewaken bleven daardoor slechts 11 linieschepen over. Deze afgescheiden strijdmacht zou echter de ruggengraat gaan vormen van de Britse vloot die bij Trafalgar slag zou leveren. De strijdmacht bereikte Cádiz op 15 september en Nelson zou zich op 29 september bij deze vloot voegen om het bevel over te nemen.


Op 18 oktober verscheen in Groot Brittannië een serie zegels ter herdenking van de Slag bij Trafalgar, gebaseerd op een panoramisch waterverfschilderij dat in 1825 door William Heath werd vervaardigd.

De Britten hielden de haven van Cádiz nauwgezet in de gaten door middel van snelle fregatten, terwijl de hoofdmacht zich buiten zicht op 50 mijl (80 kilometer) westen op volle zee gereedhield. Hij hoopte op een uitbraak van de vijandelijke vloot, om deze daarna in een verrassingsaanval te verslaan. De eenheid die de haven in de gaten hield stond onder bevel van Kapitein Blackwood, commandant van HMS Euryalus. Deze strijdmacht werd op 8 oktober gebracht op een sterkte van zeven schepen, vijf fregatten en twee schoeners.


Het Isle of Man eert met een velletje de zeelieden van Man die in de Slag bij Trafalgar meevochten. Op de zegel links John Quilliam, eerste luitenant op HMS Victory.

Begin oktober had de vloot van Nelson grote behoefte aan bevoorrading, en voor dat doel werden zes linieschepen naar Gibraltar gezonden om proviand in te slaan. Meer Britse schepen voegden zich bij de strijdmacht en op 15 oktober was Nelson's vloot op volle sterkte voor de strijd. Intussen leed ook Villeneuve's vloot in Cádiz aan een ernstig tekort aan voorraden, een situatie die door de slecht bij kas zittende Fransen niet snel opgelost kon worden.


Maximumkaart van Lord Nelson en de Victory uit 1982
Hij kwam ook tweeduizend zeelieden tekort om alle schepen voldoende te kunnen bemannen. In deze omstandigheden kreeg hij orders van Admiraal Decrès uit Parijs om terug te keren naar de Middellandse Zee, en te zeilen naar de haven van Napels in Zuid-Italië. De wetenschap dat Nelson in de buurt was maakte Villeneuve onwillig om de veilige haven te verlaten. De kapiteins van de vloot hielden een stemming waarop men inderdaad besloot in de haven te blijven.


Tijdens het verblijf ver buiten de Spaanse kust had Nelson de tijd om zijn strijdplan te ontwikkelen en voor te leggen aan de andere Britse marineofficieren. Tijdens een gezamenlijk diner lichtte hij de kapiteins in over de tactiek die hij voor de strijd bedacht had. In tegenstelling tot het gebruikelijke aanvalsplan, waarbij de schepen van de tegenstanders in een lange linie met elkaar opvoeren om zo schip tegen schip strijd te leveren, wilde Nelson in twee parallelle formaties de vijand van de zijkant benaderen en recht op hen afvaren. Op deze manier was er veel meer directe communicatie mogelijk tussen de aanvallende schepen dan bij een langgerekte formatie. Het basisprincipe van zijn plan was om de slag op te breken in een aantal tweegevechten van schip tegen schip, waarbij hij van mening was dat de Engelsen door hun krachtiger kanonnen de slag zou moeten kunnen winnen.

HMS Entreprenante, een van de kleinere Britse schepen in de Slag
Het zou ook tijdrovende manoeuvres uitsparen om op dezelfde hoogte te komen als de vijand. Een bijkomend voordeel was dat, als het lukte om tussen de vijandelijke schepen door te varen, er salvo's afgevuurd konden worden op de achtersteven of de boeg, waarbij de kanonskogels in de lengterichting door het schip gingen. Dit was veel effectiever en schadelijker dan zij-aan-zij beschietingen, bovendien kon het vuur door het vijandelijke schip niet beantwoord worden. Een groot nadeel van Nelson's manoeuvre was dat de aanvallende Britse schepen gedurende meer dan een half uur op dezelfde manier onder vuur kwamen te liggen, zonder dat zij zelf terug konden schieten. Vooral de eerste schepen in de aanvalslinie zouden het zwaar te verduren krijgen.


In zijn aanvalsplan formeerde Nelson twee parallel aanvallende rijen van 16 schepen, met een derde formatie van snel varende tweedeks schepen die aan elk van de aanvalslijnen assistentie kon verlenen. Hij wilde de formatie van Franse en Spaanse schepen in het midden aanvallen om zo deze lijn in twee of drie delen op te splitsen, en het achterste deel af te scheiden van de vooraan varende schepen.


Overzicht van de schepen bij het begin van de strijd

Omdat het schip van de commandant van de vloot zich meestal in het midden van de formatie bevindt zou daar de directe aanval op gericht worden. Daar de tegenstanders met de wind mee voeren, zou het ook geruime tijd vergen eer de voorhoede gekeerd was en zich in de strijd kon mengen. Hoewel de Britse schepen in de minderheid waren, had hij geen twijfels over de overwinning.

Als voorbereiding op de strijd beval Nelson de schepen van zijn vloot in een duidelijk herkenbaar geel en zwart patroon te verven, waardoor ze in de strijd goed onderscheiden konden worden van hun tegenstanders.

Op 18 oktober ontving Villeneuve een brief, waarin hem werd meegedeeld dat Vice-Admiraal François Rosily in Madrid was gearriveerd met orders om het bevel over te nemen. Tezelfdertijd kreeg hij het bericht dat zes Britse schepen waren gearriveerd in de haven van Gibraltar. Dit gaf Villeneuve het militaire excuus om de veilige haven te verlaten, daar hij veronderstelde dat de vloot van Nelson verzwakt was. Na een storm op 18 oktober maakten de schepen zich op om uit te varen. Villeneuve was vastbesloten om de haven van Cádiz voorgoed te verlaten en het zelfs op een confrontatie met de vijand aan te laten komen, liever dan de vernedering te moeten ondergaan van het verlies van de bevelvoering.


Stormwinden bleven echter aanhouden waardoor het vertrek uit de haven keer op keer moest worden uitgesteld. Hierdoor waren de Britten echter ruim op tijd geïnformeerd over het op handen zijnde vertrek van de vloot. Villeneuve had een plan opgesteld om te vertrekken in vier eskaders van Franse en Spaanse schepen door elkaar. De kapiteins, die er al eerder voor gekozen hadden in de haven te blijven, waren niet erg geneigd Villeneuve's orders op te volgen, met als gevolg dat de schepen zonder enige orde de haven verlieten. Villeneuve had bijna de hele 20ste oktober nodig om de schepen weer in formatie te krijgen, en koers te zetten in de richting van de Straat van Gibraltar.


Kaart van het strijdtoneel bij Kaap Trafalgar
Die avond kreeg het Franse schip Achille een eskader van 18 Britse schepen in het oog, die hen achtervolgde. De vloot moest zich voorbereiden op de strijd en gedurende de nacht werden de schepen in één lange lijn gebracht. De volgende dag kwam Nelson's vloot van 31 schepen in zicht, die door de noord-westenwind achter hen snel op de vijand inliep. Villeneuve beval de schepen in drie linies te gaan varen, maar kwam alweer snel op zijn besluit terug met als gevolg een verspreide, ongelijke formatie die totaal niet meer op een linie leek.


Het Britse mini-velletje, uitgegeven op 18 oktober 2005

Om 5:40 uur in de morgen waren de Britten ongeveer 21 mijl (34 km) ten noordwesten van Kaap Trafalgar, met de Frans-Spaanse vloot tussen hen en de kaap in. Om 6:00 uur gaf Nelson het bevel de schepen paraat te zijn voor de strijd. Om 08:00 uur gaf Villeneuve plotseling het bevel aan al zijn schepen om te draaien en terug te keren naar Cádiz. Hiermee zouden ze de Britten tegemoet varen. De achterhoede onder leiding van Vice-Admiraal Pierre Dumanoir le Pelly werd hierdoor het voorste deel van de linie. De wind werd instabiel op dit punt en veranderde vaak van richting. De onervaren Fransen hadden moeite met de veranderende omstandigheden, en het duurde anderhalf uur voordat de order van Villeneuve was uitgevoerd. De Frans/Spaanse vloot vormde nu een ongelijke, gebogen lijn, met in het algemeen de langzamere Franse schepen aan de lijzijde van de Spaanse schepen, het dichtst bij de kust.


Nelson's aanvalsplan, pagina uit het Britse prestigeboekje
Tegen 11:00 uur was de gehele Britse vloot in zicht gekomen, binnen het uur zouden de tegenstanders elkaar bereikt hebben. Villeneuve was bezorgd over de formatie, zijn schepen lagen op onregelmatige afstand van elkaar en de gehele Frans/Spaanse vloot lag over een lengte van 5 mijl (8 km) verspreid. Toen de Britten naderbij kwamen merkten zij dat de Fransen en Spanjaarden in ongelijke groepjes voeren, in plaats van een rechte linie. Nelson kon het Franse vlaggenschip niet ontdekken, omdat geen van de schepen het bevelvoerende wimpel liet zien. De zes schepen die eerder naar Gibraltar zeilden waren niet teruggekeerd, zodat Nelson enige aanpassingen moest maken en zonder deze schepen de aanval moest inzetten.

Model van een Brits 24-ponder kanon
Zowel in manschappen als aantal kanonnen was de tegenstander in de meerderheid: de Fransen en Spanjaarden hadden bijna 30.000 man en 2.568 kanonnen in de strijd, terwijl Nelson beschikte over 17.000 manschappen en 2.148 kanonnen. Bovendien had de tegenstander zes slagschepen méér (18 Franse en 15 Spaanse, tegen 27 Britse), waardoor de kans bestond dat Britse schepen tegen meer dan één tegenstander tegelijk moesten vechten.

Het begin van de strijd verliep vrijwel volgens het aanvalsplan van Nelson. Om 11:35 uur gaf hij zijn beroemde vlagsignaal: "England expects that every man will do his duty" ("Engeland verwacht dat elke man zijn plicht doet"). Hij had willen zenden: "England confides that every man will do his duty", maar "confides" (vertrouwt erop) stond niet in het codeboek, daarom zond hij in plaats daarvan "expects".


Vice-Admiraal Collingwood, commandant van het tweede Britse vlaggenschip Royal Sovereign
Het woord "duty" was ook afwezig, maar dit werd letter voor letter verzonden: D-U-T-Y. Nelson leidde daarom de aanval in twee linied, de meest noordelijke aangevoerd door zijn vlaggenschip HMS Victory, terwijl Vice-Admiraal Cuthbert Collingwood met de Royal Sovereign de tweede linie aanvoerde. Beide schepen hadden 100 kanonnen aan boord. Vlak voordat de zuidelijke linie de strijd ging aanbinden zei Collingwood tegen zijn officieren: "Welnu, heren, laten we vandaag iets doen waarover de wereld niet uitgepraat raakt". Omdat er maar heel weinig wind stond tijdens de strijd, voeren de schepen slechts zeer langzaam, en de aanvoerende Britse schepen lagen bijna een uur lang onder vuur van verschillende vijandelijke schepen voor zij hun eigen kanonnen konden gebruiken.


Britse schepen breken door de linie van de vijandelijke vloot
Om 12:00 uur gaf Villeneuve het sein "Bindt de strijd aan met de vijand", en het Franse schip Fougueux loste haar eerste salvo richting de Royal Sovereign, dat haar aandacht op de Santa Ana richtte. Voordat dit schip bereikt werd kreeg de Royal Sovereign weinig effectieve beschietingen te verduren van de Fougueux, Indomptable, San Justo en San Leandro, voor zij van dichtbij een salvo naar de Santa Ana kon lossen.

Veertig minuten lang lag de Victory onder vuur van de Héros, Santísima Trinidad, Redoutable en Neptune, en hoewel vele schoten misten verwondden andere een aantal bemanningsleden en werd het stuurwiel weggeschoten, waardoor het schip benedendeks met de helmstok bestuurd moest worden.


HMS Neptune in gevecht met de Santísima Trinidad
De Victory kon het vuur niet beantwoorden. Om 12:45 uur doorsneed de Victory de vijandelijke linie tussen Villeneuve's vlaggenschip Bucentaure en Redoutable. De Victory kwam dichtbij de Bucentaure en vuurde een salvo door haar achtersteven, waardoor veel manschappen op haar kanonnendekken verwond en gedood werden. Villeneuve dacht dat zijn schip geënterd zou worden, maar Thomas Hardy, de kapitein van de Victory, verlegde zijn aandacht naar de met 74 kanonnen uitgeruste Redoutable.

Op de zegels zien we admiraal Cuthbert Collingwood, Napoleon Bonaparte, Lord Nelson en Captain Thomas Hardy.
Met de Bucentaure werd verder afgerekend door de Britse schepen Temeraire, Conqueror en Neptune.

In de grote mêlée die volgde gedurende de strijd, raakte het tuigage van de Victory verward met die van de Franse Redoutable. De bemanning van de Redoutable, met aan bord een sterke infanteriedivisie met 3 kapiteins en 4 luitenants, maakte zich op om de Victory te enteren en in te nemen.


Nelson (links) wordt geraakt
Vanuit het kraaiennest werd rond 13:15 uur een musketkogel afgevuurd op Nelson, die in de schouder werd geraakt, z'n long doorboorde waarna de kogel zich vastzette in zijn ruggengraat. Nelson riep uit: "Het is ze eindelijk gelukt, ik ben dood". Hij werd benedendeks gedragen waar hij omstreeks 16:30 uur overleed, terwijl de slag die hem tot een legende zou maken eindigde in een overwinning voor de Britten.

De Victory staakte het vuren, omdat de kanonniers op het bovendek nodig waren voor het gevecht tegen de Franse grenadiers. Terwijl de Fransen gereed stonden om aan boord van de Victory te gaan, kwam het Engelse schip Temeraire te hulp en joeg een salvo door de Franse bemanning, waarbij veel slachtoffers vielen.


Nelson wordt benedendeks gebracht, maar blijft nog uren bij bewustzijn.
Om 13:55 uur was kapitein Lucas van de Redoutable, met nog slechts 99 man over van de 643 en zelf zwaar gewond, genoodzaakt zich over te geven. De Franse Bucentaure werd door de Victory en de Temeraire afgezonderd en daarop aangevallen door de Neptune, Leviathan en Conqueror. Het Spaanse slagschip Santísima Trinidad, het grootste schip in de strijd, werd op dezelfde manier geïsoleerd en overwonnen. Zij gaven zich na drie uur strijd over.


De Britse HMS Ajax (74 kanonnen) in gevecht met de Spaanse Neptune met 80 kanonnen
De Britten veroverden 22 schepen van de Frans-Spaanse vloot, en verloren er zelf niet één. Van de vijandelijke schepen zonk de Redoutable, de Santísima Trinidad en Argonauta werden later door de Engelsen tot zinken gebracht, de Achille explodeerde, de Intrepide en Augustin brandden uit en de Aigle, Berwick, Fougueux en Monarca vergingen in de storm die volgde op de zeeslag. Nelson beval op z'n sterfbed dat de schepen voor anker moesten gaan vanwege de storm die voorspeld was, maar een aantal van de ernstig beschadigde schepen zonk alsnog of liep vast op de ondiepten voor de kust.


Vice-Admiraal Villeneuve werd gevangengenomen en naar Engeland overgebracht. Tijdens zijn terugkeer naar Frankrijk in 1806 werd hij in de kamer van de herberg te Rennes, waar hij overnachtte, gevonden met zes messteken in de borst. Officieel werd verklaard dat hij zelfmoord had gepleegd.


Slechts elf schepen keerden terug in Cádiz, waarvan er nog maar vijf zeewaardig werd bevonden. Onder kapitein Julien Cosmão voeren zij twee dagen later uit om een aantal prijsschepen terug te veroveren. Dit lukte bij twee schepen, en Collingwood was ook gedwongen enkele andere tot zinken te brengen.
Toen Rosily in Cádiz arriveerde trof hij er maar vijf Franse schepen aan, in plaats van de 18 die hij verwachtte. Deze vijf schepen bleven liggen in de haven van Cádiz tot 1808, toen Napoleon Spanje binnenviel. De Franse schepen werden door de Spaanse troepen in beslag genomen en later tegen Frankrijk ingezet.


De zwaar gehavende "Victory" wordt door HMS Neptune naar Gibraltar gesleept
De beschadigde HMS Victory werd voor reparatie naar de haven van Gibraltar gesleept, met aan boord het lichaam van Admiraal Nelson, veilig verpakt in een ton met brandewijn. Nadat noodreparaties waren uitgevoerd zeilde het schip terug naar Engeland. De vele gewonde Engelsen werden in het Marinehospitaal in Gibraltar behandeld, degenen die uiteindelijk toch stierven aan de verwondingen die zij in de slag hadden opgelopen zijn begraven op het Trafalgar Cemetary,

aan het zuidelijke einde van Main Street in Gibraltar. Nelson's staatsbegrafenis op 9 januari 1806 was de grootste in de Britse geschiedenis. Een stoet met een lengte van 2,5 kilometer volgde Nelson's doodskist naar zijn laatste rustplaats, de kathedraal van St. Paul in Londen. Elk jaar nog wordt in Engeland op 21 oktober "Trafalgar Day" herdacht.

De Britse verliezen beliepen 1.587 man, terwijl de Franse en Spaanse slachtoffers op 16.000 geschat worden. Het grote succes van de Engelsen, hoewel in de minderheid zowel aan manschappen als aan schepen, laat zich makkelijk verklaren. De Britse marine beschikte over ervaren, uiterst gedisciplineerde manschappen en zeer bekwame officieren, terwijl de Engelse kanonnen krachtiger waren dan welke andere dan ook. De Fransen hadden beduidend minder gevechtservaring, de meeste Franse schepen werden voornamelijk gebruikt voor de bevoorrading van troepen overzee. Om van de Spanjaarden maar helemaal niet te spreken: vele matrozen waren speciaal voor deze missie geronseld en een aantal van hen was zelfs voor het eerst op zee.


De zegel rechts geeft een beeld van de staatsbegrafenis van Nelson

De zeeslag bij Trafalgar is van grote historische betekenis omdat de Britse overwinning de weg vrijmaakte voor ruim een eeuw van Britse maritieme suprematie en de vestiging van een wereldwijd Brits imperium. De HMS Victory, het vlaggenschip van Nelson, ligt tegenwoordig in de haven van Portsmouth, gerestaureerd zoals het was tijdens de Slag. Het is het enige schip dat de Slag overleefde, alle andere schepen (als ze al niet tijdens of vlak na de zeeslag gezonken waren) zijn na een aantal jaren uit de vaart genomen en gesloopt.


De gerestaureerde "Victory" in de haven van Portsmouth
Zo slecht als de Fransen het op zee was vergaan, zo succesvol was Napoleon op het slagveld. De Slag bij Trafalgar vond plaats op de dag na de Slag bij Ulm, en Napoleon hoorde pas een week later over de gebeurtenissen op zee. Hij had de Parijse media stevig onder controle en hield de nederlaag voor het volk een goed bewaard geheim. In de Franse propaganda werd de slag later omschreven als een "klinkende overwinning voor de Fransen en de Spanjaarden". Napoleon heeft nooit meer pogingen ondernomen om Engeland binnen te vallen, en beperkte zich tot een blokkade van West-Europese havens voor goederen uit Engeland. Generaties lang kregen Franse schoolkinderen te leren dat Trafalgar een "onbeduidende zeeslag was waarin een Engelse admiraal werd gedood". Het gevolg was echter wel dat Franse marineofficieren sindsdien nooit meer met "sir" aangesproken werden.


Herdenkingsvelletje van Palau
Nog geen twee maanden na de Slag bij Trafalgar, op 2 december 1805, boekte Napoleon een beslissende overwinning tegen een Oostenrijks-Russisch leger in de Slag bij Austerlitz (de huidige stad Slavkov u Brna, ca. 20 km van Brno in Tsjechië). De Royal Navy werd echter nooit meer door de Fransen bedreigd, en hield haar suprematie op zee tot het begin van de Eerste Wereldoorlog, toen Duitsland een grote vloot op zee bracht.

Nelson werd door de Britse overwinning de grootste zeeheld van Engeland. Het eerste monu-ment te zijner nagedachtenis werd in 1806 op de Glasgow Green opgericht. Dit 44 meter hoge monument werd ontworpen door David Hamilton en betaald uit particuliere giften. Rond de voet staan de namen van zijn belangrijkste overwinningen: Aboukir (1798), Copenhagen (1801) en Trafalgar (1805).


Het Nelson-monument op Barbados
In 1808 werd in Dublin een hoge zuil opgericht met daarop een stand-beeld van Nelson (veel bemanningsleden tijdens Trafalgar waren Iers), dat daar stond tot het in 1966 door de IRA werd opgeblazen. In Londen werd het King William the Fourth's Square omgedoopt tot "Trafalgar Square", waarop in 1843, na reconstructie van het plein, een 170 voet (ruim 50 meter) hoge zuil werd opgericht met daarop het standbeeld van Nelson. De vier reusachtige bronzen leeuwen aan de voet zouden gemaakt zijn uit het materiaal van de Franse kanonnen die in de Slag bij Trafalgar buit zijn gemaakt.

Afgelopen jaar werd de Slag bij Trafalgar niet alleen filatelistisch herdacht, er zijn op diverse plaatsen in Engeland feestelijke herdenkingsceremonies gehouden, o.a. in St. Paul's Cathedral en op Trafalgar Square. Op 28 juni woonde Koningin Elisabeth II de grootste vlootschouw van deze tijd bij in de Solent, de zeestraat tussen Portsmouth en het eiland Wight. Op 21 oktober werden op zee bij de baai van Trafalgar marineoefeningen uitgevoerd, waaraan schepen van Groot-Brittannië, Frankrijk en Spanje deelnamen. Veel afstammelingen van hen die gevochten hebben in de Slag bij Trafalgar waren bij deze ceremonie aanwezig, waaronder familie van Lord Nelson.

Ton Vis


Het Britse prestige-postzegelboekje