Turkije, brug tussen oost en west

De laatste jaren is Turkije sterk in opkomst gekomen als een geliefde vakantiebestemming, voor veel toeristen bieden de zonovergoten stranden en een gerieflijke, goedkope 'all-inclusive' accommodatie een


Vlag van Turkije en het monument voor de gevallenen
grote aantrekkingskracht. Maar Turkije biedt nog veel méér dan alleen zon, zee en strand, dat zal u in dit artikel wel duidelijk worden. Het land heeft een rijke geschiedenis, een boeiende cultuur en een grote landschappelijke verscheidenheid. Kom kennismaken met Turkije!

Geschiedenis
Het gebied rond de Middellandse Zee, en zeker ook het oostelijk deel, vormt de bakermat van onze beschaving. Klein-Azië, waarvan het huidige Turkije een groot deel uitmaakt, hoort daar zeker bij. De huidige Turken zijn echter niet de oorspronkelijke bewoners van het gebied, het schiereiland Anatolië, gelegen tussen de Zwarte Zee en de Middellandse Zee, werd al duizenden jaren eerder bewoond door volkeren als de Hettieten, Phrygiërs, Lydiërs, Urarteërs, Armeniërs en Grieken. De oudste sporen van bewoning in Turkije zijn gevonden aan de Middellandse Zeekust, in de Karain grotten bij


Griekse invloeden: de tempel
van Zeus te Silifke
Antalya werden 100.000 jaar oude werktuigen gevonden. Rond 2000 v.Chr. trok vanuit Centraal Azië een stam het huidige Turkije binnen, de Hettieten. Zij slaagden er in een groot deel van Klein-Azië in handen te krijgen. In de 9e eeuw

De zuil van Constantijn in Istanboel
v.Chr. namen de Urartiërs de macht van de Hettieten over en beheerden een gebied dat zich uitstrekte over een gebied dat het huidige Armenië, Irak en Turkije omvat.

In het westen was rond 1100 v.Chr. de kolonisatie door de Grieken op gang gekomen. Uit de combinatie van de Hellenistische cultuur en invloeden van de oorspronkelijke bewoners ontstond de hoogstaande Ionische cultuur. Toen in de 6e eeuw v.Chr. de Perzen het Urartische rijk veroverden, behielden alleen de Griekse kuststeden hun onafhankelijkheid.


Istanboel
De Perzen werden op hun beurt weer verdreven door de Macedonische koning Alexander de Grote, die in de 4e eeuw v.Chr. vrijwel de hele 'beschaafde wereld' wist te veroveren. Bij zijn dood in 323 v.Chr. strekte zijn rijk zich uit van Griekenland tot aan het huidige Pakistan. In de 2e eeuw v.Chr. kwam Anatolië onder de invloedssfeer van het Romeinse Rijk. Anatolië was de eerste provincie van het Romeinse Rijk waar een groot deel van de bevolking overging tot het christendom. Grondlegger hiervoor was de Romeinse keizer Constantijn de Grote, die een nieuwe hoofdstad voor het Romeinse Rijk stichtte op de plaats van de Griekse stad Byzantium. Constantijn, die een warm pleitbezorger werd voor het christelijke geloof, noemde de stad Nova Roma (Nieuwe Rome), maar de stad werd al snel Constantinopel genoemd, naar haar stichter. Constantinopel was strategisch gelegen aan een kruispunt van zowel land- als zeeroutes. De nieuwe hoofdstad lag dichter bij het economische zwaartepunt van het rijk en ver weg van het oude (heidense) Rome.

De slag bij Manzikert (1071)
Na het uiteenvallen van het Romeinse Rijk door het binnenvallen van Germaanse volkeren, werd Constantinopel het centrum van het Byzantijnse rijk, dat nog bijna 1000 jaar zou bestaan. In deze periode werd het gebied grotendeels Griekstalig, met uitzondering van het oostelijke deel waar de Koerden en Armeniërs hun eigen taal behielden.

De Turken in het huidige Turkije zijn de afstammelingen van Oghus-stammen die vanuit Centraal-Azië Anatolië hebben veroverd. Zo versloeg in 1071 de Seltsjoekse leider Alp Arslan de Byzantijnse keizer Romanus IV in de slag bij Manzikert. Dit resulteerde in de stichting van


Seltsjoekse ruiter
een Seltsjoeks sultanaat rond de stad Iconium (Konya). In 1176 deed de Byzantijnse keizer Manuel I een laatste poging om de in Centraal-Anatolië gevestigde Seltsjoeken te onderwerpen, maar zijn leger leed een zware nederlaag. Toen de kruisvaarders in 1204 Constantinopel veroverden raakte het Byzantijnse rijk zodanig verzwakt, dat in de eeuw daarna vrijwel heel Anatolië in handen van de Turken viel.


De grote Sultan Suleiman I (1495-1566)
Rond 1300 stichtte Osman I, een officier in het leger van de Seltsjoeken, een dynastie die, na gewonnen oorlogen tegen o.a. Mongolen en Hongaren, zou uitgroeien tot het machtige Osmaanse (Ottomaanse) rijk. Dit rijk zou tot 1923 blijven bestaan. In 1453 veroverden de Turken Constantinopel, dat daarna de hoofdstad werd van het Rijk. Dit luidde een periode in van grote culturele bloei en de verovering van en heerschappij over grote delen van het Midden-Oosten, de Balkan en Noord-Afrika. Zowel in 1529 als in 1683 stonden de Turken aan de poorten van Wenen, de eerste grote versterkte Europese stad vanaf de Balkan. Zouden de Turken de stad

Aan het Osmaanse hof
veroveren en als steunpunt kunnen gebruiken, dan stond niets een verdere opmars naar Berlijn of Parijs hen in de weg. Een gecombineerd Pools-Duits-Oostenrijks leger wist echter de Turken te verslaan, wat als een keerpunt wordt gezien naar de ondergang van het Ottomaanse rijk. Langzaam aan heroverden Oostenrijk en Rusland grote delen van het Ottomaanse grondgebied, en werd de islam voor een deel weer uit Europa verdreven.

De macht van de Ottomanen in de Middellandse Zee maakte ook de eerste betrekkingen tussen de Turken en Nederlanders mogelijk. Het Ottomaanse Rijk verkeerde in staat van oorlog met de Heilige Liga,


Het badhuis van Suleiman I
waar Spanje deel van uitmaakte. Gezien de gezamenlijke vijand zocht Willen van Oranje contact via een Sefardische Jood, een internationaal bankier die uit Antwerpen gevlucht was en zich in Constantinopel vestigde. Deze betrekkingen dateren vanaf 1571 en schilderijen van oude meesters uit de 16e eeuw tonen Turkse handelaren die invloed kregen op de Nederlandse economie. Zo werd in de Nederlanden de tulp geïntroduceerd, een bolgewas waarin een enorme speculatieve handel ontstond. Nederland geldt dan wel als tulpenland, maar oorspronkelijk komt deze bol uit Turkije.


Obelisk van het Hippodrome in Istanboel
In de 18e en 19e eeuw verloor Turkije steeds meer aan macht en aanzien, vooral door toedoen van Rusland dat steeds meer macht in het Middellandse Zeegebied probeerde te krijgen. De laatste grote oorlog tussen Turkije en Rusland was de Krim-oorlog (1853-1856), een internationaal conflict waarbij Turkije gesteund werd door legereenheden van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en de Italiaanse staten Sardinië en Savoye. De alliantie won de strijd, maar bij de Vrede van Parijs werd duidelijk hoezeer verzwakt Turkije was. De Turken konden hun onafhankelijkheid nog wel behouden, maar hadden er verder weinig macht meer over.


Deze zegel uit 1917 toont soldaten in de loopgraven
Tijdens de Eerste Wereldoorlog kozen de Ottomanen partij voor centrale mogendheden Duitsland, Oostenrijk en Bulgarije, die uiteindelijk de oorlog verloren. Tijdens en kort na de oorlog werden diverse bevolkingsgroepen gedwongen te verhuizen, zoals de Grieken, Armeniërs en Assyriërs. Met name veel Armeniërs kwamen hierbij om het leven, schattingen lopen uiteen van 200.000 (volgens de Turken) tot 1,5 miljoen mensen.

Opruimingsuitgifte tijdens WO1, opdruk ster en sikkel met jaartal 1331 (1915)
Thans woedt er, 90 jaar na dato, nog een felle discussie is hierbij sprake is van oorlogsslachtoffers of volkerenmoord. Het officiële Turkse standpunt is dat er bij elke bevolkingsgroep tijdens WO1 in Anatolië slachtoffers vielen en Armenië geen aanspraak kan maken op exclusiviteit van de genocide. Buiten Turkije wordt het echter algemeen gezien als volkerenmoord.

Bij het verdrag van Sèvres (1920) werd het Ottomaanse Rijk onder de overwinnaars verdeeld. Het westelijk deel van Anatolië werd Grieks, zuidelijke delen kwamen onder Italiaanse, Britse en Franse controle. Voor de Turken was slechts het noordelijke deel gereserveerd. Omdat deze verdeling feitelijk het einde van de Turkse staat op Anatolië inhield, werd dit door de Turken niet geaccepteerd. Vooral het feit dat de Grieken de gehele Egeïsche kust en een groot deel van het achterland kregen toebedeeld was een aantasting van de Turkse eer.


Kaart van de Dardanellen met portret van Sultan Mohammed V
De Turken namen het daarom in de Turkse onafhankelijkheidsoorlog (1919-1923) op tegen de geallieerden. Het was legerleider Mustafa Kemal die hierin een bepalende rol speelde.

In 1922 dreven de Turken de Grieken letterlijk de zee in en kwam er een einde aan het bloedige conflict. Sultan Mehmed (Mohammed) V, die het beschamende Verdrag van Sèvres had goedgekeurd, werd afgezet en Mustafa Kemal werd erkend als de nieuwe leider van Turkije. Hij tekende in 1923 de Vrede van Lausanne, die een eind maakte aan de oorlog en waarbij de nieuwe grenzen van Turkije werden vastgelegd. Op 29 oktober 1923 stichtte hij de Republiek Turkije.


Mustafa Kemal
(1881-1938)
In de daaropvolgende jaren moderniseerde Mustafa Kemal het land op rigoureuze wijze en bouwt een staat op naar westers model. Het kalifaat werd afgeschaft, het schrift veranderde van Arabisch naar Latijns, het onderwijs werd gemoderniseerd en er werd een nieuwe grondwet ingevoerd. Ankara werd de nieuwe hoofdstad van Turkije en Kemal voerde verregaande sociale en politieke hervormingen door. De belangrijkste maatregel is wel de 'layiklik' in 1928, de absolute scheiding tussen kerk en staat. Het dragen van een hoofddoek werd verboden in openbare ruimtes. In

Kemal Atatürk is in Turkije alom-tegenwoordig, ook in de filatelie
1934 kreeg hij van het volk de naam 'Atatürk', wat 'vader der Turken' betekent. Mustafa Kemal Atatürk overleed op 10 november 1938 op 57-jarige leeftijd aan levercirrose. Hij geniet in het hedendaagse Turkije nog steeds een haast mythische status en openbare kritiek op hem in de media is niet mogelijk. Zijn portret hangt nog steeds in alle openbare gebouwen. Ook staat hij op de lira, de Turkse munteenheid.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef Turkije lange tijd neutraal, omdat eerdere oorlogen in het land veel ellende hadden veroorzaakt. In


Turkije is sinds 1952 lid van de NAVO
februari 1945 verklaarde het land - voornamelijk symbolisch - Duitsland en Japan de oorlog. In 1952 traden Turkije en Griekenland gelijktijdig toe tot de NAVO. Hierdoor kreeg de NAVO toezicht op de Bosporus, de zeestraat die de Zwarte Zee verbindt met de Middellandse Zee, een belangrijke scheepvaartroute voor de Russen.

In 1960 werd tussen Turkije, Engeland en Griekenland een garantieverdrag gesloten omtrent het eiland Cyprus, dat tot dan toe aan de Britten toebehoorde maar door etnische spanningen in een staat van onrust verkeerde. Dit verdrag stond militair ingrijpen toe als de status quo, die tijdens de onafhankelijkheid in 1959 was


Cyprus, controverse tussen Griekenland
en Turkije
afgesproken, ondermijnd werd. Ondermeer werd bepaald dat Cyprus zich niet mocht binden of aansluiten bij andere staten. Na een coup van Nicos Sampson, de leider van een door de Griekse junta gesteunde rebellenorganisatie EOKA, viel het Turkse leger in 1974 het eiland binnen. Al geruime tijd verkeerde Cyprus in staat van burgeroorlog, waarbij door aanslagen veel Turkse en Griekse bewoners omkwamen. Na de Turkse interventie keerde de rust op het eiland terug, maar uiteindelijk resulteerde het in een scheiding van Cyprus in een Grieks- en een Turks-Cypriotische Republiek. Veel Grieken en Turken op Cyprus waren gedwongen te verhuizen en hun bezittingen op te geven.


Turkije laat graag zien dat het een moderne staat is, hier de stuwdam bij Sariyar
Een andere heikele kwestie betreft de Koerden, een volk met een eigen taal en cultuur in het zuidoosten van Turkije en het noorden van Irak. Vanaf 1980 strijden de separatistische Koerden voor (gedeeltelijke) autonomie. Lange tijd was het gebruik van de Koerdische taal verboden, ook werd onderwijs in het Koerdisch niet door Turkije verzorgd. De Koerdische groepering PKK (Partiya Karkeren Kurdistane) voerde jarenlang een guerrilla, die pas luwde na de arrestatie van hun leider Abdullah Öcalan. Omdat de Koerdische kwestie een toetreding van Turkije tot de Europese Gemeenschap blokkeert zijn er in 2009 grote stappen gezet om de rechten van de Koerdische minderheid te verbeteren.


Weldadigheidszegel t.b.v. de Rode Halve Maan (Rode Kruis)
Sinds de jaren '50 is Turkije een aantal keren heen en weer geslingerd tussen democratie en dictatuur. In 1960, 1971 en 1980 pleegde het leger een staatsgreep. Na enkele jaren van militair bestuur kwam er steeds weer een civiele regering. Na het aannemen van een nieuwe grondwet werden er in 1983 weer verkiezingen gehouden, waarbij de Moederlandpartij van Turgut Özal een absolute meerderheid behaalde. Deze partij besteedde veel aandacht aan het stimuleren van buitenlandse investeringen. Hiervan profiteerde ook het toerisme sinds het midden van de jaren '80.

De islamitische Partij voor Recht en Ontwikkeling (AKP), onder leiding van de oud-burgemeester van Istanboel Recep Tayyip Erdogan, behaalde bij parlementsverkiezingen in november 2002 een monsterzege, de partij kreeg 363 van de 550 zetels in het parlement. Op 14 maart 2003 presenteert Erdogan zijn nieuwe regering, met oud-premier Abdullah Gül als vice-premier en minister van


Turkse Rivièra, hier Alanya
buitenlandse zaken. Bij het aantreden van de AKP-regering heerste met name in militaire kringen grote scepsis omtrent het democratische en seculiere gehalte van de regering. Desondanks werd de regering het voordeel van de twijfel gegund. De prioriteiten van de AKP-regering zijn democratisering, verdere hervorming van de economie en de toetreding tot de EU. Op 3 oktober 2005 zijn hierover toetredingsonderhandelingen gestart. In 2007 werd Abdullah Gül tot president verkozen.


Turkije kent een zeer gevarieerde fauna, hier een aantal roofvogels
Bevolking
Telde de bevolking van Turkije aan het begin van de 20e eeuw nog 12 miljoen inwoners, nu wonen er bijna 77 miljoen mensen. Hiervan zijn 73% Turken, 21% Koerden en verder nog wat volkeren als Tjerkessen, Arabieren, Syriërs, Armeniërs en Abchazen. De Turkse bevolking is relatief jong. Ruim 55% van de bevolking woont in de stad. De grootste steden zijn Istanboel (12,5 miljoen inwoners), Ankara (4,1 miljoen) en Izmir (3,1 miljoen). Circa 1,5 miljoen Turken werken in het buitenland, vooral in West-Europa. Hiervan werken er ca. 1 miljoen in Duitsland en zo’n 180.000 in Nederland.


Congrespaleis in Ankara
Het Turks, dat door 90,5% van de bevolking gesproken wordt, is de enige officiële taal. Tot de vele minderheidstalen behoren het Koerdisch, Arabisch, en het Armeens. Het Turks kwam met de naar het westen trekkende nomaden ongeveer in de 10e eeuw naar Klein-Azië. Sinds 1928 wordt het Turks volgens het Latijnse alfabet geschreven. Het huidige Turks heeft veel leenwoorden overgenomen uit het Frans, Perzisch en Arabisch. De taal wordt tot in het westen van China (o.a. door de Oeigoeren en Kirgiezen), op de Kaukasus en in Centraal-Azië nog door miljoenen mensen gesproken.


De enorme Moskee van Selim in Edirne (het vroegere Adrianopel)
Hoewel kerk en staat volgens de leer van het Kemalisme strikt gescheiden zijn, hangt bijna 98% van de bevolking de gematigde soennitische variant van de islam aan. De godsdienst is een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven. Zo heeft Turkije de meeste moskeeën ter wereld en nationale feestdagen zijn gebaseerd op belangrijke islamitische feesten, zoals het Offerfeest en het Suikerfeest. De nationale feestdag is op 29 oktober, de dag dat de republiek in 1923 werd gesticht.

Tot 1923 was de islam de officiële staatsgodsdienst van het toenmalige Ottomaanse Rijk. Met de oprichting van de Turkse republiek in 1923 werden staat en religie van elkaar gescheiden en de islam als officiële godsdienst afgeschaft. Zo werd er een einde gemaakt aan de


Konya, de stad van de
dansende derwisjen
Ottomaanse sharia (wetgeving), werd polygamie verboden en werden er westerse kledingvoorschriften ingesteld voor mannen en vrouwen in openbare functies. Wel werd er een Directoraat van Godsdienstzaken ingesteld, de Diyanet, die het religieuze leven van de bevolking onder controle houdt.

Van oudsher komen ook het christendom, en in beperkte mate het jodendom, voor in Turkije. Het gaat dan vooral om Grieken, Armeniërs, Arameeërs en Assyriërs die voor de komst van de Turken al in deze streken leefden. Sinds 1960 bestaan diplomatieke betrekkingen tussen Turkije en het Vaticaan en in 1966 werd een apostolische nuntiatuur opgericht. Toch ondervinden de christelijke, alevitische en joodse minderheden in Turkije vaak belemmeringen bij het uitoefenen van hun geloof.


Troje
Cultuur
Voor de toerist die op zoek is naar cultuur is Turkije een waar paradijs. Het land is een ware schatkamer van alle volkeren en beschavingen die er zich in de loop der eeuwen vestigden. Daar komt bij dat al sinds het begin van het Ottomaanse rijk de Turken zich hebben ingespannen om oudheden te bewaren en waar nodig te restaureren, zodat er veel bewaard is gebleven. Waar de Romeinen zich aan hun oudheden weinig gelegen lieten liggen en de Grieken zelfs alle niet-Griekse invloeden van hun oudheidkundige plaatsen verwijderden, lieten de Turken alles het liefst precies zoals het was. Verspreid over het land vindt men nog honderden historische locaties zoals de ruïnesteden

Het amfitheater in Aspendos
Troje, Efese, Pergamon, Milete, Hierapolis en Myra. In Aspendos is het best bewaarde theater uit de oudheid te vinden. Wereldberoemd zijn de overblijfselen van Hattusa, de oude hoofdstad van het Hettitische rijk.

We moeten ook bedenken dat de hele Griekse mythologie, zoals Homerus deze beschreven heeft in zijn Ilias en Odyssee, zich in deze hele regio heeft afgespeeld. Noach zou met zijn ark gestuit zijn op de berg Ararat, met 5165 meter de hoogste berg in Turkije. Abraham, een van de Joodse aartsvaders, werd geboren in Edessa, het huidige Urfa. In de buurt van Antalya had de Egyptische koningin Cleopatra haar liefdesnestje met de Romeinse keizer Antonius. En alle volkeren die het land hebben bewoond, bezet of er doorgetrokken zijn hebben er hun sporen nagelaten.
Ook de kruisvaarders zijn langs de kusten van Anatolië getrokken op weg naar het Heilige Land en hebben op verschillende plaatsen langs


Het kerkje van St. Nicolaas in Demre
de kust versterkte burchten en kruisvaardersforten achtergelaten. In Demre, het vroegere Myra, vinden we de grafkerk van de Heilige Nicolaas, beschermer van kinderen en zeevaarders. Deze bisschop, die hier in de 3e eeuw leefde, is in de Grieks-Orthodoxe kerk een veel belangrijker Heilige dan in de Katholieke Kerk.

Istanboel is een bezoek meer dan waard. Het is de enige stad ter wereld die op twee continenten ligt: een Europees deel en een Aziatisch deel, gescheiden door de Bosporus. Naast vele islamitische


De Toren van Leandros in de
monding van de Bosporus
monumenten bezit Istanboel het hoogtepunt van de Byzantijnse bouwkunst, de Aya Sophia (6e eeuw). Vooral tijdens de hoogtijdagen van het Ottomaanse rijk, dat zich uitstrekte van Marokko tot de Indische Oceaan en van Wenen tot diep in Perzië, werd er enorm veel geld uitgegeven ter verfraaiing van de stad. Tot de bezienswaardigheden

Istanboel, Aya Sophia
horen het Topkapi paleis, de Sultan Ahmetmoskee, de Grote Bazaar, de Galatatoren en de Prinseneilanden. Deze bruisende stad is niet voor niets door de Unesco dit jaar uitgeroepen tot Culturele Hoofdstad van Europa.

Sport
Voetbal is de nationale sport in Turkije. Het land telt talloze voetbalclubs waarvan er een aantal ook op internationaal niveau uitstekend meedraaien, zoals onder andere Fenerbahce, Galatasaray,


Voetbal
Trabsonspor en Besiktas. Het Turkse nationale voetbalelftal werd derde bij de wereldkampioenschappen in 2002, maar het wist zich niet te plaatsen voor het WK in

Basketbal
Zuid-Afrika. Andere populaire sporten zijn basketbal, volleybal, gewichtheffen en Formule 1. Toeristen kunnen zich in Turkije bezig houden met o.a. raften, duiken en zeilen. Ook worden er golfreizen naar Turkije georganiseerd.

Een traditionele nationale sport is het olieworstelen, een sport die sinds de 17e eeuw zeer populair is. De worstelaars (Pehlivan) dragen alleen een speciaal van waterbuffelhuid gemaakte broek (Kispet) die vaak zo rond de 13 kilo weegt. Een pehlivan is verslagen als zijn borstkast naar de hemel is toegekeerd of als hij een val maakt. Het grootste en langste (al sinds


Folkloristische dansgroep
650 jaar) olieworsteltoernooi wordt elk jaar gehouden in Kirkpinar vlakbij Edirne in de maanden juni en juli. Het toernooi duurt drie dagen, de zon kan heet zijn en de gevechten lang. De winnaar van dit toernooi mag zich de beste olieworstelaar van het land noemen en neemt een 24 karaats gouden riem mee naar huis die 1.5 kilo weegt. Het jaar daarop moet de riem wel weer teruggebracht worden.

Eten en drinken
De (echte) Turkse keuken staat bij de vier besten ter wereld geklasseerd (na de Franse, de -echte- Chinese en de Italiaanse). De gerechten worden licht, en zeker niet pikant gekruid, de kebabs zijn heerlijk. Vooral een doner kebab (lamsvlees) is het proeven waard. Meze zijn kleine, fijne voorgerechten en cacik is de typische lekkere yoghurt. Deze yoghurt is een traditioneel nomadenvoedsel en maakt


Turkije staat bekend om z'n tapijt-knoopkunst
nog steeds een belangrijk deel uit van de Turkse keuken. Ook de corba (soep met graankorrels en yoghurt) smaakt. Feta is een lekkere geitenkaas, die men eet met een laagje olie en wat peper.

Turkije is een land van zoetebekken. Heerlijk zijn de taarten en desserts, maar ze zijn altijd erg zoet. Baklava is de meest geliefde patisserie en ook lokum (Turks Fruit) is populair. Raki (anijssmaak) is het nationaal aperitief. De populaire benaming is 'leeuwenmelk'. Raki gaat er zachtjes in, maar bedenk wel dat het goedje tussen de 45 en 50 procent alcohol bevat. Raki wordt het meest gedronken met water en een blokje ijs.

Turkije heeft ook een behoorlijk bier (Efes, Tekel maar ook Tuborg) en degelijke wijnen (Doluca Riesling, Karmen, Yakut), hoewel enige vergelijking met de Franse producten hier niet opgaat. De muntthee (cai = spreek uit: chai) is lekker en vooral digestief (aanbevolen ook bij buikloop). Een dorstlesser is Ayran, een ongezoete yoghurt met bruisend mineraalwater.

Geografie en klimaat
De totale oppervlakte van de Turkse republiek (Turkiye Cumhuriyeti) bedraagt 780.576 km, waarmee het land ruim 22 maal zo groot is als Nederland en 3 maal de oppervlakte heeft van Duitsland. Van heel Turkije ligt slechts 3% op het Europese continent. De rest, Anatolië,


Het Turkse land wordt door de bevolking op handen gedragen
ligt in Azië. Anadolu, zoals de Turken dit noemen, dankt zijn naam aan de Grieken die het simpelweg naar de winstreek hadden genoemd (anatoli is het Griekse woord voor oosten).

Turkije heeft een kustlijn van maar liefst 8000 kilometer, tweederde deel van alle landsgrenzen. Het aantal stranden is echter gering door het bergachtige landschap dat tot de kust doorloopt. Het land wordt beheerst door twee bergketens: het Taurus gebergte in het zuiden en het Pontisch gebergte in het noorden. Daartussen ligt het Anatolisch hoogland. De rivieren, die door smeltwater uit de bergen worden gevoed, hebben geen afwatering naar zee. Hierdoor konden grote zoutmeren ontstaan, zoals het Tuz Gölü.

Omdat het Anatolisch schiereiland ligt op een aantal geologische breuklijken, komen aardbevingen met enige regelmaat voor. Maar ook vulkanische activiteit is niet geheel uitgesloten. Bij Pammukale vinden we een aantal warmwaterbronnen. Het water uit deze bronnen, dat bijzonder mineraal- en kalkrijk is, heeft wonderlijke kalksteenterrassen


Cappadocië
gecreëerd. In het oostelijk deel van Anatolië vinden we de landstreek Cappadocië, waar mens en natuur samen een landschap hebben gecreëerd van bergen, grotten en vreemde rotsformaties. In vervlogen tijden vormde deze streek een schuilplaats voor vervolgde christenen.

Het klimaat in Turkije is net zo divers als het landschap. In de Zwarte Zeeregio in het noorden heerst het mildste klimaat, de zomers zijn er warm en de winters zacht. Langs de west-


Zeeleven
en zuidkust heerst een Middellandse Zeeklimaat, met warme zomers en milde winters. Hier liggen de belangrijkste badplaatsen van Turkije. Antalya is met 3220 uur zon een van de zonnigste plaatsen van het land. Van november tot en met maart valt er aan de zuidkust echter bijzonder veel regen, zo kan er in deze regio tot 2000 mm per jaar vallen, veel meer dan in Nederland. In centraal-Anatolië heerst een landklimaat met droge, warme zomers, een aangenaam voor- en najaar en koele winters. De hoger gelegen gebieden kennen een continentaal bergklimaat.

Economische ontwikkeling
Turkije heeft een vrije markteconomie, waarin de particuliere sector overheerst. In de tweede helft van de 20e eeuw draaide de economie voor een groot deel op de landbouw en veeteelt, en op het geld dat gastarbeiders uit West-Europa naar huis stuurden. Nadat het land in 2000 en 2001 door een zware financiële en economische crisis werd getroffen zijn er onder leiding van Kemal Dervis een indrukwekkend aantal hervormingen doorgevoerd, ondersteund door het Internationale Monetaire Fonds. Onder andere werd het investeringsklimaat voor


Turkije heeft een aantal bekende luchtvaartmaatschappijen, hier een DC3 uit de luchtvaarthistorie
buitenlandse ondernemingen sterk verbeterd en werd er een begin gemaakt met de liberalisering van de energiemarkt. Op dit moment is de situatie een stuk rooskleuriger: Turkije heeft een redelijk goed opgeleide, jonge bevolking, lage arbeidskosten en een unieke ligging tussen Europa, Azië en het Midden-Oosten. Exportproducten zijn vooral textiel, levensmiddelen en staal. Belangrijkste handelspartners zijn Duitsland, Japan en Italië.

Turkije behoort bij de G20, een groep die de 20 grootste economieën van de wereld bijeen brengt. Het land is mede-oprichter van de Verenigde Naties, de Organisatie van de Islamitische Conferentie, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)


Turkije 15 jaar NAVO-lid
en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Het is lid van de Raad van Europa sinds 1949 en lid van de NAVO sinds 1952. Sinds 2005 onderhandelen Turkije en de Europese unie over toetreding tot de EU. Met name de Verenigde Staten onderhouden warme betrekkingen met de Turkse regering, het land heeft veel invloed in de regio en het is het enige islamitische land dat lid is van de NAVO en daardoor voor de USA een unieke brugfunctie kan vervullen.


Tien jaar Turks-Amerikaanse betrekkingen
Het toerisme naar Turkije heeft de afgelopen tien jaar een grote vlucht genomen. Het is inmiddels een van de toonaangevende bestemmingen in Europa geworden, zo bezochten in 2009 zo’n 31 miljoen toeristen het land, waaronder ruim 1,1 miljoen Nederlanders. Vooral het aantrekkelijke 'all-inclusive' concept, waarin naast de vlucht en de accommodatie ook alle maaltijden en (gedeeltelijk) drank is inbegrepen, is voor toeristen heel aantrekkelijk. Aan de Egeïsche kust en langs de westelijke zuidkust, die ook de 'Turkse Rivièra' wordt genoemd, zijn grote toeristische badplaatsen ontstaan. Inmiddels is het toerisme een van de belangrijkste sectoren van de economie van het land.


Zuil van Julianus
in Ankara
Turkije heeft de toerist bijzonder veel te bieden. De bevolking is vriendelijk en gastvrij, er is een overvloed aan zon, zee en eindeloze stranden. Dankzij zijn rijk historisch verleden bezit Turkije een schat aan historische bezienswaardigheden en ruïnes, het resultaat van 13 opeenvolgende beschavingen. Turkije is een van de weinige landen waar je niet alleen heerlijk aan het strand kunt vertoeven, maar daarnaast ook bergen, meren, bossen, steppen en archeologische opgravingen op korte afstand van elkaar aantreft. Zo kun je een bezoek brengen aan het klooster Sümela, zestienhonderd jaar geleden gebouwd en hoog en diep in de bergen verscholen, luieren aan de drukke zandstranden van Kusadasi (vogelparadijs), zwerven door het maanlandschap van Cappadocië (Nevsehir) of slenteren door de straatjes en steegjes van Istanboel. Als je in een maand heel Turkije wilt rondtrekken, dan sla je meer over dan dat je ziet.


De eerste uitgifte van Turkije, met controle-strook (onder)
De postzegels van Turkije
Turkije mag zich onder filatelisten in een groeiende belangstelling verheugen, wellicht vooruitlopend op een mogelijke toetreding van het land tot de Europese Unie wat het land aantrekkelijker maakt om te verzamelen. In de tijd van het Ottomaanse rijk hadden de zegels geen afbeeldingen van mensen of dieren, omdat volgens de islam geen wezens met een ziel afgebeeld mogen worden. De eerste zegels, uitgegeven in 1863, vertonen daarom de toughra, een combinatie van zegel en handtekening van Sultan Abdul-Aziz. Deze zegels zijn voorzien van een controlestrook in rood of blauw met een controlenummer, dat pas kort voor levering aan het postkantoor op het veld werd aangebracht. Hiermee probeerde men diefstal van de zegels tegen te gaan.


Zegels van Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië, gebruikt in Turkije
Aan het eind van de 19e eeuw had Duitsland en ook andere West-Europese landen een aantal eigen postkantoren in Turkije, omdat de Turkse postdienst als onbetrouwbaar werd gezien. Zo kunnen we Duitse Reichspost-zegels aantreffen met als afstempeling Constantinopel, later zijn er postzegels verschenen met opdruk in de locale valuta. Een interessant en apart verzamelgebied!


Opdruk 'B'
Vanaf 1908 kregen Turkse postzegels de opdruk 'Behie' (korting) om te concurreren met de buitenlandse postkantoren die in het land opereerden. Door te stunten met de frankeertarieven hoopte de Turkse posterijen weer greep te krijgen op de postmarkt.


Particuliere post-dienst (1865)
Vandaag de dag geeft Turkije vele fraaie en kleurrijke zegels uit, waarop met namen flora en fauna, historische gebeurtenissen en -jubilea en landschappelijk schoon staan afgebeeld. Filatelistisch doet het land zeker niet onder voor bijvoorbeeld Italië of Griekenland. Ik heb geprobeerd in dit artikel met een aantal van deze zegels het verhaal te verduidelijken en te illustreren.


Krantenzegel met opdruk 'Imprimé'
Al met al kunnen we concluderen dat Turkije een bezoek meer dan waard is. Het land biedt zoveel mogelijkheden dat het eigenlijk zonde is om uw vakantie alleen aan strandbezoek te wijden. En, als u het land nog niet bezocht heeft zou ik zeggen: ga er eens heen, Turkije zal u beslist bevallen!

Ton Vis