De avontuurlijke wereld van Jules Verne


Zonder twijfel behoort Jules Verne tot de meest geliefde Franse schrijvers, zijn avontuurlijke verhalen weten nog altijd lezers van alle leeftijden te fascineren. Verne's populariteit is nog altijd immens, getuige de vele tentoonstellingen, studieverenigingen, verhandelingen en -niet te vergeten- postzegels die aan hem en zijn werken worden gewijd. Zo is er een permanente Verne-tentoonstelling in de Eiffeltoren in Parijs, en in themaparken zoals Disneyland Parijs zijn diverse attracties gebaseerd op de verhalen van Jules Verne. Hoog tijd voor een nadere kennismaking.


Jules Verne op zegels van Ivoorkust, 2004
Jules Gabriel Verne werd op 8 februari 1828 in Nantes geboren als zoon van een advocaat. In zijn jeugd vertoefde Jules, in gezelschap van zijn jongere broer Paul, graag in de haven en rond de scheepswerven van de stad, waarbij hij zijn fantasie de vrije loop liet over de verre reizen van de grote clippers en de driemaster schoeners die uitvoeren naar onbekende bestemmingen. Zijn vader wilde dat Jules in zijn voetsporen zou treden, en zond hem voor een rechtenstudie naar Parijs. Daar voelde de jonge Verne zich echter meer aangetrokken tot het theater. Aangemoedigd door zijn vriend, de oudere Alexandre Dumas (schrijver van o.a. De drie Musketiers) probeerde Verne een aantal toneelstukken te schrijven, waarvan de eerste in 1850 het licht zag. In de daaropvolgende tien jaar probeerde Jules Verne als toneelschrijver aan de kost te komen.

Franse herdenkingszegel uit 1955, met de onderzeeër Nautilus
De rechtenstudie werd al spoedig beëindigd (tot groot verdriet van zijn vader) om een aantal niet al te succesvolle werken voor het toneel te schrijven, waaronder De Vrienden van de Marjolaine en Blindeman's Bluf. Om zichzelf te kunnen onderhouden werd Jules beurshandelaar, een baan waar niet zijn hart naar uitging maar hem toch voldoende financiële middelen gaf om in 1857 de weduwe Honorine te trouwen. In 1861 werd hun enige kind geboren, Michel Jean Pierre Verne.

In het jaar 1862 neemt zijn loopbaan een andere wending. Verne schrijft in dat jaar zijn eerste roman, een boekje dat op 31 januari 1863 in de boekhandels in heel Frankrijk verschijnt. Het is een avonturenroman over drie reizigers, onder leiding van ene Dr. Fergusson, die zich met een ballon wagen in de binnenlanden van donker Afrika.


Vijf weken in een luchtballon
De moedige ontdekkingsreizigers in het verhaal krijgen te maken met vijandige inboorlingen met speren, woedende bavianen en de dreiging van een langzame dood door uitdroging tijdens hun tocht. Lezers konden het er niet over eens worden of het een daadwerkelijk reisverslag was, of pure fantasie. Het boek las als een echt dagboek van een reis, met inbegrip van gedetailleerde beschrijvingen van natuurwonderen die de reizigers op hun tocht tegenkwamen. De ‘Figaro' schreef over het boek dat het even betoverend was als roman en zo informatief als een wetenschappelijk boek. De titel van dit verbazingwekkende werkje was Vijf weken in een luchtballon, en de naam van Jules Verne was met dit boek meteen gevestigd.


Toen Verne Vijf weken in een luchtballon schreef had hij geen verstand van ballonvaren, en evenmin was hij ooit in Afrika geweest. Hij heeft waarschijnlijk informatie gebruikt uit werken van andere schrijvers, zoals Edgar Allan Poe's The Balloon Hoax, een verhaal over een groep Engelsen die per ongeluk de Atlantische Oceaan in een ballon oversteken, en Poe's De onvergelijkelijke avonturen van ene Hans Pfaall, een vertelling over een reis naar de maan per ballon. Om zijn verslagen van Afrika realistisch te maken gebruikte Verne ongetwijfeld verhalen en beschrijvingen uit tijdschriften die in die tijd verschenen, zoals Louis Hachette's Le Tour du Monde-Nouveau Journal des Voyages. Deze wekelijkse publicatie bevatte artikelen over ontdekkingsreizen over de hele wereld, met inbegrip van kaarten, illustraties van schepen en beschrijvingen van plaatselijke gebruiken op verre bestemmingen. Deze informatie was voor Verne's verhalen van onschatbare waarde.


Verne specialiseerde zich in avontuurlijke verhalen met een wetenschappelijke grondslag
Elke schrijver heeft een uitgever nodig, en in het geval van Verne was dat Pierre-Jules Hetzel. Zij werden in 1862 door een wederzijdse vriend aan elkaar voorgesteld, en spoedig ontstond er een partnerschap dat vrijwel de rest van hun leven zou duren. In Hetzel had Verne de ideale uitgever gevonden, en voor Hetzel was Verne de ideale schrijver. Hetzel's zorgvuldige bewerking en deskundige suggesties voor aanpassingen in Verne's manuscripten maakte Hetzel bijna net zo belangrijk voor het succes van de boeken als de schrijver zelf. Samen zouden zij de ene na de andere lucratieve roman uitbrengen.


'Een drijvende stad', zegel van Monaco uit 1955
Hetzel introduceerde Verne bij Felix Nadar, een ontwikkelde man met interesse in luchtnavigatie en ballonvaart. Het is onmogelijk aan te geven of Nadar ideeën heeft aangedragen voor Vijf weken in een luchtballon, wel weten we dat Nadar Jules Verne introduceerde bij zijn vriendenkring van geleerden en wetenschappers. Hun gesprekken zullen Verne ongetwijfeld op ideeën hebben gebracht terwijl hij zijn vroege wetenschappelijke verhalen schreef. Hoewel veel mensen denken dat Jules Verne een wetenschapper was of tenminste een bereisd persoon, was hij geen van beide. Veel onderzoek voor zijn werken deed hij door boeken en tijdschriften te lezen, en de wetenschappelijke ontwikkelingen van die tijd te bespreken met zijn geleerde vrienden. Wij staan vaak verbaasd over de vele juiste wetenschappelijke voorspellingen in zijn boeken, maar eerlijk gezegd zijn we snel geneigd de onjuiste veronderstellingen te vergeten.


In 'Reis naar het middelpunt der aarde' krijgen de helden uit het boek te maken met prehistorische monsters
Verne besefte dat hij eindelijk een doel in zijn leven gevonden had en stortte zich met veel enthousiasme op het schrijven. In de tien jaar die volgden zou hij veel van de klassieke romans schrijven die het grote vermaardheid brachten. Zelfs voordat Vijf weken in een luchtballon in de verkoop ging was Verne al hard aan het werk aan zijn volgende roman, het verhaal van de vasthoudende ontdekkingsreiziger Kapitein Hatteras en zijn zware reis om de noordpool te bereiken. Hatteras' reis werd gepubliceerd in twee boeken: Engelsen op de Noordpool en De wildernis van ijs. Maar nog voor deze werden uitgegeven was hij alweer begonnen aan een boek dat ook nu nog veel gelezen wordt, Reis naar het middelpunt der aarde.


Zelfs in deze vroege boeken is al goed te zien dat Verne zijn karakters graag in een gesloten universum plaatst. In sommige gevallen is dat de mand van een ballon, in andere een eiland, grot of schip. Vrijwel altijd kunnen de figuren in Verne's verhaal overleven in dat universum, waarbij de aanwezige materialen gebruikt worden om problemen die zich voordoen te overwinnen.

Hoewel we tegenwoordig Verne zien als een optimist en bevlogen supporter van technologische vooruitgang, is dit toch een verkeerd beeld van de schrijver. Al vroeg had hij z'n bedenkingen omtrent de invloed van teveel techniek op het leven van de mensen. In 1863 schreef hij Parijs in de 20ste eeuw, een roman over een jongeman in een toekomstige wereld van wolkenkrabbers van glas en staal, hoge-snelheidstreinen, auto's die rijden op gas, rekenmachines en een wereldomvattend communicatienetwerk. De held kan geen geluk vinden in deze zeer materialistische omgeving, en komt tragisch aan z'n einde.


'De reis naar de maan' heeft veel postzegelontwerpers geïnspireerd
Verne bracht deze roman naar Hetzel, die het weigerde te publiceren. Hetzel, die de tijdgeest goed aanvoelde, vond dat de roman niet succesvol zou worden en zelfs Verne's carrière kon schaden. ‘Wacht twintig jaar met dit boek' schreef Hetzel in de kantlijn. ‘Niemand zal je voorspelling geloven, en niemand geeft er iets om'. Verne volgde het advies van Hetzel op en het manuscript verdween in een safe, waar het pas in 1989 door Verne's achterkleinzoon weer werd ontdekt. Het was pas na de dood van Hetzel in 1886 dat een meer pessimistische kant van Verne zich in zijn werken openbaarde.


Bij het thema 'ruimtevaart' zien we veel verwijzingen naar Jules Verne
De reis naar de maan (1865) was Verne's volgende grote roman, en de gelijkenis met het Amerikaanse Apollo programma uit de jaren ‘60 van de vorige eeuw is verbluffend. Na de Amerikaanse Burgeroorlog besluit een groep militairen een kanonskogel naar de maan te schieten. Aanvankelijk zou de vlucht onbemand zijn, maar dan meldt de Franse durfal Michel Ardan (een anagram voor Verne's vriend Nadar) zich als vrijwilliger aan om mee te reizen. Om het idee van een bemande vlucht te testen lanceren zij een kat en een eekhoorn (NASA zou later apen gebruiken) om deze uit zee weer op te pikken. Twee Amerikanen vergezellen Ardan en de drie mannen (het zelfde aantal astronauten als in het Apollo programma) worden gelanceerd via een enorm kanon in Florida, op slechts enkele mijlen van de plek waar later het Kennedy Space Center gerealiseerd zou worden. Als zij terugkeren komen zij neer in de Stille Oceaan, ook overeenkomstig de eerste echte maanreizen. Het boek eindigt met de succesvolle lancering van de 19de eeuwse astronauten. Lezers zouden vier jaar moeten wachten eer het vervolg werd gepubliceerd, en men kon lezen wat er met de onverschrokken avonturiers verder gebeurde.

In 1867 maakte Jules Verne, in gezelschap van zijn broer Paul, een reis naar de Verenigde Staten op een groot stoomschip, de Great Eastern. Ironisch genoeg, zeker omdat Verne gefascineerd was door het land en het Amerikaanse volk, verbleef hij er slechts een week. In die korte tijd wist hij een reis te maken over de Hudson rivier naar Albany, en verder naar de Niagara watervallen. Deze korte trip zou opgeslagen worden in Verne's geheugen, waarbij delen van deze ervaring opduiken in verschillende van zijn latere werken.


De 'Nautilus' op een velletje van Sierra Leone (1996)
Het idee voor zijn volgende grote werk, 20.000 mijlen onder zee, is wellicht ontstaan door een gesprek met een van Hetzel's andere auteurs, George Sand, in 1865. Nadat zij verschillende romans van Verne gelezen had schrijft zij: ‘...Ik heb alleen spijt van het lezen van deze verhalen dat ik ze uitgelezen heb en niet nog een dozijn meer te lezen heb... Ik hoop dat u ons spoedig zal meenemen naar de diepten van de zee, en uw karakters duikschepen zullen besturen die uw wetenschap en verbeelding zal helpen verbeteren.'

Jules Verne had er jaren voor nodig om, wat waarschijnlijk zijn meest geliefde boek is, te schrijven. In dit verhaal melden zijn karakters Professor Pierre Aronnax, zijn bediende en de Canadese harpoenier Ned Land zich aan bij een Amerikaanse expeditie om een zeemonster te doden dat een bedreiging vormt voor de scheepvaart. Zij vallen het monster aan maar beseffen te laat dat het in feite een onderzeeboot is.


De strijd met reusachtige zeemonsters
Tijdens de strijd komen ze in zee terecht, waarna Aronnax en zijn mensen de onvrijwillige gasten worden van de mysterieuze kapitein van deze onderzeeër, Kapitein Nemo. Deze Nemo, een geniaal man met een onduidelijke nationaliteit, heeft alle banden met de mensheid doorgesneden en leeft zijn leven volledig aan boord van zijn onderzeeër, de Nautilus. Hij weigert zijn gasten weer aan land te laten, maar neemt hen wel mee naar een reeks avonturen onder water, zoals wandelen door de straten van de verdronken stad Atlantis en gevechten tegen reusachtige inktvissen die het schip aanvallen. Als de tijd verstrijkt wordt duidelijk dat Nemo een oorlog overweegt tegen enkele landen die hij verantwoordelijk houdt voor de dood van zijn vrouw en kinderen. Als de Nautilus wordt meegetrokken in de reusachtige Maalstroom draaikolk voor de kust van Noorwegen, weten Annorax en zijn gezellen in een kleine boot te ontsnappen, waarbij het lot van de Nautilus en haar kapitein in het ongewisse blijft.


20.000 mijlen onder zee werd uitgegeven in twee delen, het eerste in 1869 en het tweede in 1870. Voor het verscheen was er een levendige discussie tussen Hetzel en Verne over de nationaliteit van de geheimzinnige Nemo. Verne was oorspronkelijk van plan dat de kapitein zou onthullen dat hij een Pool is, waarbij hij zich wil wreken op de Russen die zijn vrouw gedood en zijn kinderen ontvoerd hadden naar Siberië, waar zij stierven. Onder de lezers van Hetzel's tijdschriften waren echter veel Russen, waardoor de uitgever er op stond dat Nemo's vijanden geen naam kregen. Verne voldeed met tegenzin aan dit verzoek, waardoor zowel de nationaliteiten van Nemo als zijn tegenstanders een mysterie bleven tot ze in een veel later boek werden onthuld.


Enkele karakters uit het boek 'De reis om de wereld in tachtig dagen'
In 1872 voltooide Verne de roman die tijdens zijn leven het meest populair zou blijken, De reis om de wereld in tachtig dagen. In dit verhaal voert Verne een flegmatieke Engelsman ten tonele, Phileas Fogg, die er zijn hele vermogen onder verwedt dat hij in minder dan 80 dagen rond de wereld kan reizen. Dit verhaal was niet alleen een succesvolle roman maar werd bij verschillende gelegenheden ook voor toneel bewerkt. Verne, die toneelschrijver was in zijn vroege jaren, zal dit ongetwijfeld veel deugd hebben gedaan.

Het geheimzinnige eiland, zijn volgende grote boek, had een onrustige start. Al vele jaren wilde Verne een Robinson Crusoe-achtige roman schrijven over een groep mensen die strandden op een eiland. Zijn eerste poging, Oom Robinson, werd botweg door Hetzel afgewezen. ‘Waar is de techniek?' schreef de uitgever in de kantlijn. ‘Laat al die mensen er uit en begin met nieuwe!' voegde hij toe.
Verne's tweede poging beviel Hetzel beter. Het boek begint aan het einde van de Burgeroorlog in de Verenigde Staten, als vijf metgezellen in een ballon van achter de Confederatie-linies weten te ontsnappen.


Ze worden naar zee gevoerd en na verscheidene dagen landen ze op een afgelegen eiland dat gedomineerd wordt door een vulkaan. Een mysterieuze vertegenwoordiger, die later de stervende Kapitein Nemo blijkt te zijn, helpt hen te overleven (in dit boek onthult Verne ook de nationaliteit van de Kapitein, maar deze blijkt inmiddels een Indiër te zijn en zijn vijanden de Engelsen). Uiteindelijk ontploft de vulkaan, maar niet voordat de groep in veiligheid is gebracht.


Jules Verne bedacht geen nieuwe apparaten of technologieën, hij liet alleen graag zijn fantasie de vrije loop, gebaseerd op nieuwe of bestaande technieken
In de jaren daarna schreef Verne geen wetenschappelijke romans meer, maar keerde terug tot dit literaire genre in 1886, met het boek Robur de veroveraar. In dit verhaal bedreigt de kwade genius Robur de wereld vanuit de ‘Albatross', een vliegend schip dat in de lucht blijft door het gebruik van helikopter-achtige rotors. Juist in die tijd werd de toekomst van reizen door de lucht in een toestel zwaard dan lucht of in ballonnen zwaar bediscussieerd. Verne, een voorstander van zwaarder-dan-lucht vervoer, had het doel zijn ideeën door middel van dit boek te promoten.

Het jaar 1886 bracht veel persoonlijke rampspoed voor Jules Verne. Op 9 maart vuurde Verne's neef Gaston twee kogels af op de beroemde schrijver, die juist terugkeerde van de club vlakbij zijn huis in Amiens. Een kogel miste maar de tweede boorde zich in Verne's scheenbeen. De wond genas slecht en Verne zou de rest van zijn leven mank blijven lopen. Het is onduidelijk waarom Gaston zijn oom aanviel, maar blijkbaar was hij geestelijk labiel. Hij bracht de rest van zijn leven in een inrichting door.


Jules Verne op een zegel van Mexico, 1980
Kort na de schietpartij overleed Verne's belangrijkste vriend en uitgever Pierre Hetzel. Hoewel de uitgeversovereenkomsten werden voortgezet door Hetzel's zoon Jules, was Verne een belangrijke vertrouweling kwijtgeraakt. ‘Ik heb mijn vader nog nooit zo aangedaan gezien als toen hij hoorde van zijn overlijden', schreef Verne's zoon Michel aan Jules Hetzel.

Als er al iets positiefs uit deze gebeurtenissen voortkwam dan was het dat Jules Verne en zijn enige zoon dichter bij elkaar kwamen. Michel was opstandig en moeilijk gedurende het grootste deel van zijn leven. Op een gegeven moment, toen hij 16 was, had Verne hem zelfs aangemonsterd op een boot die een reis rond de wereld ging maken, in de hoop dat hij wat meer verantwoordelijkheidsgevoel kreeg. Dit gebeurde niet, maar doordat zijn vader zo dicht bij de dood was geweest maakte Michel toch wat serieuzer.


In 1876 schreef Verne de roman 'Michel Strogoff, koerier van de Tsaar'
In zijn latere jaren schreef Verne een aantal boeken en verhandelingen over het misbruik van de techniek en haar weerslag op het milieu. In Propeller Eiland betreurt hij de vernietiging van inheemse culturen op verschillende Polynesische eilanden. In het verhaal De ijssfinx voorspelt hij de decimering van de populatie walvissen. Zijn boek Het Begum's fortuin waarschuwt dat technologie en kennis van de wetenschap in handen van kwaadwillende personen kan leiden tot vernietiging.


Een drijvende stad
Verne bleef werken en boeken schrijven tot zijn dood op 24 maart 1905, op 77-jarige leeftijd. Verscheidene romans waren toen klaar of bijna gereed toen hij overleed, deze werden gepubliceerd na zijn dood, zoals De vuurtoren aan het einde van de wereld. Zijn zoon Michel bewerkte veel van het onafgemaakte materiaal en voegde zelf hoofdstukken toe als dat nodig bleek. Al met al had Jules Verne meer dan 70 boeken geschreven en honderden gedenkwaardige karakters gecreëerd.


Al in 1902 werd het boek 'De reis naar de maan' door George Méliès verfilmd
De erfenis van Verne echter, ligt niet enkel in zijn werken, maar in zijn lezers. Science Fiction schrijver Ray Bradbury schreef eens ‘...we zijn allemaal, op de een of andere manier, kinderen van Jules Verne.' Admiraal Richard Byrd zei aan de vooravond van zijn poolvlucht: ‘Jules Verne leidt me.' William Beebe, een van de eerste mensen die de diepzee onderzocht in een bathysfeer, kreeg belangstelling voor oceanografie door het lezen van 20.000 mijlen onder zee. Robert Goddart, die beschouwd wordt als de vader van de ruimtevaart, was als kind een verwoed Verne-lezer.

De fantasie van Verne, zowel in zijn boeken als in afgeleiden van zijn werken als toneelstuk of film, blijft mensen ook tegenwoordig nog boeien en inspireren, zelf bijna honderd jaar na zijn dood. En we mogen veronderstellen dat zij dat nog vele generaties zullen blijven doen.

Ton Vis