Zuid-Afrika, een wereld in één land

Zuid-Afrika is zonder twijfel een van de mooiste landen ter wereld. Dit land aan de voet van het Afrikaanse continent ligt ingeklemd tussen de ijskoude Atlantische en de warme Indische Oceaan, waardoor hier een zeer gevarieerd planten- en dierenrijk kon ontstaan en een grote diversiteit in landschappelijk schoon. Zuid-Afrika, dat pas enkele jaren geleden uit een langdurig politiek isolement kwam, is een land van onmetelijke schoonheid en grote contrasten. En omdat ook de Hollanders een belangrijk deel hebben uitgemaakt van de roerige historie van dit land leek het ons een uitstekend idee om u tijdens deze landenavond uitgebreid kennis te laten maken met dit schitterende land: Zuid-Afrika.

Geschiedenis
Zoals we weten vinden we de oorsprong van de mensheid op het Afrikaanse continent, en het is heel goed mogelijk dat een van de allereerste Homo Sapiens in Zuid-Afrika rondwandelde. In de Sterkfontein grotten bij Witwatersrand zijn in de afgelopen 60 jaar meer dan 700 fossielen van vroege mensachtigen gevonden. Hier vond men in 1947 ook de resten van de eerste volwassen aapmens, de zogenaamde ‘Mrs. Ples'.

Zuid-Afrika kwam voor het eerst onder de aandacht van de Europeanen toen een Hollands schip, de ‘Haarlem', in 1648 in de Tafelbaai schipbreuk leed. De overlevenden die terugkeerden naar Holland oefenden druk uit op de autoriteiten om hier een nederzetting te vestigen, om de schepen die op weg waren naar Indië van hieruit van proviand te kunnen voorzien. Op 6 april 1652 stichtten een kleine groep Hollanders onder leiding van Jan van Riebeeck een verversingsstation, met moestuin en brouwerij, aan de Kaap. In opdracht van de VOC was hij in 1651 met drie schepen uitgezonden. Hij bouwde er een versterking, een fort dat 80 man kon herbergen: Kaap de Goede Hoop. Dit zuidelijkste puntje van Zuid-Afrika was in de winter van 1487 ontdekt door de Portugees Bartholomeas Diaz, die het de naam ‘Stormkaap' gaf. Door Joăo II van Portugal werd Stormkaap herdoopt in Cabo de Boa Esperanza, Kaap de Goede Hoop. Al snel groeide het verversingsstation tot een Hollandse kolonie. Van Riebeeck vervulde hier in de jaren 1652-1662 de functie van Commandeur.

In de nieuwe kolonie vestigden zich niet alleen Hollandse veehouders (boeren), maar ook politieke en religieuze vluchtelingen zoals veel Duits- en Franssprekende Hugenoten. Afstammelingen van deze immigranten worden ‘Afrikaners' genoemd. Vanwege de bijzonder strategische ligging van Zuid-Afrika wilden ook de Engelsen in dit gebied een kolonie vestigen.

Toen de Engelsen in 1806 kans zagen om de Hollanders uit Kaapstad te verdrijven kwam daarmee een lang gekoesterde wens in vervulling: een nederzetting halverwege de belangrijke handelsroute naar Brits Indië. In 1820 stichtten Engelse kolonisten Grahamstown in de oostelijke kuststreek. Rond 1826 had de Britse Kaapkolonie z'n grenzen uitgestrekt tot aan de Oranjerivier, die in het noorden van het land van oost naar west stroomt.

Nadat de Engelsen in 1834 de slavernij in hun wereldrijk afschaften begonnen de Hollandse veeboeren aan hun grote trek naar het noorden en ten oosten van de Oranjerivier. In dat zelfde jaar kwamen krijgers van de Xhosa stam in opstand tegen de Hollandse boeren die hun land binnentrokken, maar zij werden verslagen. Het zaad voor een later conflict tussen Hollanders, Engelsen en oorspronkelijke Afrikaanse volkeren werd hier echter gezaaid. In de daaropvolgende twee jaar trokken zo'n 10.000 Boeren (de naam die de Hollandse kolonisten kregen) naar nieuwe grondgebieden voorbij de rivier de Vaal. Daar vestigden zij Natal, Transvaal en de Oranje Vrijstaat. In 1838 werden zij gedwongen in een gewapend conflict de Zulu's in de slag bij Bloedrivier in Natal te verslaan. De Britten namen daarop Natal in en vestigden er een Britse kolonie, onder het voorwendsel de zwarten te beschermen. In 1854 trokken de Engelsen zich terug uit de gebieden ten noorden van de Oranjerivier en de Boeren namen bezit van de Oranje Vrijstaat. In 1856 maakten de Engelsen van Natal een kroonkolonie, waarop de Boeren de Zuidafrikaanse Republiek vestigden (Transvaal), met Pretoria als hoofdstad.

De zaak escaleerde tussen de Britten en de Hollanders toen in de Oranje Vrijstaat diamanten werden ontdekt. De Engelsen negeerden de aanspraken van de Boeren op dit gebied en annexeerden het district bij de Kaapkolonie in 1871. Zes jaar later werd ook de Zuidafrikaanse Republiek geannexeerd, een schending van de Sand River Convention van 1852 die de onafhankelijkheid van Transvaal veilig moest stellen. De Boeren eisten herstel van hun onafhankelijkheid, maar toen de Engelse Premier William Gladstone en het Engelse parlement zeer traag reageerden, namen de Boeren de wapens op. In december 1880 werd door Paul Kruger een onafhankelijke Boer republiek uitgeroepen. Toen een jaar later de Britten bij Majuba Hill werden verslagen werd bij het Verdrag van Pretoria de onafhankelijkheid van de Boer republiek geregeld, maar wel onder supervisie van de Engelsen.

Toen in 1886 goud werd ontdekt in Transvaal begon opnieuw de strijd om de annexatie van de Boerenkolonies. Alfred Milner, de Hoge Commissaris van Engeland in de Kaapkolonie en Cecil Rhodes (die in 1880 de De Beers Mining Corporation had opgericht) was vastbesloten dat de rijkdommen van Zuid Afrika niet naar de Boeren mochten gaan. Zij droomden van een aaneengesloten reeks Britse koloniën in heel Oost Afrika, van Caïro tot Kaapstad, maar de Boeren zaten in de weg. Rhodes maakte gebruik van zijn grote rijkdom, verkregen door de diamant- en goudvelden, om Britse koloniën te stichten ten noorden van Transvaal en de Oranje Vrijstaat. Op deze manier ontstonden Noord- en Zuid-Rhodesië en werd Salisbury in 1890 gesticht door arbeiders van Rhodes' British South Africa Company.

Uiteindelijk resulteerde de vijandelijke houding tussen Britten en Boeren in een oorlog, die in 1899 begon. De Britten wilden suprematie in de gehele regio, maar Paul Kruger, president van de Zuidafrikaanse Republiek, bleef dit afwijzen. Inmiddels had het Engelse leger grote concentraties manschappen samengetrokken aan de grenzen van Transvaal. De Boeren, die veruit in de minderheid waren, voerden een zeer succesvolle guerrilla door kleine, zeer mobiele gevechtseenheden in te zetten tegen het logge Britse leger. De Engelsen maakten de vergissing door een grote troepenmacht samen te trekken in het stadje Ladysmith, waar het prompt langdurig door de Boeren werd belegerd zodat het leger geen kan op kon, een fout die later herhaald werd in de belegeringen van Kimberley en Mafeking (waarbij Baden-Powell veel roem oogstte). Aanvankelijk boden de Boeren zeer succesvol weerstand en wisten ze grote Britse legereenheden uit te schakelen. Pas toen de strijd zich verplaatste naar het binnenland werden de Boeren in de verdediging gedrongen. Toen Bloemfontein en Pretoria door de Engelsen werden veroverd en Kruger werd verbannen, konden de twee Boer-republieken in 1900 worden geannexeerd.

Niettemin ging de oorlog door. Onder bekwame legeraanvoerders als De Wet, Botha en Smuts bleven kleine commandogroepen de verbindingslijnen van de Britten aanvallen in een poging de onafhankelijkheid terug te krijgen. De Engelsen gingen over op een tactiek van verschroeide aarde om de Afrikaners af te snijden van voedsel, waarbij boerderijen en oogsten werden verbrand en waarbij vrouwen en kinderen naar concentratiekampen werden afgevoerd, waar velen door honger en ziekte stierven. Deze tactiek van de Britten, die veel weg had van een genocide, bracht enorme schade toe aan het aanzien van de Britten en het Britse leger in de gehele wereld. Het Engelse parlement in Westminster vond dat er een einde moest komen aan de onmenselijke en barbarische oorlog in Zuid-Afrika, hetgeen leidde tot onderhandelingen en de Vrede van Vereeniging in 1902. De Boeren accepteerden de Britse heerschappij met de belofte op zelfbestuur in de toekomst.

De oorlog was heel kostbaar voor beide partijen, maar vooral voor de Engelsen. Er vielen veel meer doden door ziekte dan door kogels, en een serie nederlagen toonde duidelijk grote tekortkomingen in leiderschap, planning, training en bevoorrading van de troepen. De rode uniformjassen van de Engelsen maakten de soldaten in het open veld een zeer gemakkelijk doelwit. Het gebrek aan kennis over hoe te overleven in het ruige binnenland van Afrika maakte dat Sir Robert Baden-Powell de padvinderij oprichtte, in eerste instantie als een vorm van vroege militaire training voor jongeren die geboren waren in de ongezonde geïndustrialiseerde steden van Engeland.

Veel van de slagvelden zijn in ongerepte staat gebleven en vormen nu historische plaatsen die jaarlijks vele toeristen trekken. In veel opzichten was de Boerenoorlog uniek. Voor de Britten werd het de langste, bloedigste en kostbaarste militaire operatie sinds 1815, toen Napoleon bij Waterloo werd verslagen. Een van de grootste veldslagen ooit in Afrika, en tot de Falklandoorlog op het hele zuidelijk halfrond, was de slag bij de Tugela Heights (februari 1900). De Boeren toonden met guerrilla acties een veel groter leger te kunnen weerstaan en wisten Britse troepen in strategische plaatsen als Ladysmith, Kimberley en Mafeking langdurig te belegeren. Voor het eerst werd gebruik gemaakt van concentratiekampen, geen uitvinding van de Duitsers dus, maar van de Engelsen! Veel van de militaire tactieken die in deze oorlog bedacht en ontwikkeld werden, kwamen van pas in de Eerste Wereldoorlog van 1914-1918. Van het oorlogsgebeuren werd door correspondenten nauwgezet verslag gedaan, en het nieuws over de oorlog in Zuid-Afrika beheerste in Engeland drie jaar lang de kranten. Veel beroemde mensen zijn betrokken geweest bij deze oorlog zoals de al eerder genoemde Baden-Powell, maar ook Winston Churchill, Paul Kruger, veldmaarschalk Lord Kitchener, Mohandas Ghandi en de generaals Piet Joubert, Jan Smuts en Louis Botha. Ook was het niet zomaar een conflict tussen Engelsen en Hollanders: aan de zijde van de Boeren werd meegevochten door Fransen, Italianen, Russen en Amerikanen, terwijl de Britten troepen lieten aanrukken uit Canada, Nieuw Zeeland en Australië.

Geschiedenis in de 20ste eeuw
Na de Anglo-Boer oorlog kwam er een opmerkelijke verstandhouding tussen de verschillende groeperingen tot stand. Hoewel de oorlog een diepe, wederzijdse haat had veroorzaakt die niet zomaar vergeten kon worden, resulteerde een compromis om de macht te delen in de oprichting van een nieuwe staat in 1910, de Unie van Zuid-Afrika. Dit ging echter ten koste van de gekleurde bevolking: de oorspronkelijke Afrikaanse bevolking, halfbloeden en Indiërs kregen geen enkele macht of zeggenschap. Van 1910 tot 1948 werd de heerschappij ietwat ongemakkelijk gedeeld door verschillende blanke groeperingen van voormalige Britten en Afrikaners. De belangrijkste Afrikaner partij was de Nationale Partij, opgericht in 1914, de grootste Brits-georiënteerde partij was de South African Party, die in 1934 werd omgedoopt tot de United Party.

De Nationale Partij won de algemene verkiezingen in 1948 en direct daarna werd de apartheidspolitiek ingevoerd. Dit hield in dat alle bevolkingsgroepen die door de overheid als niet-blank werden beschouwd, aparte regelingen kregen en ondergeschikt werden aan het blanke Zuid-Afrika. Er kwam een scheiding tussen blank en niet-blank, tussen de ene etnische Afrikaanse bevolkingsgroep en de andere, en tussen zwarte inwoners in de stad en buiten de stedelijke gebieden. Het grootste deel van de zwarte bevolking werd verplicht zich te vestigen in eigen gebieden, die eerst reservaten, vervolgend bantoestan en later thuislanden werden genoemd. In de uitsluitend blanke ondernemingen werden weliswaar zwarte arbeiders te werk gesteld, maar tegen een uiterst karig loon. Uit de thuislanden werden voor dit werk vooral jonge, energieke zwarte mannen gehaald, die ondergebracht werden in aparte wijken (townships), die onder bestuur stonden van blanken.

Het verzet van de onderdrukte gekleurde bevolking groeide snel en uitte zich in protestacties zoals stakingen, boycots en demonstraties, maar later ook in gewapend verzet. Een van de eerste zwarte dissidente groeperingen was het African National Congress (ANC), dat tot doel had samenwerking te verkrijgen tussen alle zwarte bevolkingsgroepen om de apartheid af te schaffen en een niet-raciale democratie te vestigen. De verschillende etnische groeperingen werden echter goed gescheiden gehouden en tot een gezamenlijk gecoördineerd verzet kwam het daardoor nauwelijks.

Weerstand tegen de apartheidspolitiek groeide zowel binnen als buiten Zuid-Afrika. De zwarte studentenorganisatie SASO (South African Students Organization) onder leiderschap van Steve Biko nam in 1972 het initiatief door de Black Peoples Convention op te richten, een beweging die het ‘zwarte bewustzijn' propageerde. In oktober 1977 werd deze beweging verboden en veel kopstukken van de organisatie werden verbannen of gevangen genomen.

De jaren ‘80 van de vorige eeuw waren zeer turbulent in Zuid Afrika. Onder invloed van de wereldopinie en binnenlands verzet kwam de apartheidspolitiek steeds meer onder druk te staan. De Verenigde Naties riepen op tot een boycot op investeringen door buitenlandse ondernemingen, de import van Zuid-Afrikaanse goederen werd verboden en ook werd het land uitgesloten van bijvoorbeeld sportevenementen zoals de Olympische Spelen. Stakingen en sabotage verlamden de economie en uiteindelijk negeerden honderdduizenden uitgehongerde zwarte Afrikanen de wet en trokken de steden in, op zoek naar voedsel en werk. Honderden militante groeperingen gingen ten strijde tegen de rassenwetten. Nelson Mandela, die 27 jaar als politieke gevangene opgesloten was geweest, leidde de onderhandelingen tussen meerdere partijen in het begin van de jaren ‘90, hetgeen uiteindelijk resulteerde in de afschaffing van de apartheid in Zuid-Afrika.

De nieuwe grondwet
Toen de grondwet van de Unie van Zuid-Afrika in 1910 werd aangenomen was daarin al het beginsel van de apartheid vastgelegd. Deze grondwet bleef gehandhaafd toen Zuid-Afrika een republiek werd in 1961 en toen gekleurden (maar niet zwarten) enige macht toegekend kregen in 1981. De grondwet werd geheel vervangen toen in 1994 het ANC de algemene verkiezingen won. Het schrijven en aannemen van de nieuwe grondwet nam een periode van twee jaar in beslag. Het document legt de nadruk op de noodzaak om de verschillen tussen de diverse bevolkingsgroepen te slechten, en garandeert gelijke politieke, sociale en economische rechten voor alle mensen in Zuid-Afrika. Er werd een regering van nationale eenheid ingesteld, waarin alle politieke partijen vertegenwoordigd zijn.

Het Nationale Volkslied, het ‘Nkosi Sikelel' iAfrika' werd in 1897 gecomponeerd door Enoch Sontonga, een leraar aan de Methodisten Missieschool in Johannesburg. Het eerste vers en het refrein werden oorspronkelijk geschreven in het Xhosa, in 1927 werd een zevental verzen in het Xhosa toegevoegd door de dichter Samuel Mqhayi. Tientallen jaren lang werd het lied gezongen als protest tegen het apartheidsregime, ook werd het vertaald in het Sotho, Zulu, Engels en Afrikaans. Het officiële volkslied was ‘Die Stem van Afrika' (The Call of Africa). In 1994 werd bepaald dat zowel het Nkosi Sikelel' iAfrika als ‘Die Stem' de nationale volksliederen van Zuid-Afrika zouden zijn. In 1996 werd een ingekorte, gecombineerde versie van de twee liederen uitgebracht als het nieuwe Nationale Volkslied.

Nelson Mandela
Een markant persoon in de Zuid-Afrikaanse politiek is ongetwijfeld Nelson Mandela. Hij werd op 18 juli 1918 geboren in een dorp bij Umtata in de Transkei. Zijn vader was de voornaamste adviseur van het opperhoofd van Thembuland. Na zijn vader's dood kreeg Nelson een opleiding aan het hof, waar hij besloot advocaat te worden. Hij hoorde de stamoudsten heldhaftige verhalen vertellen over het roemrijke verleden van zijn stam en de heldendaden van het volk bij de verdediging van hun land, en Nelson droomde ervan ook eens een bijdrage te kunnen leveren aan hun vrijheidsstrijd.

In 1942, tijdens zijn laatste studiejaar in Johannesburg ging Nelson Mandela de politiek in en werd lid van de African National Congress. In 1944 kwam een kleine groep jonge Afrikanen bijeen die zich tot taak stelden het ANC om te vormen tot een geweldige volksbeweging, die ook de miljoenen ongeletterde en uitgebuite zwarten in het land zou aanspreken. Bij deze groep waren William Nkomo, Walter Sisulu, Oliver R. Tambo, Ashby P. Mds en Nelson Mandela. Zij beseften dat een ‘vriendelijke' politiek geen grote veranderingen teweeg zou brengen en dat hardere acties zoals boycots en protestdemonstraties noodzakelijk waren. In 1948 werd dit het programma van het ANC.

Mandela bleef ijveren voor gelijke rechten voor blank en zwart, en dat in een tijd dat de apartheidswetten almaar strikter werden. Hij drong voortdurend aan op geweldloos verzet, waarbij hij voortdurend door de autoriteiten gedwarsboomd werd. Na de moordpartij in Sharpeville in 1960 werd het ANC verboden en Nelson Mandela enige tijd gevangen gezet. Het ANC werd gedwongen tot gewapend verzet. Na een illegaal bezoek aan het buitenland, waarbij hij diverse regeringsleiders sprak, werd Mandela opnieuw voor het gerecht gebracht waarbij hij zijn eigen verdediging voerde. Wegens sabotage kreeg hij een levenslange gevangenisstraf opgelegd en werd hij vanaf 1962 gevangen gezet op Robbeneiland, een gevangenis op een klein eiland 7 km voor de kust van Kaapstad. In 1984 werd hij overgebracht naar de Pollsmoore Prison in Kaapstad en in december 1988 naar de Victor Vester Prison bij Paarl, waaruit hij uiteindelijk werd vrijgelaten.

Op 11 februari 1990 herkreeg Nelson Mandela zijn vrijheid, en ging direct weer verder met het verwezenlijken van zijn idealen. In 1991, op het eerste nationale congres van het ANC sinds tientallen jaren, werd Mandela tot president van deze organisatie gekozen, met als voorzitter zijn goede vriend en collega Oliver Tambo. Op 10 mei 1994 werd hij ingehuldigd als de eerste democratisch gekozen president in Zuid Afrika, een positie die hij tot juni 1999 bekleedde. Mandela heeft zich teruggetrokken uit het politieke leven en leeft nu in zijn geboortedorp, Qunu in Transkei. In 1993 accepteerde Mandela de Nobelprijs voor de vrede, verder ontving hij eredoctoraten van zo'n 50 universiteiten over de gehele wereld.

Zuid-Afrika in cijfers
De Republiek van Zuid Afrika is een groot land: het meet liefst 1.219.912 km2, dat is viermaal zo groot als Groot Brittannië. De noordgrens heeft een lengte van 4.750 km, buurlanden zijn Botswana, Lesotho, Mozambique, Namibië, Swaziland en Zimbabwe. De kustlijn is 2.798 km lang. Het land bestaat uit een uitgestrekte hoogvlakte omzoomd met ruige heuvels en heeft verder een smalle kustvlakte. Het hoogste punt is de Njesuthi met een hoogte van 3.408 meter.

Het land telde in juli 2000 een bevolkingsaantal van 43.421.021 mensen, waarvan 75% zwart, 13,6% blank, 8,6% gekleurd en 2,6% van Indische afkomst. Er worden 11 officiële talen gesproken: Afrikaans, Engels, Ndebele, Pedi, Sotho, Swazi, Tsonga, Tswana, Venda, Xhosa en Zulu. Het grootste deel van de bevolking, ruim 68%, heeft het Christelijke geloof.

Zuid-Afrika is bijzonder rijk aan delfstoffen, waarvan goud en diamanten het meest tot de verbeelding spreken. Maar ook chroom, kolen, ijzererts, mangaan, nikkel, tin, platina, koper, vanadium, fosfaten, zout en aardgas worden er gewonnen. Van het land is ongeveer 10% voor de landbouw geschikt gemaakt.

De Republiek Zuid-Afrika heeft 9 provincies, het staatshoofd is sinds 1999 President Thabo Mbeki. De hoofdstad is Pretoria, waarbij opgemerkt moet worden dat het parlement in Kaapstad zetelt en Bloemfontein het juridische centrum van het land is. Het parlement telt twee kamers: de Nationale Assemblee met 400 zetels waarvan de leden voor een periode van vijf jaar rechtstreeks worden gekozen, en een Nationale Provincieraad van 90 leden, 10 voor elke provincie. Er is algemeen actief en passief kiesrecht voor alle burgers boven 18 jaar. De nationale feestdag is Freedom Day op 27 april (sinds 1994).

Zuid-Afrika is op economisch gebied verreweg het rijkste land in Afrika, met een moderne infrastructuur, een goed ontwikkeld bank- en verzekeringswezen, uitstekende wettelijke voorzieningen en een aandelenbeurs die behoort tot de tien grootsten ter wereld. Het gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking bedroeg in 1999 bijna $ 7.000,-. Van de werkzame bevolking van 15 miljoen mensen werkt 30% in de landbouw, 25% in de industrie en 45% in de dienstverlening. Het land is ‘s werelds grootste producent van platina, goud en chroom, bodemschatten die vooral worden gevonden in het gebied van Witwatersrand. Problemen waar Zuid Afrika mee worstelt zijn de werkeloosheid van ca. 30% (vooral bij de zwarte bevolking), misdaad, corruptie en het zeer veel voorkomen van HIV/AIDS.

De export bedroeg in 1999 ongeveer 28 miljard US dollar, waarbij de voornaamste handelspartners de USA, Duitsland, Japan, Italië en Groot Brittannië zijn. De munteenheid is de Rand, die is onderverdeeld in 100 cents.

De nationale parken
Een van de bekendste nationale parken en één van de oudste ter wereld is het Kruger National Park. Het ligt tegen de oostelijke grens met Mozambique aan en werd in 1898 door president Paul Kruger, de laatste president van de voormalige Boerenrepubliek (de Zuid-Afrikaanse Republiek) uitgeroepen als het Sabie Wildpark. Het was hem duidelijk geworden dat ten gevolge van de ongebreidelde jacht het aantal dieren in het gebied snel verminderde. Hij zei: ‘als we dit kleine deel van het laagveld niet afsluiten, zullen onze kleinkinderen niet meer weten hoe een koedoe, een eland of een leeuw er uit ziet.' Het park beslaat in z'n huidige vorm zo'n 2 miljoen hectare en strekt zich 400 km uit van noord naar zuid, en 70 km van oost naar west. Het is daarmee groter dan Israël en ongeveer zo groot als Wales. Het Krugerpark telt 507 vogelsoorten, 114 reptielsoorten, 147 soorten zoogdieren en ruim 300 boomsoorten. Onder andere vinden we hier de ‘big five': leeuw, luipaard, olifant, neushoorn en buffel.

Verspreid door Zuid-Afrika vinden we nu 18 nationale parken, waaronder het Pilanesberg National Park in de Noord-West provincie, het Royal Natal National Park in Kwazulu-Natal (met de Noordelijke Drakensbergen), het Golden Gate Highlands National Park in de Vrijstaat en het Westkust Nationale Park in de Westelijke Kaap, een van de grootste moeraslandreservaten ter wereld.

Belangrijke plaatsen en streken
Bij een bezoek aan Zuid Afrika is Kaapstad, de moederstad van het land en in 1652 gesticht door Jan van Riebeeck, natuurlijk een ‘must'. De beroemde Engelse ontdekkingsreiziger Frances Drake noemde het ‘de mooiste kaap op de hele wereld'. De afgeplatte tafelberg met zijn massieve verticale zandsteenklippen is één van de beroemdste oriëntatiepunten ter wereld en is een nationaal monument, dat zowel per kabelbaan als te voet te bezoeken is. Ten oosten van Kaapstad ligt Stellenbosch, de op één na oudste stad van Zuid-Afrika, die in 1679 gesticht werd door gouverneur Simon van der Stel. Hij moedigde boeren aan zich daar te vestigen en wijngaarden aan te leggen. De wijnen uit de Westkaap zijn inmiddels zeer beroemd en worden over de gehele wereld geëxporteerd. Er zijn verschillende wijnroutes te volgen waarbij prachtige landgoederen bezocht kunnen worden, waarvan er vele nog dateren uit de tijd van de Nederlandse Oost-Indische Compagnie. De Westkaap heeft ook hagelwitte stranden waarop het goed toeven is, veilige zeeën en prachtige koraalriffen.

De Oostkaap is een stuk ruiger, waarbij de ‘Wilde Kust' zich 280 km lang uitstrekt tussen de Mtamvunarivier in het noorden en de Kei-rivier in het zuiden. Een bezoek waard zijn de Magwa watervallen, Port Grosvenor en de beroemde Transkei-trekroute. In de Kaapse Drakensbergen kun je rotsschilderingen zien van de San-cultuur en in de buurt van Maclear zijn sporen van dinosauriërs te zien van 200 miljoen jaar oud. Port Elizabeth is een vriendelijke havenstad aan de kust tussen Kaapstad en Durban, en is in grootte de vijfde plaats van Zuid Afrika. Hier vestigden zich in 1820 de Britse kolonisten, die er een aantal prachtige huizen bouwden. Aan de Algoabaai heeft men 40 km aan prachtige stranden. Oost Londen in Zuid-Afrika's enige rivierhavenstad en ligt aan de monding van de Buffalo River.

De Noordkaap staat bekend om z'n schitterende bloemenvelden en het Augrabies Watervallen Nationaal Park. Hier heeft de Oranjerivier zich een weg gebaand door een nauwe spleet en stort zich via een serie watervallen in de grootste kloof ter wereld, 9 kilometer lang en 260 meter diep. De hoofdstad van de Noordkaap is Kimberley, tevens diamanthoofdstad van de wereld. Waar eens een heuvel stond genaamd Colesberg Koppie, ligt tegenwoordig het grootste door de mens gemaakte gat ter wereld. Hier waren eens 30.000 mensen als een bezetene aan het graven naar rijkdom. Met bloed, zweet en tranen, maar het is tevens de plek waar Zuid-Afrika zich begon te ontwikkelen van een achtergebleven gebied tot het hoogst geïndustrialiseerde land van het continent. Met de rijkdom van de diamantmijnen is de goudmijnindustrie in Witwatersrand gefinancierd. Het Grote Gat is zo'n 365 m diep en beslaat een gebied van 15,5 ha. Tussen 1871 en 1914 werd hier zo'n 25 miljoen ton aarde verplaatst, hetgeen ca. 14,5 miljoen karaat aan diamanten opleverde.

In Kwazulu-Natal vinden we de Drakensbergen, waar op de hellingen verschillende wildernisgebieden en natuurreservaten liggen, waaronder het Giant's Castle Natuurreservaat. De hoofdstad, Durban, is met zijn subtropische klimaat een paradijs voor vakantiegangers. De temperatuur van het zeewater daalt er zelden onder de 17 graden, dus er kan het hele jaar door gezonnebaad en gesurft worden. De eerste bewoners van Pietermaritzburg waren de Voortrekkers die daar in 1837 arriveerden. Zij noemden de plaats naar twee van hun leiders, Gerrit Maritz en Piet Retief. Je vindt er nu prachtige Edwardiaanse en Victoriaanse huizen en schilderachtige wandellaantjes.

Mpumalanga heeft een weelderige vegetatie en een groot aantal watervallen. De 32 km lange Blyde Rivier Canyon is één van Zuid-Afrika's grootste natuurwonderen, die op sommige plaatsen 700 meter diep is. De hoofdstad en het handelscentrum is Nelspruit, gelegen in de Krokodil Rivier Vallei. Hier vinden we ook hout- en tabaksindustrie.

In de Noordprovincie vinden we ten noorden van de Vaal rivier nog echte wildernis, gekenmerkt door hoge toppen, bosrijke delen en met gras bedekte heuvels waar de protea groeit. Hier vinden we ook talrijke theeplantages. Zuidelijker vinden we bananen- en mangoplantages, citrusfruit en orchideeën. De hoofdstad van de Noordprovincie is Pietersburg.

Gauteng is de schatkist van Zuid-Afrika. De hoofdstad is Johannesburg, van oorsprong een goudzoekersstad en gesticht in 1886, met als bijnaam ‘iGoli', de stad van goud. Met 6 miljoen inwoners is dit de grootste stad ten zuiden van de Sahara. Hier ligt het belangrijke, internationale vliegveld. Pretoria ligt ongeveer 50 km ten noorden van Johannesburg en is de regeringshoofdstad van het land. Het werd in 1855 gesticht door Marthinus Wessel Pretorius, de eerste president van de voormalige Boerenrepubliek. Pretoria wordt ook wel de Jacaranda Stad genoemd vanwege de meer dan 55.000 jacaranda's die in de lente (oktober) in bloei staan.

In Vrijstaat vinden we open landschappen en prachtige zandstenen rotsen. Ook de huizen zijn hier van zandsteen gebouwd. Bloemfontein (Mangawung, Tswana naam die betekent ‘plaats van het jachtluipaard') ontstond op de plek waar een waterbron was waarvan gretig gebruik werd gemaakt door vele San jagers, Sotho boeren, voortrekkers en kuddes wilde dieren. Tegenwoordig is het de hoofdstad van de Vrijstaat en de juridische hoofdstad van Zuid-Afrika. Het staat ook bekend als de Stad der Rozen vanwege de vele rozenbomen.

De hoofdstad van de Noord-West provincie is Mafikeng, de stad die bekend staat als de plaats waar Baden-Powell zijn Padvindersbeweging oprichtte tijdens het beleg van Mafeking in de Anglo-Boerenoorlog.

Zuid-Afrika zal u bij een bezoek aangenaam verrassen, niet alleen vanwege het schitterende weer, de ongerepte natuur met ene welhaast ongeëvenaarde rijkdom in flora en fauna, maar ook door de vele historische plaatsen, uitstekende winkelmogelijkheden en -op vakantie zeker niet onbelangrijk- de heerlijke traditionele Afrikaanse keuken. Zuid-Afrika is uw bezoek meer dan waard!

Ton Vis